We weten al geruime tijd dat door de koloniale regering in 1902, 29 jaar na het begin van de grote stroom Britsch-Indische immigranten, de Hindoestanen, een collectieve arbeidsactie, met geweld werd neergeslagen. De Hindoestanen, en in een van de 4 hoeken ook de Javanen, hadden het leger en de politie geprovoceerd door niet terug te deinzen. Een dag ervoor hadden ze de plantagedirecteur Mavor in stukken gehakt met hun ‘katlies’ (cutlas/houwers). Het was een oneerlijke confrontatie met werkgereedschappen en ‘lathies’ (stokken) tegenover geweren van het leger. De Hindoestanen deinsden niet terug, toen de schoten vielen kozen de Javanen het hazenpad. Er vielen doden maar de ‘arkathies’ (arbeidscontractanten) vochten door totdat het duidelijk was dat ze aan het kortste eind hadden getrokken. Aan het einde had het leger ze omgebracht. Daarvoor had al in 1887 een soortgelijk incident op kleiner schaal zich voorgedaan om plantage Zorg en Hoop, waar Janey ‘Thethary’ werd doodgeschoten. Er wordt beweerd dat de situatie van de slaven verschilde van die van de immigranten, maar de laatsten werden ook doodgeschoten. Ze moesten ook collectief opkomen tegen onderdrukking. In 1902 werden 16-17 immigranten gedood, een aantal werd verwond. De lijken worden in een massagraf gedaan en er werd ongebluste kalk erop gedaan om te voorkomen dat men de graven zou opgraven en dat men de lijken zou kunnen identificeren. De koloniale regering heeft de immigranten niet als mensen behandeld, de families is geen gelegenheid geboden om hun familie, hun vaders en broers en hun zonen te begraven. Bovendien heeft de koloniale regering het bewijs van hun moord weggemaakt door op een geheime plaats te begraven en door ook nog ongebluste kalk over de lijken te gooien. De nabestaanden van deze collectieve actievoerders hebben nooit een rechtszaak aanhangig gemaakt tegen de Nederlandse regering, tegen alles wat is gebeurd. De feiten zijn eigenlijk nooit vergeten, het is inmiddels in onze geschiedenis opgetekend. De namen van de immigranten moeten ook steeds rond deze tijd, waarin de feiten zich voltrokken, worden herhaald. Zij moeten in de geschiedenis van de strijd van ons volk een duidelijke plaats krijgen, het gaat niet alleen om de strijd van de marrons, maar ook van de Hindoestanen. Het gaat ook om het lijden van de slaven en ook van de marrons en de Hindoestanen. Van de Javanen zijn geen collectieve acties bekend, alhoewel in 1902 ook Javanen zouden zijn opgekomen. De archeoloog Ben Mitrasingh, een nazaat van Brits-Indische immigranten vond het nodig om zijn kennis in te zetten om de massagraf van de Hindoestanen te Marienburg te vinden. Als eerste stuitte dat op verzet van een zogenaamde ‘projectdrager van Marienburg’. Om welk project het precies was en wat hij exact aan het dragen was, zijn nooit geheeld duidelijk geworden. Daarnaast zijn er andere figuren in Suriname die een of ander belang zouden hebben om de archeoloog dwars te liggen. In 2006 is een monument gemaakt voor de gevallenen en in 2013 werd een begin gemaakt om de plek van de massagraf te vinden. Het gaat allemaal niet van een leien dak. Nu roept de VHP de regering op om alsnog financiële middelen vrij te maken voor het opgraven van het massagraf. Een toezegging zou eerder reeds zijn gedaan. Volgens de VHP zou het project door de regering om financiële redenen zijn gestopt. De VHP is van oordeel dat het project moet worden hervat. De partij maakt een punt door te stellen dat het gaat om ‘onze nationale geschiedschrijving’, ook wanneer ze stelt dar ‘het een morele plicht van de overheid is tegenover de Surinaamse samenleving’. Er zou al voorwerk zijn verricht door de Stichting Hindostaanse Immigratie en onderzoeker Ben Mitrasingh. We benadrukken het belang van het kennen van elkaars geschiedenis en het samen herdenken van elkaars helden.
Wij benadrukken het belang van het voortzetten van het programma. De Nederlandse regering heeft er belang bij om te helpen de Surinaamse koloniale geschiedenis te vervolmaken. Het onvindbaar maken van een massagraf en het massaal vernietigen van de lijken moet op de conto van de Nederlandse regering worden geschreven. De financiering van het project moet ook vanuit de Nederlandse regering komen. Er moet verder transparantie komen over de kosten van het programma. Wat zijn de uitgaven van het project en waar gaan de gelden allemaal naar toe? Verder moet de regering in landsbelang ingrijpen en alle krachten die het project dwarsbomen, neutraliseren en haar duidelijke ondersteuning uitspreken over het project. In ons toerisme moet het massagraf een plaats krijgen, omdat het onderdeel is van de Surinaamse geschiedenis.