De titel van dit stuk is de titel van de Nederlandse vertaling van het boek van Julien Benda: La Trahison des Clercs. Een boek uit 1927, maar nog steeds relevant. De Nederlandse vertaling heeft een heldere, inspirerende inleiding meegekregen. De ideale intellectueel is volgens Benda een onafhankelijk denkend persoon die zich laat leiden door waarheid, rechtvaardigheid en rede. Hij laat zich niet meeslepen door banale politieke driften, staat niet toe dat door blinde hartstocht de rede aan de kant wordt gezet en het kwaad vrij spel krijgt. Die ideale intellectueel is te herkennen aan zijn denken dat tijdloos, belangenvrij en rationeel is. Zijn doen en laten bepaald het lot van een land. Dit is relevant voor Suriname.
In Suriname zijn onderwereld en bovenwereld met elkaar verstrengeld geraakt, te merken aan de grootschalige drugssmokkel, mensenhandel, witwaspraktijken, gesjoemel met vergunningen, goudconcessies en overheidsopdrachten, en politieke rommeligheid. Corruptie is wijdvertakt, vermeende daders worden niet aangepakt. Het kwaad is onopgemerkt komen bovendrijven en intellectuelen, lees: hooggeschoolden en hooggeplaatsten, hebben hieraan meegewerkt. Als vlijtige slippendragers van de macht hebben ze machtsmisbruik ondersteund, verzwegen of niet gecorrigeerd. Normen en fatsoen zijn gemakkelijk opzij gelegd voor enge politieke belangen. Ze hebben verraad gepleegd aan hun roeping om recht en waarheid te dienen.
Als je je situatie nu wilt begrijpen, moet je eerst terugblikken. In de jaren 1980 was Suriname een totalitaire staat waarin straffeloosheid heerste. Helaas is niet goed afgerekend met karakters uit die periode; ze brullen nog steeds. In die jaren was geweld de manier om hun wil op te leggen aan het individu en die barbarij werd ondersteund door slaafse intellectuelen die faalden om de bloeddorstige driften te temmen, met als dieptepunt de zinloze slachting van kritische denkers en onschuldige burgers. Het recht kwam uit de loop van de uzi, zonder enig vorm van proces was de schuldigheid van de slachtoffers voor de machthebbers een uitgemaakte zaak. Het was een bibbertijd vanwege de staatsterreur, ook voor de intellectuelen wier collega’s als gras waren neergemaaid. Het geweld is nu voorbij, maar niet de schaamteloosheid en de egoïstische, hebzuchtige driften. De democratie en de rechtstaat wankelen daarom nog steeds.
De partij die zich ‘nationalistisch’ noemt en zich voordoet als volksbeweging, heeft zodra ze de macht in 2010 in handen kreeg, haar ware gezicht laten zien. Op koortsachtige wijze werd de staatskas leeg gevreten – de inhoud is verdampt – en is ze kampioen gebleken in misbruik van staatsmiddelen. Vers in het geheugen liggen de gretige pogingen tot misbruik van staatsmacht – de amnestiewet (2012), het gebruik van artikel 148 (2016), de installatie van een Nationale Commissie Slachtoffers en Nabestaanden van Politiek Geweld (2017) -, om de Decembermoorden en de verschrikkingen van de Revolutie in de doofpot te duwen. Pogingen die werden ondersteund door intellectuelen. Ze bogen voor de warmte van de charismatische leider en hielpen mee met het smeren van stroop in plaats van recht te doen aan daders en slachtoffers. Van zulke intellectuelen zegt men: ze prostitueren zich voor de macht. In de handen van de machthebber worden ze een instrument om hun goedkeurende handtekening te zetten onder normschendingen en frauduleuze handelingen. Het zijn deze nuttige idioten van een regime, die een bedreiging vormen voor fatsoen en beschaving.
Nemen we deze intellectuelen onder de loep, dan zien we het volgende. Ze laten zich meeslepen door de uitgekookte machtsstrever die zijn diepere bedoelingen verbergt en zich voordoet als vriend. Ze krijgen een feestmaal aangeboden, horen praatjes over vaderlandsliefde. Dan worden ze binnengehaald, in paars gekleed, op een podium gezet, en moeten dan bij wijze van initiatie de billen heen en weer schudden. Ze worden ritueel geslacht en stoppen met vrijdenken. Vervolgens treden ze op als predikers – sommige zijn echt predikant of pastor – en propagandisten van een funest politiek beleid. Ze buigen elke dag voor hun aardse afgod en werken mee aan nieuwe manieren om het volk te verarmen en zichzelf te verrijken.
Fraudes, zelfverrijking, vriendjespolitiek en drugshandel zijn sinds 2010 flink gegroeid. Dit wekt sterk het vermoeden van een grote inhaalslag. Na de eerste verkiezingszege werd direct de staatskas buitgemaakt. En zoals het gaat trekt kwaad meer kwaad aan en wordt het sterker. Vandaar de tweede verpletterende overwinning in 2015. Het was het signaal om met meer kracht de corruptie door te zetten. Het moest eerst financiële chaos en morele wanorde worden, alvorens bij velen de schellen van de ogen vielen: in 2010 en 2015 had men gestemd in het belang van één man. Ook dit spelletje werd ontmaskerd: een kleine kliek werkt niet en wordt rijker, wij werken wel en worden armer. Wat een doordachte aanpak: want eenmaal verarmd en afhankelijk worden tegenstanders vrienden, die uit je hand komen eten.
Hoe dichter bij 2020, hoe meer verraders zullen opstaan. Geprikkeld door geld en buit, zetten ze zichzelf in de uitverkoop. Het wordt een komen en gaan van personen die uit vrije-hebzuchtige wil of op uitnodiging hun ziel aan de hoogste bieder zullen verkopen. De grootste politieke partij houdt zelfs zetels warm in het hoofdbestuur voor overlopers. Voor geld en goederen zullen ze overstappen en hun voormalige vrienden in de rug aanvallen. Oneer? They don’t care! Sommigen willen mooie spulletjes of gewoon een luxere woning, anderen een mooie post, een goed lapje grond en uw belastingcenten. En dat gebeurt allemaal onder het excuus van ‘democratie’, ‘trots’ en ‘nationalisme’, want verraad gaat nooit gepaard zonder dit soort termen. De overloper erkent nooit zijn karakterzwakte, maar komt met neppe abstracties om het verraad goed te praten. Hij buigt en wordt de ideologische ‘birti wenkri’ of ‘birti kerki’ van de machthebber om zijn driften te dienen in plaats van te beteugelen. Integriteit kost inspanning. Wie kiest voor hetzelfde geld liever harder werken dan rustig leven maar ondersteunen van list en bedrog? Geld doet dingen met mensen!
Er is gelukkig tegengif tegen de totale destructie: het tegenwicht van dappere activisten, academici, journalisten, columnisten, publicisten, vrije beroepsbeoefenaren en een rechterlijke macht, die opstaan tegen onrecht en machtsmisbruik. Ze herinneren de onzuivere intellectuelen aan hun taak om recht en waarheid te dienen en niet te buigen voor het kwaad. Zulke critici werden vroeger ‘op de vlucht neergeschoten’ en niet zo lang geleden nog weggezet als “staatsvijanden” ofwel personen die niet van het land houden. De waarheid is voor daders altijd hun grootste vijand en struikelblok.
Benda’s ideale intellectueel houdt gepaste afstand van de rommeligheid van de politiek en heeft een aansturende functie om het schip van staat een fatsoenlijke, beschaafde koers te laten varen. Hij of zij is een kritische buitenstaander. Maar de ideale intellectueel die Benda voor ogen heeft – iemand die helemaal losstaat van het politieke krachtenveld -, is een onbereikbaar ideaal in een moderne democratie. Niemand is vlekkeloos. Kritische denkers zijn ook burgers en hebben ook last van de crisis. Filosoferen op een wolk brengt geen brood op de plank. Intellectuelen gaan ook naar de stembus, ze hebben ook een politieke voorkeur. Toch mag het ideaal van Benda’s intellectueel niet uit het oog verloren raken, de belangenvrije inzet voor het algemeen belang is een fatsoenlijk en beschaafd streven.
Suriname wordt geteisterd en gekweld door corruptie. Er is gewenning opgetreden, de zintuigen hebben een eeltlaag gekregen. Het is een situatie die niet in een keer kan worden opgelost. Herstel moet van boven beginnen, bij de hooggeplaatsten en hoogopgeleiden. Zij kunnen het verval stuiten door een streep te zetten onder omkoping en intimidatie en hun taken weer serieus op te vatten.
Tot slot: het verraad van doctorandus die-of-dat of meester zus-en-zo maakt het mogelijk dat er plots piraten voor de kust van Suriname kunnen opdoemen. Dat zijn geen piraten met papegaaien op hun schouders, maar roofkapitalisten met hektrawlers (drijvende visfabrieken). Is dit nu het voorbeeld van een win-winsituatie of een spel waarbij de een alles wint wat de ander allemaal verliest?
D. Balraadjsing