Suriname is een netto-energie-exporteur. Staatsolie produceert per dag meer olie dan Suriname verbruikt. Op jaarbasis verbruikt het land tussen 4 en 5 miljoen barrels olie. Staatsolie produceert 6 miljoen barrels. Op de laatste CEO Talk van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) werd Staatsolie algemeen directeur, Rudolf Elias, gevraagd naar het prijsbeleid van Staatsolie. Concreet werd gevraagd waarom de prijzen bij de pomp niet lager zijn en steeds op het niveau van de wereldmarktprijs wordt gehouden. De oliemaatschappij krijgt volgens Elias naar het prijsbeleid van SOL, en zorgt ervoor dat zij beneden de prijs van haar concurrent zit.
Elias geeft daarna 2 argumenten op, die in haar prijsbeleid worden meegenomen. “Je moet ten alle tijden niets beneden de wereldmarktprijs verkopen. Je moet nooit subsidiëren. Het moment je onder de wereldmarktprijs gaat zitten, subsidieer je. Dat is goed voor jou, maar ook voor de buurman in Frans-Guyana en Guyana. 30% van de diesel die in Suriname verkregen wordt, komt uit Venezuela. “Zij verkopen het daar voor ‘1 cent’ per liter. Als je het daar verkoopt voor 1 cent per liter, dan krijg je de visser die daar tankt, niet vist, en hier zijn smokkeldiesel afzet. Als wij onze prijs te laag houden, dan gaan zij het smokkelen naar het buitenland. Dat gebeurt nu al, maar niet op grote schaal”, legt Elias uit.
De tweede reden is dat Staatsolie maar 40% van de gasolinemarkt van Suriname beheerst. De raffinaderij van Staatsolie kan niet meer produceren dan 40% van de gasolinemarkt. Het totale verbruik van Suriname was bij het ontwerp van de raffinaderij ruim 3000 barrels per dag. Nu is dat al ruim 6.500 per dag. “Stel je voor dat ik per liter US$1 goedkoper zou zijn. Waar zou iedereen gaan tanken? Bij Gow2! Binnen 2 dagen ben ik droog. Wat moet ik dan met mijn mensen doen?”, aldus Elias met zijn retorische vraag.
Kavish Ganesh