Dagblad Suriname sprak met advocaat en politicus Antoon Karg over enkele delen uit het regeerakkoord. Met name wilde de krant zijn zienswijze weten over de punten 13 en 14 van de prioriteitsacties van de urgentiefase in de bijlage van het regeerakkoord, waarin is opgenomen dat de “Wet Vervolging (voormalige) Ambtsdragers” gewijzigd zal worden.
“Dit is een heel hoopgevende ontwikkeling, alleen moet niet alleen die wet, maar ook de communicerende grondwetsbepaling die in 1987 door Wijdenbosch was neergelegd, worden gewijzigd of geschrapt. Als we deze bepaling schrappen, dan is iedere ambtsdrager of gewezen ambtsdrager in de ogen van de wet gelijk aan iedere normale burger. Het Openbaar Ministerie kan dan vervolgen en onderzoeken zodra ze misstanden waarnemen. We rekenen dan af met die misstand; ook politici moeten instaan voor de consequenties van schendingen van de wet. Dat is heel hoopgevend, natuurlijk, en daar ben ik blij mee. De wetswijzigingen moeten juist erop toezien dat gevallen, zoals dat van minister Hoefdraad, zich nooit meer voordoen. Politieke organen moeten geen beslissingen nemen over zaken, die gewoon bij de vervolging thuishoren. Het parket en de rechterlijke macht moeten ook in zulke gevallen ongestoord hun werk kunnen doen.”
De wet kan volgens Karg niet met terugwerkende kracht gewijzigd worden, maar een nieuwe assemblee kan wel heel anders over de kwestie Hoefdraad beslissen.
Een andere punt in het regeerakkoord, punt 14 van de bijlage, heeft het over het instellen van een ethische code voor ambtenaren en staatsdiensten, waarbij wetgeving waaraan contracten moeten voldoen, bijgesteld en aangescherpt zullen worden. Hierover zegt Antoon Karg: “Het is sowieso nodig om correcties op de Personeelswet en de Comptabiliteitswet te plegen. Zoals het nu is, zijn we te afhankelijk van de ethiek en kwaliteit van wie op dat toevallig moment daar zit. We moeten dus een ethische code vastleggen en richtlijnen aanscherpen. Maar de betrokkenen moeten ook goed onderwezen en onderlegd worden en we moeten een cultuur creëren, waardoor bepaalde zaken niet meer acceptabel worden geacht. Dus regelgeving enerzijds, maar ook naleving van die regelgeving, wijsheid en ervaring, voorbeeld stellen wanneer men ziet dat zaken kromgroeien. Dat vereist continue oplettendheid, beleid in de praktijk, toezicht maar ook heldere en begrijpelijke wet- en regelgeving waar men zich aan kan houden.”
Karg is content met het gepresenteerd regeerakkoord en denkt dat het zeker wel realistisch is met betrekking tot vooral de heel urgente fase, waarin redding noodzaak is. “Veel van wat je wilt verwezenlijken, is afhankelijk van wat je aan financiële middelen ter beschikking hebt of kunt hebben, dus in die zin maak ik de auteurs zeker een compliment. Niet alles is naar de filosofie van PRO, maar ontevreden zijn we niet. We hadden wel graag meer gezien in het kader van terugvordering, voor ontmoediging van het leegroven van de staatskas, maar ook omdat nu daaruit zaken, zoals salarissen en pensioenen, gegarandeerd zouden zijn, wat nu niet het geval is. De rechterlijke macht moet niet alleen kunnen onderzoeken, maar ook bijvoorbeeld corruptie strafbaar kunnen stellen en mensen de gelegenheid geven daarna terug te komen in de maatschappij met een les uit hun fouten. Toch is er nog ruimte om dat alsnog in het beleid terug te brengen. Als je de juiste mensen op de juiste plaatsen zet, zoals voor bijvoorbeeld forensische accountancy, dan kan het, dus al met al is het regeerakkoord enerzijds een zeer hoopvol document, anderzijds zien we graag dat we in de praktijk nog aanvullingen krijgen.”
Tenslotte geeft Karg aan wel geloof in te hebben dat, ondanks de hevige druk waaronder de rechterlijke macht de afgelopen 9-10 jaar vaak moest werken en hun heldhaftige houding daarin, dit regeerakkoord alle ruimte en vertrouwen biedt dat het op dit stuk wel goed zal kunnen komen. “Zeker met de toegezegde versterking en steun, ben ik daar zeer hoopvol over gestemd!”