In uw dagblad d.d. 27 november 2018 beschuldigt U in de kop van een artikel ons bondslid en voormalig ondervoorzitter van de Bond van Leraren bij het Technisch Onderwijs (BLTO) W. Premchand, heel duidelijk als de veroorzaker van rancune. Als waarnemend directeur van LBO – Nickerie somt uw redactie een groot aantal onregelmatigheden die door hem gepleegd zouden zijn op. Deze strafrechterlijke en tuchtrechterlijke vervolgbare feiten worden door een zekere leerkracht B. volgens uw dagblad benadrukt.
Wij geven u het volgende mee:
1. Vanwege de langdurige beschuldigingen van leerkracht B. en 2 anderen had het MINOWC besloten de inspectie VOJ te verzoeken een onderzoek te plegen op de werklocatie.
2. Na grondig onderzoek gepleegd door de inspectie d.d. 18 en 19 juli 2018 kwamen zij echter tot de conclusie dat er geen sprake is van gepleegde onregelmatigheden door de heer Premchand. Slechtst een bedrag van srd. 35 stond verkeerd genoteerd in de boeken.
3. Een aanvullend onderzoek in opdracht van het Minowc gepleegd door het Bureau Interne Controle (B.I C.) heeft ook reeds plaatsgevonden en de algehele financiële administratie is door hen goedgekeurd.
4. Aan de wnd. directeur is door de inspectie gevraagd als hij nog zou willen doorwerken met hen die hem geruime tijd hebben willen uitmaken voor een pleger van grove onregelmatigheden.
5. De dhr. Premchand stelde dat hij dat wel zou willen doen echter rekent hij wel op de discipline van de betrokkenen die in meerdere gevallen door hem op de vingers getikt zijn geworden i.v.m. plichtsverzuim.
6. Ook aan de heer B. e.a. werd door de inspectie gevraagd of zij na het gepleegde onderzoek met de heer Premchand door zouden willen werken.
7. Op deze vraag werd aan de inspectie duidelijk nee gezegd.
8. De bevindingen werden doorgespeeld aan de leiding van het MINOWC en die besloot om de wnd. directeur te handhaven (omdat hij niet schuldig was bevonden) en de twee leerkrachten helaas te moeten muteren daar zij zelf hadden aangegeven niet meer op de LBO Nickerie onder de huidige leiding te willen werken. (Kan dus nooit rancune geweest zijn)
Voor de verificatie op de juistheid (hoor en wederhoor) van dit schrijven gericht aan u, verwijzen wij u naar de inspectie VOJ, het B.I.C en de leiding van het MINOWC.
Geachte redactie, de wijze hoe u heeft meegewerkt om de naam van onze ex-ondervoorzitter te bejegenen vinden wij heel triest. Voor hem en zijn gezin zijn de gevolgen zeer ernstig. (zij worden door de buitenwereld uitgemaakt als te zijn oneerlijke mensen) . U had liever de gelegenheid aangegrepen om middels het model van hoor en wederhoor een correct artikel te schrijven.
Het bestuur van de BLTO: R. Bilkerdijk (voorzitter)