De verkiezingen zijn op 02 maart in Guyana gehouden. Het ouderwetse systeem van stemmen tellen, maakt dat de stemmen heel traag worden geteld. Het gevolg is dat de resultaten nog niet bekend zijn. De voorlopige resultaten wijzen wel uit dat de heersende coalitie een lichte voorsprong heeft op de oppositie en de rest van de partijen. Centraal punt van belangstelling is geweest de olie die is gevonden en de zeer royale tijden voor de bevolking van Guyana, zoals wordt beweerd. De middelen die binnenkomen, zullen zo omvangrijk zijn dat de coalitie heeft beloofd dat ze een deel van de inkomsten gewoon zal verdelen onder de burgers. Op de Guyanese banken zullen dan alle Guyanezen een spaarrekening openen en zullen ze misschien rente opstrijken voor de duizenden USD die ze per persoon zullen ontvangen. De banken zullen de beschikking krijgen over de dollars die ze dan, met toestemming van de rekeninghouders (en dat is inherent aan het sparen op een bank), zullen uitzetten en investeren en geld ermee verdienen. De oppositie kon niet achterblijven en heeft een meer realistische belofte gedaan van ‘conditional cash transfers’. De oppositie heeft dus beloofd dat ze, eenmaal aan de macht, voor huishoudens die daartoe de behoefte hebben en een verzoek doen, met cash zullen bijdragen aan de huishouding. Zodoende zal gezondheidszorg toch bereikbaar blijven voor deze groep, kan men genoeg en gezond eten en kunnen de kinderen langer naar school blijven gaan. Ook kunnen ouderen die behoeftig zijn een beroep doen op de conditional cash transfers. Dus zowel de coalitie als de oppositie hebben naar aanloop van de verkiezingen in Guyana beloofd dat ze een deel van de oliedollars zullen verdelen onder de bevolking. Het verschil zit wel hierin dat de oppositie dat beperkt wil doen (alleen voor behoeftigen) en de coalitie alle burgers (rijk en arm, oud en jong) wil bedenken. Het aanbod van de coalitie is aantrekkelijker voor de bevolking, maar meer spelers maken de spoeling dun. Als de spoeling niet dun is, dan zal dat ertoe leiden dat het geld wordt ‘gebost’ en dat weinig overblijft voor reserves, welvaartsfondsen, besparingen en investeringen in duurzame sectoren. Het risico is ook dat na de verkiezingen het verdeelprogramma wordt gerationaliseerd; de kiezer zal dit wel ervaren als kiezersbedrog. Het aanbod van de oppositie is minder aantrekkelijk, maar realistischer in de uitvoering. Het voordeel van dit model is dat men eventueel de uitkeringen kan opschroeven en dat men ook in de breedte meer mensen in het systeem kan betrekken. We zien in Suriname ook dat één partij (VHP) eindelijk een werkloosheidsuitkering heeft beloofd als ze de verkiezingen wint. Een werkloosheidsuitkering hebben we eens in de koloniale tijd gehad, in de tijd van werkverschaffing. De werkloosheidsuitkering werd afgeschaft, maar in de plaats kwam de werkverschaffing bij lanti. Er is geen werk, maar mensen worden in dienst genomen, zodat ze aan het eind van de maand een salaris hebben, als tegenprestatie van zogenaamd werken. Dit systeem bestaat nog steeds, maar de overheid is een waterhoofd geworden. De facto is het ongelimiteerd in dienst nemen van ambtenaren een verkapte vorm van een werkloosheidsuitkering, maar het is niet duurzaam. De VHP heeft nu beloofd een werkloosheidsuitkering (ze noemen het een overgangsuitkering) voor alleen jongeren. De voorwaarde is dan wel dat de jongeren bereid moeten zijn om instructies van het uitkerende orgaan op te volgen. Een van de voorwaarden is dat men zich moet onderwerpen aan trainingen en opleidingen, die van staatswege zullen worden verzorgd. En het is niet gezegd, maar logischerwijs zal men dan na het verkrijgen van een diploma verplicht worden om te solliciteren en serieus daarna zich in te spannen om aan een baan te komen. Degenen die een diploma hebben, zullen ook hun best moeten doen om aan een baan te komen. Dat moet men ook aantonen. Indien men aangeboden werk niet aanneemt of niet zijn best doet om aan een baan te komen, dan zal de uitkering ophouden. Indien men ondanks diploma’s en inspanningen toch niet aan een baan komt, moet de uitkering worden betaald totdat de maximumleeftijd wordt bereikt. De maximumleeftijd zal waarschijnlijk liggen ergens tussen het 20ste en het 30ste levensjaar. De vraag zal dan wel rijzen waarom de werklozen boven de 30 jaar niet in aanmerking komen voor een uitkering. De huidige regering heeft ook het plan van een conditional cash transfer geopperd, maar toen sloeg de crisis toe en werd het plan in de ijskast gestopt. Een conditional cash transfer programma is noodzakelijk in Suriname, alleen is dan de vraag hoe het moet worden gefinancierd. Is zo een systeem überhaupt te financieren? Onder de huidige omstandigheden (van ongebreidelde uitgaven) is dat niet mogelijk. Onder een ander regiem is het wel uitvoerbaar, wel onder strenge voorwaarden die erop gericht moeten zijn om kansrijke burgers te maken en uiteindelijk uit het systeem te groeien (en niet voor altijd erin te blijven). Het is dan wel uitvoerbaar als fraudeurs worden gedetecteerd en bestraft. We hebben inkomsten nu, maar de uitgaven zijn niet daarop afgestemd. Plus heeft Suriname een heleboel schulden gemaakt en moeten de grote aflossingen en de rentes nog komen. Maar we weten van de (Nieuw) Front-regeringen dat er bijna elk jaar begrotingstekorten waren, maar aan het eind van het jaar bleek steeds dat een overschot was gerealiseerd. De overheid had elk jaar besparingen, leningen waren heel laag. Suriname behoorde tot de least indebted countries (landen met de minste schulden) in de regio. Nu hebben we het spiegelbeeld daarvan, zijn we geworden tot een van de ‘most indebted countries’ in de regio. De komende regering zal wel het effect op het bbp voelen als de investeringen in de petroleumsector zullen plaatsvinden. Als we het patroon van Guyana volgen, dan zullen we een veel hogere economische groei ervaren, jaren achter elkaar, totdat de olie uit de zeebodem wordt gepompt. Alleen zullen de aflossingen een neerwaartse druk uitoefenen op de groei. Dan zullen ook wij een economische groei in ‘double digits’ (meer dan 50% misschien) ervaren. Het uitvoeren van een werkloosheidsuitkering wordt dan realistischer om uit te voeren. Maar dat komt dan na de verkiezingen in 2025. Er zal een gierigheid zijn om de geneugten van de oliedollars te ervaren bij de politici. Vervroegde verkiezingen in de periode 2020-2025 zijn daarom niet uitgesloten.