Overheidssubsidie aan zorginstellingen flink in waarde afgenomen

1Overheidssubsidie aan zorginstellingen flink in waarde afgenomen1Met een aandeel van zes procent in het BBP voor de totale uitgaven aan gezondheid in 2014 komt de uitvoering van de Wet Basiszorgverzekering steeds onder druk te staan, ook door de hoge importcomponent van primaire of eerste lijns-, secundaire of tweedelijns- en topklinische gezondheidszorgdiensten. De tweedelijnszorg vanuit ziekenhuizen gaat gepaard met hoge aanleg, inrichting en operationaliseringskosten, waar een keuze in behandelingsmethoden wordt aangeboden, met een relatief hoge prijs voor medicamenten en de prijs voor de specialistische dienstverlening (bron: concept Jaarplan 2019).
Hoewel het aandeel van de subsidies in 2017 ten opzichte van 2015 met circa 22 procent is gestegen, van circa 68 naar circa 90 procent, valt op te merken dat vanwege de hoge importcomponent van de sector, de subsidies in US$ bedragen in 2017 zijn afgenomen met circa 38 procent ten opzichte van 2015 en met circa 43 procent ten opzichte van 2016.
De overheid heeft aan subsidies in de jaren 2015, 2016 en 2017 in totaal SRD 345 miljoen uitbetaald aan verschillende zorginstellingen. Het grootste deel van 32% (iets meer dan SRD 110 miljoen) ging naar de Stichting Staatsziekenfonds. Het Bureau Dak- en Thuislozen en het Surinaams Rode Kruis, hebben uit de subsidiemiddelen samen maar 2% gehad (ruim SRD 7.7 miljoen). Aan beleidsprogramma’s werd in deze periode in totaal SRD 429 miljoen uitgegeven.
In Amerikaanse Dollars bekeken, ging de subsidie van de overheid van US$ 27.942.388 in 2015 naar US$ 30.040.983 in 2016 en vervolgens naar US$ 17.223.974. Dit vanwege de koersontwikkeling van SRD 3,4 (in 2015), naar SRD 4 (in 2016) en vervolgens SRD 7,6 (in 2017).
In 2019 wenst de overheid volgens haar conceptbegroting ruim SRD 606 miljoen uit te geven aan beleidsprogramma’s, waaronder ook subsidies. Dit is SRD 291 miljoen minder dan het jaar ervoor.
De effectiviteit van de investeringen in de gezondheidszorgsector kan aan de hand van indicatoren worden gemeten, waarmee de gezondheidsstatus van de bevolking eveneens kan worden weergegeven. Het vaccinatiedekkingspercentage tegen de kinderziekten bof, mazelen en rode hond, dat in 2016 met 4 procent steeg van 93 in 2013 naar 97 procent, geeft mede de effectiviteit van het ziektepreventieprogramma aan. Bij de bestrijding van malaria worden de gebieden, waar migranten werken, als transmissiegebieden of malariahaarden aangemerkt. Ten opzichte van 2013 nam het aantal malariagevallen in 2017 toe met 27, van 524 naar 551.
In tegenstelling tot de toename van het aantal sterfgevallen ten gevolge van de overdraagbare aandoening tuberculose (TBC) tussen 2013 en 2017 van 5 naar 11, daalde de TBC-prevalentie in 2017 ten opzichte van 2013 van 141 naar 137. De niet-overdraagbare ziekten (NCD’s) waartoe hart- en vaatziekten, maligniteiten en diabetes behoren, vormen de belangrijkste oorzaak van ziekte en sterfte in Suriname. Het aantal sterfgevallen ten gevolge van hart- en vaatziekten steeg van 861 in 2013 naar 1013 in 2017. Wat kanker betreft, is in dezelfde periode het aantal sterfgevallen gedaald van 456 naar 398. Voor patiënten, die aan de chronische ziekten hypertensie en diabetes mellitus lijden, kan als complicatie nierinsufficiëntie ontstaan met de noodzaak tot het wekelijks tussen de 2 en 4 keren dialyseren. Bij het Nationaal Nierdialyse Centrum (NNC) steeg het aantal chronische patiënten in 2017 ten opzichte van 2013 met 36, van 195 naar 231. Gezondheidsproblemen ten gevolge van ongevallen, geweld en psychische stoornissen vallen ook binnen de categorie niet-overdraagbare aandoeningen. In de periode 2013-2017 daalde het aantal chronische patiënten, dat in het Psychiatrisch Centrum Suriname werd opgevangen en begeleid van 188 naar 157. Ten opzichte van 2013 nam eveneens het aantal sterfgevallen ten gevolge van suïcide in 2017 af. In tegenstelling tot een daling van het zuigelingsterftecijfer tussen 2013 en 2016, van 16 naar 12 zuigelingen per 1000 levendgeborenen, nam het moedersterftecijfer in 2017 toe ten opzichte van 2013, van 130 naar 140 moeders per 100.000 levendgeborenen.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!