Ofschoon de SV Transvaal langer dan bijkans 4 jaren de zeer gewaardeerde steun en bijdrage van oom Walther (zo stond hij bekend bij Transvaal) node moest missen, schijnt het alsof het gemis nu pas, na 11 augustus jl., de dag waarop hij ons is voor gegaan, duidelijk voelbaar is geworden. Zijn gedwongen wegblijven, toen hij in Huize Ashiana verbleef, was begrijpelijk. Aldaar werd hem door de toenmalige voorzitter in gezelschap van enkele getrouwen – waaronder ondergetekende – op zijn 90ste verjaardag een geschenk aangeboden.
Sinds zijn heengaan wordt er op elke oefenmiddag van de club door supporters, veteranen of een oud-bestuurslid over de actieve periode van onze oom Walther een of ander anekdote aangehaald die de schare aanwezigen aan het lachen bracht. Walther wist op zijn eigen koddige manier ons kort samenzijn aangenaam bezig te houden met verhaaltjes die steeds weer om ‘Transie’ heen werden opgebouwd. Zijn humor was van bijzondere aard en zijn verteltrant een zeer gunstig afwijkende. Voor zover ons bekend deelde hij zijn verenigingsliefde met Transvaal en de bekende politieke partij de NPS.
Bij verlies van een wedstrijd was hij niet te troosten, omdat hij meende dat ‘Transie’ beter was en de overwinning verdiende. Bij winst was hij steeds de mening toegedaan dat de score veel hoger moest zijn. In feite was hij nooit helemaal tevreden, het kon altijd beter.
Met de supportersgroep Lamillion, Bänffer, Sluisdom, Veldhuizen en Lutchman, de drie eerstgenoemden nu wijlen, vormde hij een opvallende groep die zeer bekend stond onder de voetballiefhebbers van toen en die als de ‘stonvoeters’ van de club werden beschouwd. Bedoelde groep was zowel bij oefenpartijtjes (Jeugdcentrum) als bij nagenoeg alle wedstrijden aanwezig. Een aanwezigheid die niet ongemerkt aan de leiding van de club voorbij ging vanwege hun geleverde warme bijdrage door het op hun eigen manier aanvuren van de talentvolle spelers. Onnodig te vermelden dat oom Walther steeds weer de gangmaker was. In zijn vrije tijd was maakte hij zich verdienstelijk in het clubgebouw van Transvaal of in Grun Dyari. Welke van de twee genoemde organisaties – met een groot verschil van karakter – het dichtst bij zijn hart was, is moeilijk vast te stellen.
Tijdens een korte down periode van de club heeft hij – voor een zeer korte periode – het kunnen opbrengen weg te blijven van enkele oefeningen en belangrijke wedstrijden, alleen maar uit ontevredenheid over de prestaties van toen. Op aandringen van zijn geliefde clubgezelschap werd er snel een einde gebracht aan zijn naar onze mening onredelijk besluit. Bovendien leefde hij gedurende die tijd in een zekere onrust over het wel en wee van de vereniging, die inmiddels een belangrijk deel van zijn leven was geworden. Hij bleef achteraf stiekem informeren naar de omstandigheden en de drang naar de juiste informatie maakte dat hij zich wederom aanmeldde. Bij zijn terugkomst trof hij een nog grotere groep trouwe supporters, die hem hartelijk welkom heette en hem duidelijk maakte dat een vereniging niet altijd kon blijven winnen. Naast het goed doen komt ook nog een beetje geluk bij kijken en hij berustte zich in de inmiddels gewijzigde omstandigheden van de meest omvangrijke glorieperiode van weleer.
Naast zijn eigen manier van aanvuren had hij ook nog – hij was kunstschilder van beroep – vaak genoeg een schoolbordje in de club liggen waarop hij de uitslag van wedstrijden waaraan “Transie” deel genomen had noteerde, aangevuld met korte koddige opmerkingen, die in de smaak vielen bij het voetbalminnend publiek.
Bij een ontmoeting tussen de rivalen Transvaal en Robinhood stond de tegenstander naar de mening van de sportliefhebbers op dat moment er beter voor, dus Robinhood zou de wedstrijd moeten winnen. Tegen alle verwachtingen in won Transvaal de ontmoeting overtuigend en onze oom Walther dacht de Robinhooders te troosten om op het bekende schoolbordje, naast de uitslag, ook nog te vermelden: “Un tek’ eng leki fa Gado wan’ eng”. Bij een overwinning van “Transie” op Leo Victor was er op het bordje te lezen: “Geduld is een schone zaak, probeer het een andere keer”.
Onze sportkameraad Walther Paul Chilius Norden is ons op 92-jarige leeftijd, zoals de berichten luidden, kalm en zacht voorgegaan. De Schepper heeft hem naar menselijke begrippen bijzonder rijk gezegend. Dank zij de spontane medewerking van enkele senioren, de getrouwe supporters en een oud-bestuurslid is er voor gezorgd dat van hun idool, hun geliefde sportmakker, oom Walther, op waardige wijze afscheid is genomen. Hij ruste in vrede.