De regering-Bouterse besloot in januari 2018 dat Ornamibo dé vuilstortplaats blijft van Suriname, maar wel in een nieuwe opzet. Al in 2006 werd gesproken over een nieuwe opzet van Ornamibo. Of nu werkelijk een definitief plan voor Ornamibo realiteit wordt, zal de nabije toekomst moeten uitwijzen. Realiteit is wel dat niemand rept over de aanwezigheid van asbestafval op de vuilstortplaats. Zo zijn daar rond 2012 asbesthoudende dakplaten gedumpt. Het ligt daar een paar meter onder de grond begraven. Al het overige asbestafval belandt waarschijnlijk tussen het reguliere huis- en grofvuil.
John Courtar, toenmalig hoofd van het Medisch Bureau van de Arbeidsinspectie in Paramaribo, zei in oktober 2010 in de Nederlandse Volkskrant dat ‘door de hoge temperatuur asbest hier veel eerder fragmenteert’. In hetzelfde artikel was te lezen: ‘… Omdat Suriname deskundige mankracht en middelen mist, gebeurt het saneren mondjesmaat. Het weinige verwijderde asbest wordt tijdelijk opgeslagen in de grond’. Courtar: ‘Een verwerkingsfabriek kost in Nederland snel 23 miljoen euro. Dat kunnen wij ons niet veroorloven. Dus wordt het begraven en zand erover.’ Zo wordt en werd nog steeds gedacht over de verwerking van asbestafval: begraven en dus letterlijk en figuurlijk zand erover. Maar, wat Courtar niet zei, is het feit dat alleen oude asbestdakplaten worden begraven.
‘Er is op de stortplaats te Ornamibo een locatie waar asbest wordt opgeslagen. Deze locatie is in de tijd samen met het Nimos (Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname) aangewezen en is ook met gps-coördinaten vastgelegd. Het is ook de enige plaats in Suriname waar asbestafval wordt begraven’, zei Steven Codrington, destijds waarnemend hoofd van de afdeling Vuilophaal en Verwerking op het ministerie van Openbare Werken, in juni 2012.
Minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken bevestigt tegenover Dagblad Suriname dat er inderdaad asbestdakplaten begraven liggen op Ornamibo. ‘Ik ben ervan op de hoogte. Die platen liggen in het deel van de vuilstort, dat bedekt is met zand. Het Nimos en NCCR (Nationaal Coördinatiecentrum voor Rampenbeheersing) hebben de markeringen en locatie geregistreerd.’ De bewindsman zegt dat er nog wel iets belangrijks mist: een bord. ‘Er moet een soort waarschuwingsbord geplaatst worden om duidelijk te maken dat daar gevaarlijk afval ligt begraven.’ Of op Ornamibo na 2012 meer asbestdakplaten zijn begraven, weet minister Nurmohamed niet. ‘Als ministerie zouden wij dat moeten weten.’ Hij zegt verder dat het ministerie werkt aan een opzet om asbestdakplaten te gaan verwijderen van het hoofdkantoor van de Regionale Gezondheidsdienst (RGD). ‘Daar wordt aan gewerkt. We moeten nog bepalen wat we met die platen gaan doen zodra ze zijn verwijderd.’
Asbest is niet gevaarlijk voor de volksgezondheid, mits het maar niet uit elkaar wordt getrokken of gescheurd. Wanneer asbest kapot wordt getrokken, komen kleine stofdeeltjes, vezels, vrij die kanker bevorderend zijn. Bij de verwijdering, opslag en verwerking van bijvoorbeeld oude asbestdakplaten dient voorkomen te worden dat de platen beschadigd raken. Het een paar meter onder de grond begraven van asbestafval lijkt risicovol. Bij branden op de vuilstort wordt onder andere gebruik gemaakt van ‘shovels’, die zand afgraven om daarmee een brand te bedwingen. Codrington verzekerde in juni 2012 dat er geen enkel risico bestaat dat in een dergelijke situatie een shovel begraven asbestafval kapot zou kunnen trekken. ‘De locatie waar asbestdakplaten worden begraven, is afzonderlijk van de locatie waar het dagelijks huishoudelijk afval wordt verwerkt. Er rijdt dus geen machine over de locatie waar de platen worden geplaatst.’ Volgens Codrington was begin juni 2012 op de vuilstort Ornamibo 413 kubieke meter asbestafval (asbesthoudende dakplaten) begraven.
Producten waarin asbest is verwerkt, zijn onder andere isolatiemateriaal in oude elektrische apparaten, zoals broodroosters, haardrogers en strijkijzers, golfplaten dakbedekking, riolering- en waterleidingbuizen en vinyl vloerbedekking. Naast asbestdakplaten is er ook nog eens een hoeveelheid oude asbest SWM-waterleidingbuizen (Surinaamsche Waterleiding Maatschappij). De oude waterleidingbuizen in Suriname zijn voornamelijk vervaardigd uit het zogenoemde asbestcement. Dit bestaat uit een mengsel van 80 procent cement en 20 procent asbest. Hierdoor is het heel geschikt als drinkwaterleiding. Het is een slijt- en trekvast materiaal, dat bestand is tegen onder andere hitte, zuren en olie en het laat geen stoffen door. Aan de binnenkant van een leiding zit ook een beschermlaag van calcium, ijzer en mangaan, welke laag ontstaat doordat drinkwater door de leiding stroomt.
Zogenoemde AC-leidingen (asbestcementleidingen) leveren geen gevaar op voor de volksgezondheid, zolang ze rustig onder de grond liggen. Werknemers die dergelijke buizen moeten uitgraven en vervangen door andere leidingen, moeten – dit is wereldwijd gebruik – wel persoonlijke beschermingsmiddelen dragen, zoals een wegwerpoverall, handschoenen, laarzen en adembescherming. De uitgegraven oude leidingdelen behoren luchtdicht in kunststofafvalzakken met asbeststickers verpakt te worden. Maar, dat gebeurt niet. De directeur van de SWM, Marlo Oosterling, zegt in een reactie tegenover het Dagblad Suriname dat de asbesthoudende waterleidingbuizen niet eens worden uitgegraven. ‘We laten ze liggen uit veiligheidsoverwegingen, ze doen niemand kwaad. De nieuwe waterleidingbuizen worden dus gewoon naast die oude buizen gelegd.’