Is de Suralco de gedoogpartner van “Mijn mensen” of is de maatschappij tot heden de rechthebbende? In zijn verandering van opvatting is Andre Misiekaba er dus slechts één uit velen, maar in de manier waarop die verandering tot stand kwam, was hij een uitzondering. De indertijd in het oor gefluisterde campagne met betrekking tot het occuperen van gronden over te gaan door bepaalde rasgenoten, een bepaalde bevolkingsgroep, wordt vandaag door hem categorisch ontkent.
Vele politici, vooral de meerderheid van hen die dachten in een positie te zijn om politieke invloed uit te oefenen, wijzigden geleidelijk hun standpunt in dier voege dat ze van aanzetten tot onder meer occuperen over zijn gegaan tot waakzame pleiters van wet en recht. Nu de omstandigheden veranderd zijn en de occupanten geconfronteerd worden met wet en recht, haasten de bedriegers zich iets te doen in de richting van interventie.
Mede door de erbarmelijke toestand waarin de mensen verkeren en zoals over het algemeen bekend, deze mensen burgers zijn die dolgraag ingaan op aanbiedingen zonder een eigen bijdrage, is er zeer vlot ingegaan tot het occuperen.
Andre Misiekaba en de zijnen blijken echter niet in staat te zijn het plotseling oplaaiende vuur van de wettelijke grondeigenaren – waaronder zelf een multinational – te blussen. De gevoelens die zij indertijd getracht hadden op hun volgelingen, hun mensen, over te brengen – goede leiders, trouwe voorgangers, harde werkers – werden verdrongen door de sterke hand die het voor het zeggen heeft wanneer het andermans goed betreft.
In deze verwarrende en vreeswekkende periode schijnt het alsof Andre het land voor korte tijd zal verlaten, zijn mensen in de kou latende met als valse voorwendsel het land te moeten dienen met zijn aanwezigheid aldaar.
Met zijn mensen op Paranam moet Misiekaba ook niet op verantwoordelijke wijze tewerk zijn gegaan. De geluiden uit die richting komen in lange na niet overeen met de verhalen dat het overleg met de betrokken maatschappij hoop geeft tot een voor beide partijen bevredigende oplossing. Integendeel, is de ernstige dreiging van de zijde van de rechthebbende in het nadeel van zijn mensen niet afgewend. De maatschappij heeft zich tot vandaag niet laten kennen als een filantropische instelling, die bovendien niet verwacht dat doordrammers het uiteindelijk zullen winnen van redelijkheid, billijkheid en recht. Men kan niet te eeuwigen dage blijven gedogen. Ook multinationals hebben een limiet, een grens. En dat is helemaal niet vreemd.
De invloed die van de partijleiding uitgaat op leden als de gewillige Andre Misiekaba en de andere jongeren is van dien aard dat het niet eerlijk zou zijn hem, Andre, van alles wat met deze onaangename gebeurtenissen van doen heeft, te beschuldigen. Op eigen initiatief zou deze jonge politicus – met gemis aan ervaring in de politiek – niet durven zijn mensen aan te zetten tot occupatie. Het is dus aannemelijker dat hij in opdracht, weliswaar gedwee, moet hebben gehandeld vandaar dat wij in ons oordeel over zijn handelingen matigheid betrachten. Strikt genomen bestaat zijn taak onder meer in het uitvoeren van lastige opdrachten of anders gezegd lastige karweitjes. Het enthousiasme dat er bij komt kijken, komt van zijn jeugdigheid.
Hij is daarnaast praatgierig en haalt zeer graag het nieuws. Hij is ook nog een bekende voorganger, die weinig afwijkt van zijn “vermaarde bisschop” aller tijden, in de wijze van het prediken van getuigenissen van sterk twijfelachtige aard. Een man die overigens prettig in de omgang is met mensen en zeer voorbeeldig overkwam als ijverig gewezen student.