SBV: “We zijn on speaking terms”
Het contract tussen de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en Surinaamse Bankiersvereniging (SBV), betreffende de terugbetaling van de verdwenen valutakasreserves, is nog niet gefinaliseerd. Waarom neemt dit zoveel tijd in beslag? Waarover kunnen partijen geen compromis bereiken? Dit zijn vragen waar Eblein Frangie, voorzitter van SBV, nog geen details over kan verschaffen aan Dagblad Suriname. “We zijn on speaking terms met de CBvS om het contract te finaliseren. Het gaat om de terugbetaling van US$ 100 miljoen aan kasreserve en US$ 100 miljoen aan termijndeposito’s. Het overgebleven geld is al geringfenced.” Hiermee wenste Frangie te volstaan.
De CBvS en de bankiersvereniging zijn sedert 26 januari 2020 gestart met de onderhandelingen, en ze zijn nog steeds on speaking terms. Hoeveel tijd nog nodig is voor het finaliseren van het terugbetalingscontract, is nog onduidelijk. Doordat er nog geen bindende afspraken zijn gemaakt met CBvS, roept dit bij de samenleving bezorgdheid op. De kasreserve is immers het geld van het volk. Volgens Frangie is het resterend deel van de valutakasreserve, de US$ 330 miljoen, reeds geringfenced bij de Raymond James Bank in Amerika. Dat betekent dat dit geld geheel veilig is; het ringfencingsplan voor het bedrag van US$ 330 miljoen is ondertekend door alle partijen en is al uitgevoerd.
KSR