Na enkele weken dachten wij dat het goed is een ‘algemene appreciatie’ te geven van het kabinet Santokhi-Brunswijk. Tussentijds zullen we nagaan of we een goed beeld hadden van de leden van de regering. De president zelf heeft getoond om, in tegenstelling tot de vorige, graag in DNA aanwezig te zijn en inhoudelijk in te gaan op zaken die op het betreffend moment aan de orde zijn. De president heeft wel een algemeen en breed beeld van het overheidsbeleid in de volle breedte, maar mogelijk met minder diepgang op sommige gebieden. De skills gap tussen de president en de vp is hemelsbreed. De vp is wel bereid te leren, maar hij zou de president niet op hetzelfde niveau kunnen vervangen. Dat is al een voorbode voor een RvM die chaotisch en rommelig kan worden. Iemand die wel in DNA en in de RvM inhoudelijk beleidsformulering en besluitvorming kan aansturen is de minister van Buza, internationale business en internationale samenwerking. De verruiming van de naam is overigens nodeloos, omdat internationale samenwerking per definitie valt onder het beleid van de ministeries van Buza. Internationale business behoort ook standaard tot de portefeuille van buitenlandse missies die vallen onder de jurisdictie van Buza. Business in technische zin is meer een aangelegenheid van HI (nu Ezoti) en Financiën. De Buza-minister voldoet ruim aan de kwalificaties die een Buza-minister dient te hebben, door zijn hoge functie bij de OAS. Een minister die in potentie ook goed is, is die van Financiën en Planning. Deze minister is afkomstig uit de financiële sector, maar een minister van Financiën is niet primair business economie, maar algemene staatseconomie. Op dat gebied heeft deze minister de ervaring niet, hij zal het moeten hebben van zeer goede economie-adviseurs, het liefst van eigen bodem.
De minister van Juspol is een jurist die in de sector enige tijd actief is. Hij behoort op de hoogte te zijn van de problematiek die relevant is voor de justitiële en rechtssector en een goed netwerk te hebben. Echter hebben we gemerkt dat de minister inhoudelijk de materie niet op zodanige wijze beheerst dat hij daarmee Juspol kan representeren. Hij is op dat niveau nog niet actief geweest. Deze minister zal Juspol niet sterk uitdragen, maar dat hoeft geen obstakel te zijn als hij een zeer goede samenwerking en werkafspraken met productietargets kan maken met de beroepsgroepen en stakeholders in de sector. In DNA zal hij geen potje kunnen breken. E
en sterke minister zal zijn Mathoera die decennialang in een gedisciplineerd korps is gerijpt naar het hoogste niveau en een degelijke opleiding in nationaal en internationaal recht heeft gehad die haar nu wel van dienst zal zijn. Een minister die ook op de juiste plek is, is die van Volksgezondheid. De arts behoort genoegzaam van de medische problematiek in Suriname op de hoogte te zijn als actief bestuurslid van de VMS. De minister heeft in DNA getoond een sterke technische beurt te kunnen maken en hij blijft verteerbaar. Veelbelovend is ook de OW-minister die een juiste waarde brengt naar OW: eerlijkheid en transparantie. Deze minister is ook op de juiste plek en in staat een zeer sterke OW-minister te werken, indien hij het volhoudt en niet in de clinch raakt met de corruptelingen uit het bedrijfsleven die ook in de VHP op de loer zullen liggen. Ook de minister van Ruimtelijke Ordening en Milieu is een sterk lid van de regering. Hij is een ervaren bestuurder en een intellectueel die in de sector actief is geweest en een goed imago heeft. Hij zal een sterke minister zijn zeker op dit departement. Een minister die potentie heeft om te slagen is die van Onderwijs. Echter moet deze minister omschakelen van niet-hoofdverantwoordelijke, vrijblijvende en beter-wetende adviseur en consultant, naar verantwoordelijke uitvoerder. De minister zou de sector kennen, maar dat is niet genoeg; er moet een passie zijn om zaken in de sector te veranderen. De minister zou nu eens een keer ook moeten uitleggen wat haar rol voor 2020 is geweest op Onderwijs en bijvoorbeeld wat ze daar heeft verdiend. Het klopt namelijk niet dat de minister zaken op Onderwijs ‘is komen aantreffen’. Die zaken behoorden bij haar bekend te zijn. De minister van NH heeft ook de potentie om een sterke minister te worden, maar hij zal zich moeten inzetten om zich de materie goed eigen te maken. Dat moet hem vanwege zijn studie, zijn afstuderen en zijn academische activiteiten daarna, zeker lukken.
De minister van Ezoti is niet de sterkste in het kabinet. Ze maakt technisch een zeer zwakke indruk en lijkt het ministerschap nu een stap te groot. Deze minister had eerst een tussenstap moeten maken om technisch te rijpen. Van de minister zijn geen wapenfeiten en bemoeienissen op hoog niveau in de sector bekend. Het sterke punt van de minister is politiek van aard: ze past in de metamorfose-agenda van de VHP. Iets zwakker is de minister van TCT: deze minister heeft bewezen onderricht en competenties op geen van de 3 beleidsgebieden. Dit zware ministerie met grote problemen is weer opgezadeld met een zwakke minister waardoor de oplossingen in de sector weer voor 5 jaren zijn uitgesteld als de overheid daarvoor moet zorgen. Het sterke punt van deze minister is dat hij gezien kan worden als vertegenwoordiger van de Inheemsen.
Ook de minister van Biza is technisch zeer zwak: hij is meer een politicus en geschikt voor podiumwerk tijdens verkiezingen. Deze minister heeft geen ervaring in de beleidsgebieden van Biza als overheidspersoneelsbeleid, de burgeradministratie, de overheidsadministratie en het genderbeleid. Iets zwakker is de minister van Sozavo die ook niet geschikt is om het zware ambt van minister te bekleden: het is een te hoge stap. Deze minister is nooit actief geweest op de beleidsgebieden van Sozavo waaronder zorg voor kwetsbare groepen, armoede, kinderbescherming en huisvesting. De minister van Grond- en Bosbeheer was eerder DNA-lid en is technisch altijd zeer zwak geweest. Zij heeft geen aantoonbare ervaring en wapenfeiten in de sectoren ‘domeinbeleid’ en ‘bosmanagement’. Deze minister zal inhoudelijk geen beleid kunnen maken en loopt de kans vooral partijpolitiek te zullen bedrijven op het ministerie net als die van Biza.
De minister van LVV is geen onbekende op het departement, zijn aanwezigheid zou decennialang teruggaan, maar er is twijfel over het imago en de intenties van deze minister. Hij was voor 2020 al op het ministerie en zijn standpunten en connecties zorgen voor twijfel over deze minister. De minister van werkgelegenheid en jeugd heeft geen hoger bestuurlijke ervaring, maar is wel kort werkzaam geweest op het ministerie. Ze is evenmin op een hoog niveau lang actief geweest in de arbeidssector waar vakbonden en arbeidsgeschillen een rol spelen en evenmin in de jeugdsector, maar managementkennis kunnen helpen het een en ander te compenseren. Overigens moet net als Buza ook hier opgemerkt worden dat de naamverruiming gedeeltelijk nodeloos is, omdat werkgelegenheid standaard overal onderdeel is van ‘arbeid’. Tot een der zwaksten behoort de minister van Regionale Ontwikkeling en Sport. In geen van deze sectoren is ze actief geweest. Een aantal ministers heeft in het kabinet Santokhi een te grote stap gemaakt naar de hoogste ambtelijke functie zonder ooit in een tussenfase te zijn gerijpt. De kans is er daarom dat de president of de Buza-minister veel ministers zullen moeten bijstaan.