Schulden

Hoe deden onze voorouders het? Onze voorouders werkten, spaarden, gingen zuinig met hun geld om en als ze een groot bedrag nodig hadden, gingen ze in een kasmonie. Kortom ze maakten liever geen schulden.
De laatste tijd horen we steeds vaker het woord schulden vallen in verband met zowel particulieren als de staat. Niemand houdt van schulden. Iedereen wil kunnen uitkomen met zijn of haar inkomen. Soms lukt het wel maar soms niet. Er zijn verschillende redenen waardoor mensen in de schulden kunnen komen:
– Er komt plots een verandering in je uitgavenpatroon bijvoorbeeld, je wordt werkloos, krijgt kinderen, wordt ziek enz. De aanpassing aan deze nieuwe situatie is soms moeilijk of niet snel te realiseren en daardoor ontstaan schulden.
– Overbesteding: Je hebt voldoende inkomsten maar je geeft meer geld uit dan je te besteden hebt. Je hebt een gat in de hand.
– Overleving: Als je maandelijkse inkomsten lager zijn dan het bedrag van je vaste uitgaven zoals huisvesting, energie en water, blijft er geen geld meer over voor je basisbehoeften zoals voedsel en kleding. Om te kunnen (over)leven moet je geld lenen. Dit zijn de omstandigheden waaronder velen op dit moment in Suriname moeten leven.
Schulden maken is tegenwoordig geen doodzonde meer. Integendeel stimuleren banken mensen om te lenen. En soms lijkt een lening een goede oplossing om je schulden te kunnen opvangen, maar vaak maakt dit het probleem juist groter. Je zou kunnen zeggen dat een huishouden officieel financiële problemen heeft als het niet alle rekeningen meer kan betalen en je het gevoel hebt dat je de situatie niet meer zelf kan oplossen.
Toen iedereen nog met contant geld betaalde was het uitgavenpatroon langzamer maar overzichtelijk. Ik kan me nog de tijd herinneren dat ik één keer per week geld van de bank ging lichten om daar een week van te leven.
Toen kwam de periode dat geld lenen gemakkelijker werd en de mensen gestimuleerd werden om met creditcards te betalen. Er werd flink reclame gemaakt voor deze manier van leven. In deze reclames sprong en springt een woord er steevast uit en dat is het woord gemak of gemakkelijk. Ja het is gemakkelijk om geld te lenen en online spullen te kopen en te betalen maar net zo gemakkelijk is het om hierdoor diep in de schulden te geraken. Vooral de jeugd werd gestimuleerd om al op jonge leeftijd een eigen bankrekening te hebben en kwam hierdoor zwaar in de problemen. Nederland kan het zich permitteren om aan deze mensen hulp te bieden en ze te begeleiden in deze persoonlijke schulden crisis.
Dit gedrag is overgewaaid naar Suriname. Winkels en banken stimuleren mensen d.m.v. reclames om steeds meer geld te lenen en op afbetaling of online te kopen. Feit is dat we niet kunnen stilstaan, we moeten meegaan met al deze veranderingen, maar we kunnen wel leren van de fouten van anderen en proberen om niet verstrikt te raken in een schuldenstrop. Suriname heeft het geld niet om bureaus op te zetten om mensen met schulden te begeleiden. Je zult helemaal zelf uit dit moeras moeten klimmen of verzuipen. Dus joe betre dringi dresie dan waktie siekie. En als je er al midden in zit, is het van cruciaal belang om een plan te hebben om tot een schuldenvrij leven te komen. Dit plan is zeer persoonlijk en voor iedereen dus weer anders. Voor de ene persoon betekent dit bezuinigen op bepaalde kosten en voor de ander betekent het zorgen voor meer inkomsten of een combinatie van beide.
Niet alleen mensen maar ook landen moeten hun financiële huishouden op orde hebben. Net als in een gewoon huishouden moet ook een land bekijken wat zijn inkomsten zijn en hoeveel er verantwoord uitgegeven mag worden. Je hoeft geen econoom te zijn om te begrijpen dat je niet meer kan uitgeven dan er binnenkomt. Een individu draagt de verantwoordelijkheid voor zich zelf maar een land is verantwoordelijk voor een heel volk en kan het zich dus niet permitteren om op de pof te leven.
Een staatsschuld kan ontstaan door een opeenstapeling van tekorten, omdat er, jaar na jaar, meer wordt uitgegeven dan er inkomsten zijn. Wanneer een overheid in een jaar dus meer geld uitgeeft dan er binnenkomt, wordt dit het begrotingstekort genoemd. Bij de uitgaven in dat jaar zijn dan de aflossingen van de staatsleningen meegerekend. Als er geleend moet worden om bestaande leningen af te lossen, zoals bij een begrotingstekort het geval is, loopt de staatsschuld op. Dan is er ook nog het begrip financieringstekort. Dit begrip geeft aan in hoeverre de staatsschuld toeneemt of afneemt. Men kan de staatsschuld terugdringen door te bezuinigen, dus de uitgaven te verminderen, of de inkomsten (belastingen) te verhogen. Dit is een door de politiek bepaalde keuze. Een rol speelt ook het tekort of het overschot op de betalingsbalans. In een open economie,( een land met veel buitenlandse handel) kan er geld naar het buitenland wegvloeien door meer te importeren dan te exporteren, waardoor de schulden toenemen. Omgekeerd kan geld vanuit het buitenland toevloeien waardoor de schulden afnemen. Exportbaten komen in eerste instantie terecht bij de winsten van bedrijven, de privé-inkomens of de privévermogens. De belasting die de staat hierover heft, komt wel de staat ten goede. Een overschot op de betalingsbalans genereert dus, indirect, ook inkomsten voor de staat. In Nederland bijvoorbeeld, vloeien er al decennia grote hoeveelheden geld naar de staat toe uit de buitenlandse opbrengst van aardgas.
Een staat kan een staatsschuld scheppen door geld te lenen bij particulieren, bedrijven, organisaties en andere staten. Dit gebeurt meestal door de uitgifte van staatsobligaties. In Nederland leende de staat tot 1995 vooral bij pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen; nadien vrijwel altijd via obligaties.
Ook kan een staat lenen van de eigen Centrale bank. Boekhoud technisch wordt ook dit als een schuld van de staat aan de centrale bank beschouwd, maar wat feitelijk gebeurt is dat de staat de centrale bank aanzet tot geldschepping (vergroting van de voorraad geld). De behandeling van dit geld als schuld dient ter beheersing van de hoeveelheid geld die de overheid zo kan laten scheppen. Ongebreidelde of ongelimiteerde geldschepping kan leiden tot hoge inflatie (waardevermindering van het geld), dat wil zeggen een sterke toename van het algemene prijspeil. In hoeverre dit middel gebruikt kan worden is afhankelijk van de positie van de centrale bank t.o.v. de staat. Men kan de staatsschuld zien als het uitstellen van belastingbetaling tot een latere datum (of naar volgende generaties, die in eerste instantie niets met die schuld te maken hebben), want uiteindelijk kan de staat het grootste deel van zijn uitgaven alleen dekken door het heffen van belastingen. De centrale bank heeft het mandaat om te zorgen voor prijsstabiliteit. Daartoe voert zij monetair beleid, waarmee het geldscheppend vermogen van banken wordt beheerst. Dit gebeurt door het sturen van de prijs van geld en krediet: de rente. Wanneer de prijsstabiliteit in het geding dreigt te komen zal de centrale bank de rente aanpassen, wat vervolgens de vraag naar geld en krediet zal stimuleren of juist afremmen. Als de rente hoog is, zullen immers minder mensen willen lenen. Bij een lage rente neemt de vraag naar leningen juist toe.
Teneinde een grote staatsschuld te voorkomen kan een land een extra maatregel introduceren, een wettelijk schuldplafond. Bij het bereiken van het maximum worden alle niet-essentiële overheidsactiviteiten gestopt.
De staat gaat ook verplichtingen aan met betrekking tot internationale financiële instanties zoals bijvoorbeeld het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Indien deze instantie om het geld vraagt, is de staat verplicht deze gelden over te maken. Deze garanties worden nog niet gerekend tot de staatsschuld, maar als er eenmaal beroep op wordt gedaan wel.
Er zijn niet alleen staatschulden maar ook staatsbezittingen. Een eventueel begrotingsoverschot kan altijd gebruikt worden om schulden af te lossen. Dit heeft Suriname jammer genoeg nog niet mogen ervaren. We zitten tot over onze nek in de schulden en proberen controle te krijgen over de staatsfinanciën.
Dus zowel particulieren als de staat kunnen terecht komen in een situatie waar de schuldenstrop steeds strakker om hun hals wordt getrokken. Je kop in het zand steken of blijven ontkennen, zal je niet helpen. Je zal in eerste instantie eerst moeten toegeven dat je een groot schulden probleem hebt en er dan iets aan moeten doen om eruit te komen. Voor zowel de particulier als de staat is de mogelijke oplossing om een duidelijk en realistisch plan op te stellen en zich er vooral strikt aan te houden.
Enkele tips:
– Probeer zo min mogelijk te lenen, dus leef niet op de pof. Bedenk dat als je het geld nu niet hebt, je het waarschijnlijk volgend jaar ook niet zal hebben.
– Spaar geen schulden op. Hoe langer je wacht met betalen, hoe meer het zal kosten. (rente) en speel nooit voor struisvogel.
– Je belangrijkste leefregel moet zijn, geef nooit meer uit dan je hebt.
Tenslotte: Suriname wordt bevolkt door verschillende rassen en elk heeft zijn eigen god given talent dat hij kan inzetten om ons geliefde land op te bouwen. Laten we een zijn in verscheidenheid en onze krachten bundelen om van Suriname weer een stabiel en schuldenvrij land te maken.
“We may have all come on different ships, but we are in the same boat now.”

Josta Vaseur

error: Kopiëren mag niet!