De rijstmagnaat Shyam Guptar belegde gisteren een persconferentie om zijn goede naam te zuiveren. Hij vindt dat hij enorm is gecriminaliseerd. Middels de conferentie tracht hij de twijfels die men over hem heeft, weg te werken. Hij ging in op de integrale vrijspraak in het strafrechtelijk onderzoek naar vermeende drugssmokkel. In een reeks van drie grootscheepse strafrechtelijke onderzoeken van zowel de Nederlandse als de Surinaamse Staat is steeds onomstotelijk vast komen te staan dat er geen strafrechtelijke vervolging plaats kan vinden. Inmiddels zijn het imago en de goede naam van de ondernemer Guptar zwaar geschaad door de (inter)nationale berichtgeving rondom de diverse zaken.
Guptar zegt dat hij wil herstarten met zijn bedrijven. Echter is het Openbaar Ministerie (OM) het niet eens met de uitspraak van de rechter en heeft hoger beroep aangetekend. Dit kan weer negatieve gevolgen teweeg brengen bij de herstart van zijn bedrijven. Met het aantekenen van het hoger beroep heeft het OM hem weer in een situatie gemanoeuvreerd, waar hij geen zaken kan doen. De rijstmagnaat geeft aan dat hij zijn recht nationaal alsook internationaal zal zoeken, zodat het voor eens en voor altijd is gedaan met de beschuldigingen en de smet op zijn goede naam.
Guptar is op de persconferentie persoonlijk ingegaan op de opeenvolgende strafzaken en de wijze van aanpak. De rijstmagnaat werd in september 1993 in Nederland gearresteerd op verdenking van lidmaatschap bij een criminele organisatie, financiering van drugshandel, money laundering en valsheid in geschrifte. Op 28 november 1992 werd hij integraal vrijgesproken in Nederland voor de ten laste gelegde feiten. Het Openbaar Ministerie tekende toen hoger beroep aan. Op 11 april 1995 werd hij door het hof wederom vrijgesproken. Het Openbaar Ministerie (OM) was het wederom niet eens met de uitspraak van het hof en tekende cassatie aan, hetgeen zeer ongebruikelijk was.
In 1996/1997 werd er in samenwerking tussen de Nederlandse en Surinaamse justitionele autoriteiten de operatie “Copa Team” in het leven geroepen om financieel strafrechtelijke zaken te onderzoeken. Met name bankkluizen van vooraanstaande politici en industriëlen in Nederland en de Antillen werden doorzocht. Guptar werd verdacht van financiële malversaties en zijn vermogen werd wereldwijd tegen het licht gehouden. De financiële structuur werd uitgeplozen en op zijn bankrekeningen werd beslag gelegd. De bevinding van het onderzoek was dat er geen aanleiding was voor een financieel strafrechtelijke vervolging. Aan hem werd enkel een boete van Nf 50.000 opgelegd vanwege zijn fiscale administratie. Pas in januari 2005 werd hij simultaan met 9 medeverdachten op basis van het rechtshulpverzoek gearresteerd. Op 7 maart 2006 werd hij in voorlopige vrijheid gesteld door Nederland. In april 2008 werd de zaak geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. Het dossier wordt overgedragen aan de Surinaamse autoriteiten die een eigen strafzaak zijn begonnen.
Het OM in Nederland kwam met een voorstel, dat indien Guptar zijn claim bij de Nederlandse Staat zou intrekken, de cassatie ook zou worden ingetrokken. De rijstmagnaat weigerde in te gaan op het voorstel. Het OM heeft een week voor de behandeling de cassatie ingetrokken. Guptar werd op 20 juli 2012 integraal vrijgesproken voor drugssmokkel, zoals dit aan hem in het Derde Kanton ten laste was gelegd.