TOESPRAAK REGERINGSLEIDER CDT. D.D.BOUTERSE
TER GELEGENHEID VAN DE OFFICIELE SLUITING
VAN HET NATIONAAL CONGRES “CRISIS IN PERSPECTIEF”
TORARICA, PARAMARIBO , 7 MAART 1987
NATIONALE EENHEID
“ De krisis van vandaag heeft alles te maken met ons gedrag van gisteren.
Maar het is deze zelfde krisis die ervoor gezorgd heeft dat wij in de afgelopen
dagen met elkaar van gedachten hebben gewisseld .En ik kan U zeggen
dat de voorstellen voor de oplossing van onze problemen veel minder uiteenlopen dan verwacht zou worden,want hoewel we elkaar FEL HEBBEN BEKRITISEERD
zijn wij volgens mij heel wat dichter bij elkaar gekomen, zoals de Voorzitter het zei.
We zijn het zelfs over een aantal CRUCIALE ZAKEN eens geworden.
Bijvoorbeeld zijn wij het erover eens dat CONSISTENTHEID VAN BELEID absoluut noodzakelijk is voor een effectief beleid. Wij zijn het er ook over eens dat elk beleid een GEZAMENLIJKE inspanning moet zijn van overheid, bedrijfsleven en vakbeweging.Wij zijn het erover eens dat zonder een sociaal akkoord dat gedragen wordt door de drie bovengenoemde partners,oplossingen zeer, zeer bemoeilijkt worden en we zijn het erover eens dat PRODUKTIEVERHOGING en EXPORTBEVORDERING de antwoorden zijn om uit deze problemen te geraken.
We zijn het erover eens dat er offers gebracht zullen moeten worden door alle groepen en we zijn het erover eens dat allen in het land aanwezige DESKUNDIGHEID gebundeld dient te worden ter oplossing van onze problemen. Dames en heren ,dit is wat wij bedoelen met NATIONALE EENHEID.
Een EENHEID die ontstaat vanuit vanuit een rationele benadering.
Uit het Nationaal Congres blijkt dat: de vraagstukken van vandaag niet alleen
voortvloeien uit onze koloniale geschedenis maar zijn VERERGERD door NALATIGHEID, aarzeling,twijfel en soms VERZUIM AAN VERANTWOORDELIJKHEID.
Er is zelfs gesproken van FALEN VAN DE BELEIDSMAKERS.
Middels organisatie,reorganisatie van het bestuurlijk apparaat en de verhoging van de efficiëntie en het saneren van disfunctioneel en contraproduktieve armen en
afdelingen van de Staat, kunnen wij reeds een belangrijke bijdrage leveren aan de oplossing van het begrotingsvraagstuk.
Nu meer dan ooit weten wij dat dat wij onze inkomsten moeten gebruiken voor BEHEERBARE PRODUKTIEVE EKONOMISCHE PROJEKTEN, om onze EXPORT te vergroten en derhalve DEVIEZEN te genereren.
Wij hebben daarin gefaald door ons geld niet te investeren in door ons beheersbare produktieve ekonomische aktiviteiten. Integendeel het geld is voor een belangrijk deel gebruikt in de consumptieve sfeer en in die periode is een groot deel van ons eigen produktie apparaat achteruit gegaan.
RIJST,HOUT,GARNALEN ,BACOVEN.
Voor wat betreft de sektoren rijst,hout,garnalen en bacoven is de Surinaamse invloed relatief vrij groot. Voor deze sektoren zullen wij hoe dan ook de nodige
deviezen vrij moeten maken om de noodzakelijke INVESTERINGEN te plegen die het deze sektoren mogelijk moet maken om hun EXPORTVOLUME te vergroten.
Wij zullen bovendien die technologische verbeteringen en vernieuwingen die noodzakelijk zijn voor de verhoging van de kwaliteit en daarmede van de opbrengsten, moeten plegen.
In de wereld van vandaag is produktie zonder de daarbij behorende RESEARCH en DEVELOPMENT niet verantwoord, want zonder deze voortdurende verbetering van onze technologie en know -how kan de toekomst van deze sektoren zowel voor wat betreft de afzet als voor wat betreft de arbeidsplaatsen niet volgehouden worden. De sleutel hierbij is verhoging van de toegevoegde waarde door INDUSTRIALISATIE EN KOSTPRIJSVERLAGING.
VERTROUWEN IN EIGEN KUNNEN.
Ons streven zal moeten zijn om de grootst mogelijke NATIONALE EENHEID en SAAMHORIGHEID te bevorderen in een democratisch bestel waarin iedereen de ruimte krijgt tot zelfontplooiing.
Wij moeten niet steeds weer zoeken naar goedkope LAPMIDDELEN om het volk tijdelijk zoet te houden en tevreden te stellen, maar de BASIS LEGGEN VOOR EEN EVENWICHTIGE STABIELE TOEKOMST. Dit kan allen maar wanneer wij een intens groot vertrouwen hebben in ons eigen kunnen en mogelijkheden en een groot geloof en lotsverbondenheid met dit volk hebben….”
Aldus D.D.Bouterse in zijn gehouden toespraak op 7 maart 1987
LEENDERT DOERGA