Albert Ramdin houdt Suriname een spiegel voor

‘Wij moeten kijken naar onszelf als Surinamer. Het heeft zichzelf een spiegel voorgehouden over hoe wij zijn na 42 jaar onafhankelijkheid. Wij noemen onszelf Surinamer. Wij moeten ons afvragen wat dat inhoudt. Wij hebben kansen gekregen. Wij hebben vele kansen laten liggen. Wij hebben kansen gecreëerd, maar wij hebben niet het optimale eruit gehaald’, aldus Albert Ramdin, die bij Schrijversgroep ’77 inging op de in boekvorm uitgegeven Trefossalezing 2018, met als thema: ‘Wi mu seti kondere bun, ma wi mu seti a denki fosi’.
Suriname niet duurzaam
Volgens Ramdin heeft Suriname in zekere zin gefaald. Het land werd politiek onafhankelijk, maar niet duurzaam onafhankelijk. Daar moet lering uit getrokken worden en aan de toekomst gewerkt worden. ‘Als Suriname een bedrijf was geweest, zou je het moeten opdoeken om opnieuw te beginnen. Met een land kan je dat niet doen. Dus er moet een nieuw denken zijn over hoe wij met elkaar, met de ontwikkelingsbronnen die wij hebben, ons land tot ontwikkeling kunnen brengen.’
Teleurgesteld
Ramdin: ‘Ik ben teleurgesteld. Wij zijn niet in staat geweest om het volk een inkomen te verschaffen. Het moet mogelijk zijn om een land met nauwelijks 150.000 huishoudens, die werken en 600.000 mensen vertegenwoordigen, een inkomen te verschaffen. Wij moeten gezamenlijk in staat zijn om met de hulpbronnen die wij hebben en de conflicten die wij niet hebben, zoals andere landen die wel hebben (kijk maar naar Venezuela), een stukje ontwikkeling te brengen in Suriname’.
HD