Gajadien: ‘Elke burger heeft recht op lage koers’

Asiskumar Gajadien

Kantonrechter Sylvana Bradley heeft dinsdagmorgen beslist dat de toepassing c.q. verbindendheid dan wel de rechtskracht van de Wet Controle Valutaverkeer en Transactiekantoren (Valutawet/WCVT) dient te worden opgeschort totdat het Constitutioneel Hof over de grondwettelijkheid dan wel niet-grondwettelijkheid en derhalve de rechtskracht daarvan heeft beslist. De rechtszaak was een initiatief van de assembleeleden Asiskumar Gajadien (VHP), Patricia Etnel (NPS), Riad Nurmohamed (VHP), Marlon Budike (NPS). Jitendra Kalloe (VHP) en Djoties Jaggernath (VHP). Het vonnis is bij voorraad uitvoerbaar. Voor VHP-assembleelid Asiskumar Gajadien komt dit besluit niet als een verrassing over. Hij belooft dat zijn partij na de verkiezingen voor een veel betere en correcte valutawet zal zorgen. “Deze wet is alleen maar goedgekeurd door de coalitie om de samenleving in de maling te nemen dat er voortaan maar één wisselkoers zou worden gehanteerd. In de praktijk heeft deze wet niet gewerkt, want er is nog steeds sprake van vier koersen.  Dat de NDP na de aanname in hoerastemming was, is de koers maar 1 of 2 dagen gebleven rond de SRD 12. Daarna is het weer omhoog geschoten. Nu is die koers boven SRD 14 voor een US dollar. Elke burger heeft recht op een lage koers”, benadrukt de VHP’er. Volgens Gajadien was goedkope valuta alleen beschikbaar voor NDP-prominenten als Chotelal.

Eisers: wet ontbeert rechtskracht

De assembleeleden legden – kort gezegd – aan hun vordering ten grondslag dat de WCVT nietig is. De op 23 maart 2020 afgekondigde wet ontbeert volgens hen rechtskracht, omdat de voorzitter van DNA niet de WCVT in stemming heeft gebracht. De wet is in strijd met de grondwet en het reglement van orde voor DNA tot stand gekomen. Op grond van het vonnis van het Hof van Justitie van 20 maart 2020 bestond DNA op 21 maart 2020 niet uit 51 maar uit 49 leden. In DNA is tijdens de behandeling van de nota’s van wijziging geen rekening gehouden met de parlementaire rechten en belangen van eisers, omdat zij niet in de gelegenheid zijn gesteld om de nieuwe ontwerpwet te bestuderen en onderzoeken. Voorts leggen eisers aan hun vordering ten grondslag dat de WCVT in strijd is met hun burgerlijke belangen. Zij voelen zich beknot in het uitoefenen van eigendomsrechten zoals bedoeld in artikel 21 lid 1 AVRM. Bevoegdheden voortvloeiend uit WCVT betekenen voor eisers willekeurige of beledigende inmenging in hun privéleven, wat in strijd is met artikel 11 lid 2 AVRM, artikel 17 lid 1 BUPO en artikel 7 lid 2 Gw.

Ook bedrijfsleven had aangeklopt bij rechter

Ook de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (Asfa) en de Surinaamse Vereniging van Assurantie Maatschappijen (Survam) hadden de rechter gevraagd de Staat te verbieden de valutawet toe te passen, totdat deze getoetst wordt door het Constitutioneel Hof. De wet zou volgens de eisers strijdig zijn met de grondwet en andere wetten. Zij voeren aan dat de wet direct en drastisch ingrijpt in de grondrechten van eisers. In deze zaak moet er nog een uitspraak komen. 

FR

error: Kopiëren mag niet!