Het echtpaar Jh. zou op vrijdag 6 juli 2012 naar Nederland vertrekken. Op de luchthaven werd zij op verdenking van overtreding van de Wet verdovende middelen door het BID-team aangehouden. Op basis van een ter plaatse ingesteld onderzoek werd besloten hen achter te houden op Zanderij. Nadat de vlucht was vertrokken, werd het echtpaar overgebracht naar het politiebureau Nieuwe Haven. Het ingestelde onderzoek, welke de volgende morgen werd voortgezet, leverde geen positieve resultaten op, waardoor het echtpaar uiteindelijk naar huis mocht. Dit was dus op zaterdag 7 juli. Daar de agenten het vermoeden hadden dat er bolletjes geslikt waren, moesten de twee verdachten noodgedwongen een laxeermiddel innemen, welke bovendien door een zoon van de verdachten was meegenomen. Omstreeks half twaalf werd de zoon wederom gebeld om zijn ouders na een half uur op te halen van het bureau. Zulks is ook geschied.
Aangezien de vlucht reeds vertrokken was en de twee passagiers een ticket hadden om naar Nederland te reizen, deelde de heer B., een verantwoordelijk lid van het BID-team, hen mede dat zij zich verder moesten verstaan met hun reisagent. Volgens B. zouden bij vertrek geen kosten erbij komen. Hij verzekerde de zoon dat er voor zulke gevallen afspraken lopen met de reisagenten. Zij kregen een verklaring van het BID-team mee, bestemd voor het reisbureau. Het BID-team had naar eigen zeggen de informatie gekregen via een tipgever dat deze twee passagiers verboden spullen bij zich hadden. Op grond hiervan werd dus het onderzoek ingesteld. De twee passagiers hebben uiteindelijk een andere datum moeten plannen met hun reisbureau. De verklaring van het BID-team werd door de reisagent als een vodje opzij geschoven.
Er moest cash bijbetaald worden, anders kon je niet vliegen; de reisagenten weten niets van een overeenkomst of een afspraak voor zulke gevallen. De zoon heeft toch wel het gevoel dat de agent hem en zijn ouders gewoon in de maling heeft genomen. De twee passagiers hebben tot nu toe alle kosten zelf betaald. De zoon is opnieuw naar het hoofd van het BID-team geweest om genoegdoening te krijgen. Hij is toen terug verwezen naar de SLM. Ook daar kregen de passagiers te horen dat zij geen afspraken hebben om de kosten te vergoeden. Nu zit het echtpaar met de gebakken peren. Zij hebben een hele avond en nog de volgende dag op het bureau moeten doorbrengen op een bank. Bovendien hebben zij materiële en immateriële schade geleden. De benadeelden in deze vragen schadevergoeding.
Dagblad Suriname nam hierover contact op met de afdeling Voorlichting van de politie. Inspecteur Humphrey Naarden zegt dat er wel een overeenkomst hierover bestaat , maar dan niet met de reisagenten, maar wel met de luchtvaartmaatschappijen. In het geval van het echtpaar Jh. zouden zij alsnog contact kunnen opnemen met de desbetreffende luchtvaartmaatschappij om hun kosten terugbetaald te krijgen. Wat wel vaststaat, is dat de politie een verkeerde inschatting heeft gemaakt bij de aanhouding en dat er naderhand niet de nodige begeleiding is gegeven aan het gedupeerde echtpaar om hun reis te vervolgen.