Advocaat Joan Nibte werd op 21 oktober voor 3 maanden geschorst door het Advocaten Tuchtcollege. Indien Nibte alle gelegde beslagen zou opheffen en SRD 50.000 zou terugbetalen, zou de schorsing niet uitgevoerd worden. Nibte, die ook presidentskandidaat was van de Partij voor Recht en Ontwikkeling (PRO), ging tegen deze uitspraak in hoger beroep. Haar cliënt Harry D. klaagde haar aan voor afpersing van ongeveer USD 30.000 en SRD 60.000 in een zaak, waarin zij een gelegd beslag moest opheffen. Hiervoor had Harry D. haar bij acceptatie van de opdracht gelijk SRD 5.000 betaald.
Na opheffing van het beslag presenteerde Nibte een rekening van US$ 68.000, SRD 443.000 en Euro 8.000. Harry D. accepteerde dit niet, aangezien dit nimmer was afgesproken. In een ander gesprek verlaagde Nibte haar honorarium naar USD 30.000 en SRD 60.000. Ook hiermee was Harry D. het niet eens. Een vriend van Harry D., die hem steeds had vergezeld, betaalde toen uit zijn eigen zak SRD 50.000 met het verzoek alle beslagen die Nibte had gelegd op rekeningen van Harry D. op te heffen. Nibte nam hiermee geen genoegen en handhaafde de beslagen. Advocaat Vinay Moerahoe, die Harry D. thans bijstand verleent, vroeg in kort geding opheffing van de beslagleggingen van Harry D. en kreeg dat ook. Ook heeft Moerahoe bijstand verleend aan Harry D. tijdens de behandeling in hoger beroep.
Voor de behandeling in hoger beroep stuurde Nibte via haar advocaat een 7 grieven tellend epistel, waarin zij betwiste dat er afspraken met betrekking tot het honorarium waren gemaakt, dat er geen schending is van de ere-regels van de advocatuur en er geen sprake is van een onredelijk honorarium. Ook betwiste zij dat zij gehandeld had in strijd met de integriteit van een advocaat. Op 25 augustus 2020 werd door het Tuchtcollege vonnis gewezen, waarbij het Hof de klacht van Harry D. gegrond verklaarde en Nibte een tuchtstraf oplegde voor de duur van 6 maanden, met ingang van de dag waarop deze beslissing door haar wordt ontvangen. Daarnaast bepaalde het Hof dat deze beslissing gepubliceerd moet worden op de uitsprakendatabank van het Hof van Justitie. In zijn beslissing nam het Hof mee de ernst van de misslagen van Nibte in de praktijkuitoefening en mede in aanmerking genomen het feit dat aan Nibte eerder een tuchtmaatregel wegens een soortgelijk klachtwaardig handelen is opgelegd. Het Hof meende daarom dat aan Nibte thans een zwaardere tuchtmaatregel dient te worden opgelegd. Gelet op het publieke belang van kennisneming besliste het Hof dat de beslissing gepubliceerd moet worden op de uitsprakendatabank van het Hof van Justitie.
Ze was gewaarschuwd
In een reactie zegt de deken van de Surinaamse Orde van Advocaten, Samantha Gadjradj, dat Nibte hiertegen was gewaarschuwd. “Er was haar duidelijk gemaakt dat zij ook in hoger beroep in het ongelijk gesteld zou worden, aangezien de klacht van dien aard was. De overtreding was te ernstig en kon niet ongestraft blijven. Ze had dit kunnen voorkomen als zij zou hebben voldaan aan het vonnis in eerste aanleg”, meent de deken.