Hoe vreemd het ook klinkt, maar soms verbeelden wij ons in onze voorstelling van zaken een bepaald voornemen reeds te hebben gerealiseerd terwijl wij pas aan het begin van het traject staan: het pad dat gevolgd zal moeten worden naar het einddoel dat beoogd wordt. De zakenman kan niet zijn einddoel bereiken zonder de vraag te hebben beantwoord hoe zijn weg naar ondernemingssucces eruit moet zien. Is het mogelijk via een tussenliggend doel het hoofddoel te verwezenlijken? Onoprechtheid maakt van de politiek een tussendoel als schakel naar materiele welgesteldheid. Voorbeelden te over in ons land. Een scholier ziet zichzelf in zijn of haar toekomstbeeld misschien in het ziekenhuis als verpleegkundige of als medicus of, wie weet, als ziekenhuisdirecteur of als directrice. Tussenliggende doelen volop die bereikt moeten worden om de succesvolle klim op deze loopbaanladder te kunnen ondernemen. Uitdagend blijft steeds wel dat elk einddoel zich gedraagt als het eeuwig uitdijende heelal: er komt nooit een einde daaraan. Immers, het gerealiseerde doel opent weer een nieuw perspectief, dus ook nieuwe ambities. Waar eindigt de doelstelling van het overheids- of bedrijfsbeleid? Dat is eindeloos. Elke dag brengt een andere uitdaging met zich mee.
Onze superieur kondigt tijdens een bijeenkomst met zijn leidingevenden de introductie aan van het human resource concept. Waarom voldoet de huidige praktijk op het gebied van het personeelsbeleid niet langer? Wat gebeurt er als niet overgestapt wordt naar een andere wijze van omgaan met het personeel? Welk toekomstbeeld ligt aan de basis van de voorgenomen verandering? Hoe vaak moeten wij nog mededelingen aanhoren van nieuwe regimes die in de euforie van hun aantreden het steeds weer hebben over een ‘public sector reform’? Zullen ook nu weer ministeries en staatsbedrijven het eigendom worden van politieke partijen? Onze Surinaamse overheid kondigt eens het einde aan van het ABB-tijdperk. De afkorting staat voor Ambtenaren Bezoldigingsbesluit. In de dichte mist worden de trekken van wat anders zichbaar. Dat andere zal weldra onder de naam van FISO door het leven gan. Zo gezegd, zo gedaan . Of zou hier niet liever gezegd moeten zijn: zo gezegd, zo misdaan? Want hoeveel ontwrichting, verdriet, ergernis, opwinding, tranen en gezondheidsproblemen heeft deze verandering niet teweeg gebracht bij veel goed presterende ambtenaren die ook de werkelijke landsdienaren waren? Hoeveel ambtelijke gepensioneerden zitten nog met onbeantwoorde vragen over het vele onrecht dat een ondeskundige invoering van een analytisch systeem voor functiewaardering hen heeft berokkend? Waarom voldeed het oude beloningssysteem niet langer? Was het werkelijk noodzakelijk het ABB terzijde te schuiven om te beginnen aan een avontuur dat land en volk uiteindelijk honderden miljoenen aan verkwanselde middelen heeft opgeleverd? Hoe komt het toch dat in het land, Suriname geheten, personen met zoveel gemak deskundigheden worden toegemeten waarover zij in werkelijkheid niet beschikken? En wie zijn toch de mensen van het nieuwe regeerteam? Hoe zit het met hun opleidingsniveau en met hun functieverleden? Vertel het volk eerlijk en openhartig wat het gewicht is van de gepresenteerde bewindspersonen.
Over het verleden mag nu dus niet langer gesproken worden. Immers, wij betreden thans een nieuw tijdperk. Zo heeft de president ‘nieuwe stijl’ dat onlangs verwoord. Wie steeds het verleden aan zich voorbij ziet trekken, heeft immers geen oog voor de toekomst. Maar klopt dit verhaaltje echt wel? Is het werkelijk zo dat het verleden ten grave gebracht mag worden omdat zij voor onze toekomst geen noemenswaardige betekenis meer heeft? Als automobilisten zijn wij op de rijweg gehouden om regelmatig door de achteruitkijkspiegel te zien wat achter ons gebeurt. De atleet zal voor zijn verre sprong stappen achterwaarts moeten doen voor de noodzakelijke aanloop. De beleids- of projectevaluatie werpt een terugblik op hoe de dingen in het verleden eraan toe gegaan zijn. Van het verleden kun je leren. Opmerkelijk toch!
Na de uitslag van de recente stembusgang zijn externe belanghebbenden in het kader van de zo genoemde hearings ontvangen door de nieuwe sterspelers. Was het louter inspraak? Of betrof het participatie in het proces van besluitvorming? Hoe het ook zij, bedrijven- en beroepenorganisaties waren onlangs te gauw tevreden met hun uitnodiging. Twee aspecten zijn hier belangrijk. Het eerste is de innige wens zijdens de overheid van betrokkenheid van externe belanghebbenden bij de besluitvorming, dit met het oog op de ware democratiebeleving. Incidentele vormen van betrokkenheid moeten niet langer geaccepteerd worden. Het tweede is dat deelname aan de besluitvorming als proces door de oprechte overheid als blijvend verschijnsel moet worden aangemerkt. In het handelen van de regering moet participeren in de besluitneming als beleidsdoel worden gezien en in een participatiewet worden geformaliseerd. Districtsbewoners moeten zich ook niet langer laten misleiden door de jaarlijkse hoorzittingen. De Districts Commissaris als voorzitter van de districtsraad is volkomen misplaatst. De president is toch ook geen voorzitter van het parlement? Deze betuttelende behandeling moeten de districtsbewoners niet langer accepteren. In het district dient de districtsraad als controleur een eigen, herkenbare plaats en identiteit te hebben. Die positionering moet nu opgeëist worden. De tweederangse behandeling die de districtsgemeenschappen traditioneel krijgen alsmede de minachtende bejegening die de districtsbewoners historisch ten deel valt zullen eens toch moeten stoppen? Dus, districtsbewoners u moet opkomen voor uw positie! Gebruik het nuchtere verstand! Gebruik het vooral nu. Laat het voor u niet de verandering van tijdperk wezen, maar vooral het tijdperk van de verandering in uw district.
Stanley Westerborg
Organisatieanalist