Met een grondoppervlakte van 163,265 km² en een inwonertal van slechts 485.000 zielen, leent de Republiek Suriname zich uitstekend voor het verwelkomen van nieuwe burgers die de schouders willen zetten onder de verdere ontwikkeling van dit prachtig land. De verzamelnaam voor dit soort volksbewegingen is in de moderne taal immigratie geheten. Terwijl vele landen in Europa zich, in de meeste gevallen uit racistische motieven ingegeven, keren tegen de opname van nieuwe inwoners die door talrijke omstandigheden naar een “‘nieuw huis”zoeken, propageren de Verenigde Staten van Amerika juist het omgekeerde.
Niet zo gek lang geleden kapittelde de voormalige minister van buitenlandse zaken van de USA, Madeleine Allbright, Nederland voor haar kortzichtigheid ten aanzien van restrictief gevoerd immigratiebeleid. Madeleine Allbright verhaalde in een televisie-interview in Nederland over het grote succes dat de Verenigde Staten van Amerika, dankzij de immigratie, hebben gehad. De Verenigde Staten, zo betoogde zij, zijn groot geworden dankzij een goed georganiseerd immigratiebeleid.
Sinds enige jaren zien wij ook Suriname zich begeven op het pad van openstelling van de landsgrenzen voor buitenlanders die hier alle kansen krijgen om zich te ontplooien en daarmede een zekere ontwikkeling van Suriname te helpen bewerkstelligen. Wat begon met Guyanese en Haitiaanse immigranten, heeft een sterke uitbreiding gehad naar Brazilianen en Chinezen, welke laatste twee groepen zich respectievelijk en manifest bewegen in de goudwinningsector en de detailhandel. Suriname maakt aldus een immigratietijdperk door, waarvan de kritische burger zich dient af te vragen of op deze wijze uitgevoerd, Suriname hierbij wel gebaat is. Want, voor een ieder waarneembaar is de ongebreidelde en ongecontroleerde instroom van vreemdelingen die nauwelijks onderhevig is aan controle, hun gang gaan in de samenleving.
Veel Brazilianen die illegaal en milieuvervuilend aan goudwinning doen en hiermede Suriname grootschalig benadelen is één fenomeen. Daarbij dient de stijgende criminaliteit onder deze nieuwe immigranten te worden toegevoegd. Een ander fenomeen is de overweldigend in aantal aanwezige Chinese supermarktketens en andersoortige horecabedrijven. In het geval van de supermarkten kan worden geconstateerd dat deze nieuwe inwoners van Suriname nauwelijks moeite doen om een geïntegreerd gedrag te vertonen. De gangbare talen die er in de Republiek Suriname worden gesproken, lijken de interesse van deze Chinezen niet te hebben. In vele gevallen staat daartegenover dat er op onfatsoenlijke wijze met de Surinaamse klant wordt omgegaan. Het lijkt er veel op dat slechts de Surinaamse dollars goed genoeg zijn voor deze nieuwe inwoners van Suriname. Prijszetting die op uitermate willekeurige wijze ontoereikend gecontroleerd door de Staat wordt gehanteerd, lijdt tot het afzetten van het Surinaamse kooppubliek.
Deze misstanden leiden ertoe dat de levensstandaard in Suriname geheel onnodig omhoog wordt geschroefd, hetgeen de mens met de kleine beurs letterlijk heel erg duur komt te staan. Daar komt nog bij kijken dat de Staat dient na te gaan of alle door deze nieuwe inwoners van de Republiek Suriname verdiende gelden met regelmaat terugvloeien in de Surinaamse economie dan wel dat en of ze naar Brazilië en China verdwijnen. In het laatste geval zal vadertje Staat met de grootst mogelijke spoed dienen te komen met gericht beleid dat voorziet in het uitvoeren van adequate prijszetting, prijscontrole en de implementatie van economische wetgeving die verhindert dat in Suriname verdiend geld, goeddeels wordt onttrokken aan het Surinaams economisch circuit. Zo ook zou het belastingregiem in deze richtingen dienen te worden aangescherpt.
Om kort te gaan, Suriname is niet gebaat bij het Europees model van racistische uitsluiting van welwillende immigranten, maar veeleer bij het Amerikaanse model van goed georganiseerde toelating met deugdelijke criteria die het onmogelijk moeten helpen maken dat ‘racketeers’ de Surinaamse economie komen ondergraven. Velen in Suriname praten heimelijk over dit soort wantoestanden die oogluikend worden toegestaan door opeenvolgende regeringen, maar durven zich niet in het openbaar hierover uit te spreken. Voor alle volksvertegenwoordigende organen in Suriname, ligt een schone taak weggelegd, om met deugdelijke wetgeving te komen die het eigen volk zekere waarborgen biedt in het kader van beheersbaar prijsbeleid en dito wetgeving die het Surinaamse volk vrijwaart van het afgezet worden. Zo ook geldt dat voor wetgeving dat een rigoureus halt toeroept aan vernietigende milieuvervuiling en verharde criminaliteit. De Nationale Assemblee dient zich op de meest korte termijn mede te richten op modellen die een goed georganiseerde immigratie naar Suriname helpen bevorderen.
Hierbij zal er vooraleerst dienen te worden gedacht aan het werven van Surinamers met een andere nationaliteit, alsook de kinderen die daaruit zijn geboren. In dit verband is het goed om op te merken dat er talrijken die gerekend mogen worden tot midden en hoger kader, uitkijken naar het moment waarop zij hun bijdragen in Suriname mogen en kunnen komen leveren. Want dat Suriname met al zijn bodemschatten onvoldoende ontwikkelingscapaciteit (lees: menselijke hulpbronnen) heeft, is een feit, net zoals de onderkenning van de noodzaak voor het voeren van een gezond immigratiebeleid daarvoor oplossingen kan bieden. Suriname kan zich de luxe van het zijn van een wingewest ten voordele van slimme immigranten niet veroorloven.
Roy R. de Miranda