Met een projectdossier in de hand start Staatsolie binnenkort een internationaal charmeoffensief om partners aan te trekken waarmee samen het nearshoregebied kan worden ontwikkeld. Volgens het laatst uitgegeven magazine Staatsolie Nieuws heeft de raad van commissarissen (rvc) de directie recent groen licht gegeven om ruim SRD 600 miljoen (US$ 80 miljoen) in het boren van de 10 putten te mogen investeren.
De boringen zijn allemaal voor nearshore
Staatolie kan blijkens een citaat van Exploration and Development Asset Manager Roland Spuij het project zelf financieren. Het staatsbedrijf gaat echter toch op zoek naar een buitenlandse partner om het financiële risico te spreiden. Staatsolie blijft wel hoofdverantwoordelijke van het project. De nearshore is het zeegebied voor de kust met een waterdiepte van 30 meter. Vanaf de zeebodem gemeten zullen de 10 putten geboord worden in dieptes variërend van 800 meter tot 2,5 kilometer. Het Nearshore Drilling Project is cruciaal in het vinden van additionele commerciële reserves, omdat de huidige productievelden, Calcutta, Tambaredjo en Tambaredjo Noordwest volgens Staatsolie een eindig leven hebben.
De nearshore is het relatieve ondiepe zeegebied tot 40 kilometer uit de kust dat behoort tot de territoriale wateren van Suriname. De waterdieptes variëren tussen 0 en 30 meter. Staatsolie heeft toestemming van de Staat om in dit zeegebied te zoeken naar aardolie en gas en die te produceren. Het beslaat een oppervlakte van 11.250 km2 (een gebied bijna net zo groot als de districten Para, Nickerie en Commewijne bij elkaar opgeteld) en is opgedeeld in 4 blokken. Het grenst in het westen aan Guyana en in oosten aan Frans-Guyana en maakt onderdeel uit van het Suriname-Guyana bekken. Met potentiële olievoorraden van meer dan 15 miljard barrels wordt dit bekken door internationale olie-experts aangemerkt als de op één na grootste in de wereld.