Student staat centraal
Binnen het onderwijs is het zaak dat het kind, de student, centraal gesteld moet worden. In de kwestie van het IOL is deze gouden regel binnen het onderwijs faliekant overgeslagen. ‘Zo ga je niet om met studenten, docenten en het onderwijsbeleid.’ De politicus, die er voorstaander van is dat aanpassingen middels goed dialoog en overleg gepleegd worden, moet tot haar stomme verbazing constateren dat al deze spelregels zijn overgeslagen. ‘De minister vertoont een attitude van: ‘ik heb het voor het zeggen’. ‘De leerkrachten en docenten zijn toch onbevoegd’.’ Ze kan het zich niet indenken dat uitgerekend een minister van Onderwijs het ministerie maakt tot een ‘ik-ding’ en de rest van de belanghebbenden geheel overslaat. Ramdien vindt deze gedragshouding geheel misplaatst. ‘Het wordt hoog tijd dat de Onderwijsminister de hand in eigen boezem steekt en vooral met de vinger van onbevoegdheid naar zichzelf wijst.’
Geen afbouwperiode in acht genomen
Behalve dat er geen afbouwperiode in acht is genomen, zijn studenten en docenten in het ongewisse gelaten. Dit zorgt alleen maar voor stagnatie van het onderwijsproces voor de studenten, die ingeschreven staan op het IOL en colleges moeten volgen. Ook wijst Ramdien erop dat alvorens er rigoureuze maatregelen worden getroffen om het IOL te doen opgaan binnen de universiteit, er eerst een evaluatie moest volgen met alle betrokken partijen. Er moest breedvoerig hierover gediscussieerd worden of de behoefte er wel bestaat. Indien de noodzaak wel aanwezig zou zijn, diende dit geleidelijk aan te gebeuren, waarbij aan al de belanghebbenden en vooral de studenten ruime afbouwmogelijkheden moest worden geboden. ‘Veranderingen en aanpassingen binnen het onderwijs zijn goed, maar hoe doe je dit. Niet opeens op een blauwe dag, maar geleidelijk aan in nauw overleg met alle betrokken partijen.’
Samenwerken en samenspraak
Ramdien kan het zich niet voorstellen dat de bewindsvrouw eenvoudige zaken, waaronder samenwerken en samenspraak met de verschillende belanghebbenden van het IOL, met een korreltje zout neemt. ‘Als minister kan je geen beleid opleggen. Je bent geen dictator, ook al voel je jezelf een dictator.’ De politicus laat opteken dat veranderingen binnen het onderwijsproces vooral een breed maatschappelijk draagvlak moeten hebben en gepleegd moeten worden in goed overleg met alle bestaande belanghebbenden. Zij is ook niet te spreken over het feit dat de minister onderwijsgevenden staat te beledigen.
Asha Gajadien-Bhagwat