De familie van de vermiste Abdoelmohamed Funna heeft officieel niet aangegeven bij de politie dat de dame, met wie hij een relatie had in Suriname, meer zou afweten van de moord op hem. Door de familie wordt beweerd dat de dame achter de moord van Funna heeft gezeten. ‘Er moet sprake zijn van een aangifte alvorens de politie de zaak verder kan onderzoeken’, zegt politie-inspecteur Drohpatie Ramkhelawan desgevraagd aan Dagblad Suriname. ‘Maar er moeten geen beschuldigingen over en weer geuit worden. Er zijn officiële instanties waar de familie terecht kan voor het doen van een aangifte.’ De wet heeft deze mogelijkheid, namelijk het doen van aangifte in gevallen waar er vermoedens bestaan dat iemand een strafbaar feit heeft begaan, altijd geboden aan de burgerij.
Ramkhelawan legt er ook de nadruk op dat volgens officiële instanties het lichaam van Abdoelmohamed Funna nog niet gevonden is. De familie beweert echter dat de stoffelijke resten die aangetroffen zijn aan het Tout Lui Fautkanaal, van Funna zijn. Dat beweert zij aan de hand van de kleding. De politie heeft dit echter nog niet bevestigd. Bij vermissing is het normaal dat personen, die nauw contact onderhielden met de vermiste persoon, ondervraagd worden door de politie. ‘Dit hoeft niet te betekenen dat deze personen een strafbaar feit hebben begaan.’ Ramkhelawan geeft aan dat de politie in gevallen waar zij over delicate informatie beschikt, personen wel ambtshalve kan vervolgen. ‘Dat is pas het geval wanneer de politie kennis draagt van zaken, afhankelijk van de feiten en omstandigheden.’
De ex-vrouw van Funna beweert thans ook dat de dame met wie Funna een relatie had, meer moet weten van de vermissing. ‘Mijn ex-man hield heel veel van zijn kinderen. Mijn ex-man is niet zo gek dat hij het huis, dat hij voor zijn kinderen heeft gebouwd, op naam van een vreemde vrouw zou zetten die hij nauwelijks kent. Ik kan het moeilijk bevatten dat mijn ex-man voor haar heeft gekozen. Ik denk eerder dat zij voor hem heeft gekozen en hem heeft gedrogeerd’, laat de ex-vrouw weten. Zij beweert verder bewijzen in zijn post gevonden te hebben dat het liefje van Funna in Suriname geld van hem aftroggelde. Ook doet zij uit de doeken dat na de vermissing van haar ex-man een broer van hem een blauwe plastic zak begraven vond op het perceel. De broer vroeg aan de vrouw wat dat was. Zij gaf als antwoord dat ze haar hond daarin had begraven. ‘Ik vind het heel vreemd dat de menselijke botten die op de illegale vuilnisbelt zijn aangetroffen ook in dezelfde kleur blauwe plastic zak waren.’
Asha Gajadien-Bhagwat