Een brandende topic binnen bepaalde kringen van de samenleving is het uitbetalen van de gelden aan personen die rond de verkiezingen diensten hebben verleend. Het gaat in het bijzonder om de mensen die oproepingskaarten hebben verdeeld. Vele personen hebben deze kwestie aangekaart en hun misnoegen kenbaar gemaakt aan Dagblad Suriname over het uitblijven van de betalingen. Wat er nu bijkomt, is dat de Surinaamse munt met bijkans 90 procent is gedevalueerd. Het bedrag dat de personen zullen ontvangen, zal de helft waard zijn.
Bijzonder jammer
Dagblad Suriname hield deze kwestie voor aan minister Bronto Somohardjo van Binnenlandse Zaken. De bewindsman stelt dat hij de klachten van de personen helemaal begrijpt. “We proberen zo snel mogelijk de verplichtingen te voldoen. Ik vind het bijzonder jammer dat het geduld van het verkiezingspersoneel niet adequaat beloond kan worden. Het gaat om stembureaupersoneel, colporteurs en vouwers. We hebben momenteel haast geen financiële middelen. Ik doe mijn uiterste best om de persoenen te geven wat er is afgesproken met ze.” De minister vraagt begrip van de samenleving. “We hebben de ruimte helaas helemaal niet. We snappen het echt, maar de ruimte is er niet. Iedereen weet wat de situatie is die wij hebben aangetroffen. De unificatie was nodig, want de koers kon niet meer gehouden worden. Ik wil dat een ieder de gewerkt heeft, moet weten dat wij als regering dankbaar zijn voor de diensten. Het is ons streven dat zij zo snel als mogelijk beloond worden voor hun werk. Dat het bedrag minder waard zal zijn, vind ik uiterst jammer, maar we vragen alle begrip hiervoor”, stelt de minister.
Streven om voor eind van het jaar te betalen
Biza is belast met het organiseren van de verkiezingen. De bewindsman stelt dat het geld al begroot stond bij de begroting van 2020. “Het geld is echter verdwenen. Wat daarmee is gebeurd, weet niemand. Wij laten dat onderzoeken. Ik heb het weer op de begroting geplaatst. Ik heb ook met de minister van Financiën, Armand Achaibersing, gesproken”, geeft minister Somohardjo te kennen. “Wij zijn een regering die zich graag aan gemaakte afspraken houdt, hoe moeilijk het ook is. Dit is een afspraak die wij hebben met de personen die hebben gewerkt tijdens de verkiezingen. Zij hebben voor ons allen gewerkt. Het geld moeten ze krijgen. Het bedrag is op de supplementaire begroting van 2020 opgebracht en gaat om ongeveer 40 miljoen SRD. Het geld zullen we wel krijgen en het streven is dit jaar nog. Ik wil mensen niet beloven, maar als minister moet ik de personen een indicatie geven. Wij doen ons best om het geld los te krijgen en voor het eind van het jaar te betalen”, besluit minister Somohardjo.