Taxichauffeur
De taxichauffeur is het niet eens met de ijsverkoper. Gebroederlijk zitten ze naast elkaar op een bankje, onder een parasol tegen de zon en dan weer de regen. Alleen hun mening verschilt. “Vindt jij dat het goed gaat”, vraagt de taxichauffeur. “Ik vind niet dat het goed gaat”, zegt de man. “Als vader van mijn kinderen wil ik een voorbeeld voor ze zijn, en als dat niet kan, dan gaat het fout. En het gaat al 38 jaar fout.” De taxichauffeur zegt veel verslaafden en zwervers te zien op straat. Dit vindt hij geen goede ontwikkeling. Ook is hij het niet eens met de tarieven voor het aanvragen van een vergunning als iets georganiseerd moet worden. “Je haalt je investering er niet uit, want de koopkracht van de mensen is achteruitgegaan. Moeten de 51 assembleeleden mij als kleine man niet beschermen?”, vraagt de man. De taximan maakt geen onderscheid tussen oppositie en coalitie. “Juist de leden van de coalitie moeten de regering helpen om hun beleid bij te sturen en te zeggen waar het fout gaat. Sori den man pe ay go fout!”
Niet eens
De schaafijsverkoper ziet het helemaal anders. “Kijk hoeveel auto’s rijden, iedereen heeft geld voor benzine en kijk naar de files, het gaat gewoon goed in het land”, zegt hij tot slot.
RB