De voorzitter van de Pertjajah Luhur, Paul Somohardjo, vertrekt medio augustus naar Nederland. In dat land gaat hij gesprekken voeren met juristen in hoeverre de Nederlandse regelgeving het toelaat om de burgers in Suriname die gedurende het jaar van de Onafhankelijkheid 15 jaar of ouder waren, te laten genieten van een uitkering. ‘Ik heb telefonisch al met enkele juristen gesproken’, aldus Somohardjo in gesprek met Dagblad Suriname. ‘Als de mogelijkheid er is, ga ik natuurlijk ervoor strijden’, zegt de politucus steevast. Somohardjo beroept zich op het feit dat de burger in Nederland bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar, aanspraak maakt op een sociale uitkering. Maar als voorwaarde is gesteld dat die persoon tenminste 15 jaar de Nederlandse nationaliteit moet beschikken.
Feit is dat de Surinaamse burgers die in het jaar van de Onafhankelijkheid in 1975, 15 jaar waren, hun Nederlandse nationaliteit zijn kwijtgeraakt vanwege het feit dat zij niet ervoor kozen om naar Nederland te gaan maar in Suriname te blijven. Dit, vanwege de Toescheidingsovereenkomst. ‘We zijn gedwongen Surinamers geworden omdat we in het land zijn gebleven.’
De Toescheidingsovereenkomst die tussen Suriname en Nederland is gesloten, had indertijd een aantal regelingen voor Surinamers die naar Nederland emigreerden. De Toescheidingsovereenkomst is een verdrag dat op 25 november 1975 in Paramaribo werd gesloten tussen Nederland en Suriname. Dit had als doel om de nationaliteitsaspecten van de Onafhankelijkheid van Suriname te regelen. Op basis van deze overeenkomst emigreerden vele Surinamers na de Onafhankelijkheid naar Nederland waar ze door de overeenkomst gemakellijk een werk en verblijfsvergunning kregen. Volgens Somohardjo blijft hij beuken op deze regeling die het Nederlanderschap van Surinamers die 15 jaar en ouder waren, hebben doen verruilen voor het Surinaamse. ‘We zijn ook 15 jaren lang Nederlander geweest. Dus maken we ook aanspraak op die regeling,’ zegt Somohardjo. Hij legt er de nadruk op dat personen die in aanmerking komen voor deze regeling in Suriname in het jaar 1960 of ervoor geboren moeten zijn. Ook is het zo dat de doelgroep die 15 jaar was in 1975, nog geen aanspraak maken op die sociale uitkering. Momenteel moeten zij 58 jaar oud zijn. Indien de gesprekken tussen Somohardjo en zijn juristen in Nederland daadwerkelijk vruchten mogen afwerpen, maakt deze groep over 7 jaar , wanneer ze 65 zijn,wel aanspraak op die uitkering.
Opmerkelijk is dat nauwelijke 4 jaren en 3 maanden na de Onafhankelijkheid de macht in Suriname werd overgenomen door de militairen middels een staatsgreep. In die periode was het normaal om leuzen als ‘Bakra basi, A kba’ te scanderen. Ook is het een feit dat de personen die achter de staatsgreep stonden, al 8 jaren het Surinaams kabinet uitmaken. Ook dat de president die aanzit in Nederland is verooordeeld vanwege overtreding van de Wet Verdovende middelen. Ook is het een feit dat de huidige regering zo min mogelijk een goede relatie wil hebben met het toenmalige moederland.
Asha Gajadien-Bhagwat