Het bestuur van Institute for Graduate Studies and Research (IGSR) blijkt in een zeer kwaad daglicht zijn komen te staan. Dit in het bijzonder omdat het bestuur, volgens welingelichte bronnen, mogelijk de hand boven het hoofd houdt van de twee onderdirecteuren. Die komen nogal gehavend uit het management- en tevredenheidsonderzoek (MTO) en een consultanttrapport. Het bestuur richt de aandacht nu op mogelijke financiële malversaties binnen het instituut. Echter, het IGSR is het enige deel van de universiteit dat elk jaar jaarverslagen produceert en accountantscontroles laat doen.
Bestuur en onderdirecteuren
Uit het MTO is gebleken dat geen van de onderdirecteuren van het instituut voldoet aan het volledig profiel van hun functie. Ook zouden ze hun plichten verzaken. “Kenmerken in hun profiel zoals discipline, schriftelijk rapportagevaardigheden, kritisch analytisch monitoren evaluatievermogen, positieve attitude, goede communicatieve en intermenselijke vaardigheden, beheersen van timemanagement, doelgericht en probleemoplossend werken en flexibiliteit en verdraagzaamheid welke noodzakelijk zijn onder de huidige veranderende omstandigheden voor het toepassen van transitiemanagement, zijn niet voldoende ontwikkeld. Uiteraard zijn we mensen onder elkaar en moeten we uit gemaakte fouten leren, maar het daarbij vertonen van een halsstarrige eigenpersoonsgerichte attitude is niet aanvaardbaar”, staat in het vertrouwelijk document waar Dagblad Suriname de hand op heeft kunnen leggen.
De aangetrokken consultant was in 2015 ook belast met het tevredenheidsonderzoek, waarbij geadviseerd was dit jaarlijks te doen. Hoewel dit niet is gebeurd, heeft hij uit persoonlijke gesprekken kunnen ervaren dat de zo goed gecreëerde en heersende wetenschappelijke en studentvriendelijke atmosfeer door het optreden van betrokkenen demotiverend is en aan het verzieken. “Deze situatie kan ertoe leiden dat enkele goede hardwerkende medewerkers, eigenlijk de drivers, het instituut met bloedend hart zullen verlaten zodra ze de mogelijkheid daartoe krijgen”, schrijft de consultant. Kortom werd aanbevolen dat er op korte termijn wordt ingegrepen, voordat de zaak verder escaleert (wat nu wel het geval blijkt te zijn).
Voor de goede orde van zaken was de ondersteuning van de IGSR-directeur door het IGSR-bestuur noodzakelijk, zodat zijn oplossingsgerichte voorstellen in deze worden gehonoreerd.
Dit bestuur blijkt klaarblijkelijk juist de directeur van het instituut niet te lusten.
Het feit dat het bestuur een rapportcijfer van 2.9 heeft behaald kan ook niet onder stoelen en banken gestoken worden. De familieverwantschap, die er bestaat tussen de onderdirecteur Onderwijs en de voorzitter van het IGSR-bestuur, naast de bijzonder lage scoor van de onderdirecteur (rapportcijfer 3.7) liggen ten grondslag aan de interne ontevredenheid. Binnen de universiteitsgemeenschap is er een roep naar het bedanken van het huidig bestuur en het instellen van een interim bestuur. Deze roep wordt steeds luider.
Fundament van het problemen
Het fundament voor de huidige problemen blijkt echter, volgens critici, te liggen bij het bestuur van de universiteit. Het bestuur zou een aantal structurele en beleidsmatige fouten hebben gemaakt.
Het universiteitsbestuur heeft het voorzitterschap van de PhD Board en de PhD School. Er zijn vertegenwoordigers van het universiteitsbestuur in de besturen van het IGSR, het Celos-bestuur etc. Het zijn specialistische instituten, die gerund en bestuurd moeten worden door personen die op het desbetreffende gebied de vereiste expertise bezitten, verder in dat domein ook ruime bestuurlijke c.q. managementervaring hebben en ze zijn ook gepromoveerd. Het gaat om personen die wetenschappelijk inhoudelijk kunnen begrijpen wat er precies binnen een dergelijk expertisecentrum gebeurt en moet gebeuren. Uiteindelijk blijft de roep niet alleen bij het vervangen van het IGSR-bestuur. Het universiteitsbestuur dient zich ook te beraden over de manier waarop hij doorgaat met het leiding geven aan de universiteit.
Kavish Ganesh