De heer Krishnanand Poeran (bhai Krish) werd geboren in het district Suriname en groeide op te Livorno. Op 2 oktober 2018 is het precies een jaar dat hij er niet meer is. Hij is de meest bekende en langst musicerende dholak bespeler in Suriname geweest.
Hij doorliep achtereenvolgens de basisschool OS. 1 te Livorno, de Shri Ram (Muloschool), het Surinaams Pedagogisch Instituut, en tenslotte volgde hij de opleiding Biologie op het IOL. Hij begon als leerkracht op de Sohansingschool en was vervolgens werkzaam op Mulo Meerzorg, de Anton Resida, de Bernard Vishnudatt en tot en met 1 oktober 2017 was hij verbonden aan de Colleridgeschool. Hij was een gezinsvader in hart en nieren en laat een vrouw, 2 kinderen en 2 kleinkinderen achter.
Vroegste levensjaren
Zijn adjie, waar hij werd geboren en zijn peuterjaren doorbracht, maakte hem bewust of onbewust klaar voor een markant leven. Adjie Ramphalmisser-Poeran, vroedvrouw, luisterde samen met haar zang en dholak (vrouwenband), o.a. geboorten en huwelijken op. Bhai Krish begon de rit van zijn bewuste leven met de route die de VW van zijn vader nam. Vanaf zijn kleutertijd reed zijn vader hem en zijn broers vooral in het weekend, maar ook door de weeks, vanuit de Botrotoertoeroeweg naar zijn adjie aan de Paltantewariweg. Samen speelden ze met hun speelkameraadjes die op steenworpafstand van adjie woonden, alle leuke spelletjes van vroeger. Hij trommelde op boterblikjes en Jerrycans en maakte er samen met zijn broers een heel orkest van. Het was vooral toen dat hij de aandacht trok van zijn latere guru; Sardjoe Sewpersad (1936-1987), bekend als Ustaad Sardjoe, hij was de naaste buren van adjie. Bhai Krish had een sterke aanleg en gevoel voor maat en ritme. Ustaad Sardjoe, en de vader van bhai Krish waren in meerdere opzichten hecht bevriend met elkaar. Het waren naaste medewerkers van elkaar bij de Bruynzeel Houtmaatschappij, gingen vaak samen naar het werk en draaiden ook samen de nachtdiensten.
Leerling van Ustaad Sardjoe Sewpersad
Over de indrukwekkende muziek carrière van Ustaad Sardjoe kan worden nagelezen in de serie gepubliceerde artikelen van Glenn Piroe in 2015 (Dagblad Suriname: “dragers Sarnami cultuur”). Bhai Krish was 8 jaar oud toen zijn guru hem letterlijk op schoot nam om de dholak te bespelen. De vader van bhai Krish bracht hem elke week naar les, speciaal om de dholak te leren bespelen. De eerste muziek-lesdag van zijn leven moet een heel bijzondere dag zijn geweest. Er werd een dikke manja-tak gekapt. Deze werd vervolgens weggevoerd met de bromfiets, naar de plek waar het met een fietswiel op maat werd gedraaid om het in dholakvorm te brengen. Er was namelijk geen dholak in het formaat van de kleine handjes van de toen 8-jarige bhai Krish. En er was geen geld om een kleine dholak te kopen, dus was het per direct echt zelf één maken. Er werd met man en macht hieraan gewerkt. Er was leer in voorraad, geitenleer, waarmee de trommen haast na elke 10 optredens versleten en weer vervangen moesten worden.
Het leer was al nat gemaakt voor de bewerkbaarheid. Diezelfde avond was de ‘dholak Krish-formaat’ al gedraaid. Omstreeks 4 uur in de ochtend was de dholak gereed en diezelfde dag nog kon bhai Krish beginnen met oefenen op zijn eigen dholak. Het duurde nog geen 3 jaren, bhai Krish was toen nauwelijks 11 geworden en zat pas op de muloschool, toen hij zijn debuutoptreden had. Dat was op een trouwfeest aan de Larecoweg. Hij speelde met zijn Guru, die moest begeleid worden bij zijn zang (harmonium bespeelde Guru Sardjoe zelf). De baithak ganagroep van Ustaad Sardjoe heette Murli Manohar Sangeet Samaadj. Zittend op de grond werd er muziek gemaakt. Van 10.00 uur ‘s avonds tot 10.00 uur ‘s morgens, ongelimiteerd, tot het vertrek van de baraat. Zo ging dat toen met optredens. Ze gingen met de bromfiets naar optredens. De formatie bestond toen uit 5 leden. Bhai Krish, toen nog geen tabla-bespeler. Hij bespeelde vrijwel alle instrumenten. De dholak en conga bespeelde hij tegelijkertijd. De raags kon hij al bespelen op 11-jarige leeftijd. Er zijn opnames vanaf toen gemaakt, ook door zijn gurudji zelf. Die zijn bewaard en bewaakt gebleven.
Overname van de handen van Ustaad Sardjoe Sewpersad
Oefenen gebeurde 1 keer per week vanaf 8.00 uur ‘s avonds tot 3.00 uur in de ochtend. Dat werd toen de baithak genoemd. Bhai Krish en zijn guru zaten altijd recht tegenover elkaar. Als guru 1 keer een toon sloeg deed bhai Krish dat na, hij sloeg daarna een 2de keer, bhai Krish sloeg weer na. Bij de 3de keer had hij de juiste toon al gevonden en opgepakt, voor altijd.
De kennis werd mondeling overgedragen. De liedjes werden zelf samengesteld: tekst zelf geschreven en muziek zelf gecomponeerd. Ze gingen later naar het Indiaas Cultureel Centrum voor verdere professionalisering. De guru had meerder studenten maar zijn enige echte opvolger is bhai Krish geweest. Zijn gurudji heeft zijn kennis bewust aan bhai Krish overgedragen als te zijn diens opvolger. Hij heeft zijn slagen beter verfijnd dan zijn guru. Dat kwam tot uiting in de trillingen. Bhai Krish had een zeer aparte vingerzetting. Ook de draai van de dholak speelde een rol, de draai die anders was. De leerling heeft letterlijk en figuurlijk de handen van zijn leermeester overtroffen. De saai, het bedrag dat gevraagd werd voor een optreden, werd eerlijk verdeeld onder de leden. Na 3 keer optreden had bhai Krish het geld al bij elkaar om voor +/- 30 gulden een dholak te kopen; zijn eigen dholak. Zijn guru trok het voor hem op en zijn vader verfde het rood met blauw. Toen werd het vel van de dholak met touwen en leer aanspannen. Gurudji maakte instrumenten zelf en repareerde ook zelf; alles met de hand. Zijn favoriete dholak (ook favoriet van bhai Krish) was een zelfgemaakte aluminium dholak, in 2 stukken gegoten met een gewicht van bijkans 22 kg. Guru Sardjoe had de touwen met een beugelframe vervangen. Deze had de vader van bhai Krish zelf, op zijn werkplek, bij Bruynzeel op maat gemaakt met aanschroefmateriaal. De mal, massief, had gurudji ook zelf gemaakt. Hij had het zelf laten draaien, bij Suralco. Uit deze mal die bij een loodgieter was is ooit een replica uitgelekt (nu in Nederland).
Normen en waarden
Vroeger mocht je niet buiten bij een andere muziekgroep spelen. Het gehalte, de zelfvertrouwen en de waarde van de mannelijkheid van een muzikant werd afgemeten aan de hand van zijn weerbaarheid tegen andere groepen. Whisky drinken was verboden. Soms speelden ze de hele week. Ze waren op de zondag ook vaak te gast bij Rapar; de welbekende ‘West Indies Ka Program’ met hun liveoptreden.
School en voortgang muziekcarrière
Hoe en wanneer leerde hij zijn lessen dan? Op deze vraag antwoorde hij altijd: “al gedaan”, betekend dus lessen al gedaan. Dat kwam door zijn passie voor muziek. Zijn lessen konden er niet tussen komen. Tussen zijn 16de en 17de jaar toen bhai Krish op de kweekschool zat vroeg hij toestemming aan zijn guru om verder te trekken. Hij zei aan zijn guru: “Dada ik wil naar een orkest”. Die toestemming heeft hij ook gehad van zijn guru en op 18-jarige leeftijd vertrok hij met zegen van zijn guru uit de Murlie Manohar Groep. Zijn muziek carrière hierna is een hoofdstuk apart. Hij is als muzikant zowel bij onze Nationaal Indian Orkest alsook in andere zettingen zijn heel leven lang actief gebleven. Met zijn dholak heeft hij mogen reizen door het Caribisch gebied, New York, Nederland en India. Hij heeft wereldbekende sterren zoals, Kumar Sanu, Babul Supriyo, Vipin Sachdeva, Madhushree en Sundar Popo mogen begeleiden bij shows. Hij had ook de eer om onze eigen Surinaamse bhaithak gana grootheden te begeleiden bij hun zang; Bahaw Jhinkoe, William R. Charoe (m.b.a. Baas Pengel), Salikram Ramawadh (Pt. Salikgram), Harry Sewbalak, Kesriepersad Jokhoe, nu allen wijlen. Zo heeft hij ook de vader van Krish Ramkhelawan, Rampersad Ramkhelawan, begeleid.
Met Ustaad Krish Ramkhelawan heeft hij furore gemaakt in verschillende landen. Maar de tour naar India 2001 heeft in India zelf ook, waar ze verschillende steden aandeden, een diepe indruk achtergelaten (DWT 3 okt 2017). Hij heeft ook als jurylid opgetreden tijdens songfestivals.
Vol passie, liefde en overgave begeleidde hij zijn studenten op zijn eigen muziekschool bij hun vorming. Hij is zijn leven lang actief geweest bij de jaarlijkse Akhant Sai kirtan, dat is het 1 x 24 uur durende gezang, van de Sri Satya Sai Baba Organisatie, waar hij sedert 1984 betrokken was. Meer nog, hij is de enige zanger/muzikant die het rond de 1 x 24 uur heeft kunnen volbrengen en wel meermalen. Zijn vrolijkheid en blijdschap zullen altijd blijven voortleven in zijn studenten en zijn gezin. Dat was al duidelijk toen zijn leerlingen de dag van zijn crematie opluisterden met hun muziek en zang, nu een jaar geleden. Bij zijn laatste rouwdienst op zondag 16 september jongstleden betoonden ze hun gurudji -zoals hij door zijn leerlingen werd genoemd- eer door het ten gehore brengen van hetgeen zij van hem hebben mogen leren. Vol overgave lieten ze tot later op de dag nog de meest onvergetelijke en gevarieerde nummers horen. Hij had uit zijn leerlingenbestand inmiddels 5 personen geëxamineerd.
Op deze bewuste dag wordt zijn foto aan de muur van zijn lesruimte bij hem thuis opgehangen en draagt de vrouw van wijlen Krish de ruimte en de verantwoordelijkheid van zijn cultureel erfgoed symbolisch over aan zijn leerlingen. Er worden herinneringen aan hem opgehaald. Zijn sociaal, cultureel en devotisch leven, zijn harde discipline, vooral met de tijd, het houden aan regels, niet lui zijn en vooral de beschaafdheid en de kwaliteit in de muziek waren oom Krish dierbaar. In Ustaad Krish Poeran verliest de muziekwereld een onvervangbare dholmaster, die wonderen kon verrichten met zijn vingers.