Er is de afgelopen dagen veel te doen geweest rondom de behandeling van de fotojournalist door de politie en uitgerekend een bestuurslid van de politiebond. Het gaat in deze om een fotojournalist die vrij bekend is in de Surinaamse gezelschap en die zowel bij normale nieuwsitems als bij de sport regelmatig bezig is foto’s te schieten. Deze journalist heeft een vrij zachtaardige karakter en is vrij geruisloos en professioneel bezig om zijn werk te doen. Het is in de afgelopen jaren nimmer voorgekomen dat hij de grenzen van professioneel en ethisch handelen heeft overschreden. Het was daarom een behoorlijks schok toen werd bericht dat deze journalist, die zijn diensten verleend aan verschillende mediahuizen en daar ook een graag geziene persoonlijkheid is, hardhandig was aangepakt door de politie. Vreemd is het ook overgekomen dat deze mediawerker ettelijke uren op het politiestation heeft moeten doorbrengen en met een loeiende sirene is vervoerd door het openbaar vervoer in een pro-wagen. De journalist werd opgesloten in de pro-wagen zonder koeling, met het risico op verstikking. Hij moest om verstikking te voorkomen met zijn hoofd tegen de autoruit slaan, voordat een agent het doorhad dat hij in ademnood zou komen. Dat is een heel kwalijke zaak. Wat in deze zaak bijt, is dat een bestuurslid van de politiebond uitgerekend zich schuldig maakt aan agressief gedrag tegenoover een lid van de vrije pers. Het is in de geschiedenis van de politiebond nimmer voorgekomen dat bestuursleden zo vaak en zo regelmatig beschuldigd worden van onethich en onbehoorlijk gedrag. De vraag rijst waarom de samenstelling van de politiebond zo vaak negatief in het nieuws komt. Tegelijkertijd is er de perceptie dat de corruptie binnen het KPS welig tiert waardoor tal van segmenten in de strafbare sector niet adequaat kunnen worden aangepakt. In internationale mensenrechtenrapporten over Suriname, bijvoorbeeld over mensenhandel en mensensmokkel, wordt de medeplichtigheid van de Surinaamse handhavingsfunctionarissen steeds herhaald. De korpsleiding leest de rapporten en doet alsof haar neus bloedt. Heeft de uitglijders van bestuursleden van de politiebond te maken met de corrupte staat waarin het politieapparaat zich bevindt? Er is een tijd geleden een rapport van de VN verschenen waarin in onze regio gewaarschuwd wordt voor de infiltratie van de drugsmaffia in de instituten van de justitie en de politie, met het doel om het vermogen en de slagkracht van deze organen aan te tasten. De politiebond behoorde juist een partner van de regering te zijn om de leden van het korps middels gezamenlijke programma’s op het juiste spoor te krijgen, maar er rijzen twijfels wanneer een bestuur zo vaak over de schreef gaat. Over het handelen van de politie in het betreffende geval moet gezegd worden dat de politie te allen tijde de bevoegdheid en zelfs de plicht heeft om de orde te bewaren en wederom in te richten om plaatsen waar er zich een inbreuk heeft plaatsgevonden op de rechtsorde. Dat is altijd het geval waar er strafbare feiten die als misdrijven zijn te kwalificeren, hebben plaatsgevonden. De plaats-delict wordt afgesloten en vergrendeld om bewijsvertroebeling te voorkomen en eventueel om te waken dat rechten van derden niet worden geschonden. In het onderhavige geval zou het gaan om de aanhouding van een vermoedelijke crimineel. Verder zijn er berichten over het weer over het wel of niet van korte afstand schieten van de politie op de al gearresteerde gevangene. De politie heeft dit laatste ontkend. De vrije pers heeft het recht om zulke gevallen te verslaan en dit ook op de foto vast te leggen. Er zijn daarmee geen rechtsregels of conventies geschonden. Het is vreemd en eigenlijk corruptie als een politieagent het fototoeste van een journalist afpakt en foto’s daaruit wegwist. De vraag rijst van waar de politie dat recht haalt om foto’s uit een fototoestel weg te wissen. De politie heeft wel het recht om middelen waarmee strafbare feiten worden gepleegd als bewijsmiddel in beslag te nemen, maar daarbij wordt dan de pleger van het strafbare feit ook vervolgd en voor de rechter gebracht. In dit geval is door de betreffende foto-journalist geen strabare feit gepleegd. De vraag rijst wat voor reden de politieman heeft gehad om foto’s weg te wissen. Aan dit soort zaken maakt de politie ook in andere landen zich schuldig, met name in de landen waar er geen sprake is van ‘rule of law’, zoals de landen in Afrika en enkele landen van het Aziatisch continent. Men doet dit om strafbare feiten die door de politie worden begaan en in gevallen waar de politie buiten haar boekje gaat, te verbergen. Precies zoals criminelen belang hebben bij het wegdoen van bewijs, precies zo heeft de politie ook belang bij het wegdoen van bewijs als ze haar eigen regels uit het Wetboek van Strafvordering en de Politiestrafwet overtreedt. Het isoleren en het beroven van de vrijheid van een foto-journalist, het met loeiende sirene wegveoren van een onschuldige mediawerker en het in beslag nemen van zijn fototoestel om foto’s daaruit weg te wissen, kunnen aangemerkt worden als daden van intimidatie van de politie tegenover de vrije pers. De reactie van de onervaren Juspol-minister is eenzijdig te noemen, omdat daarin een beschudliging verborgen ligt voor opdringerige mediawerkers. De minister beseft niet dat het eigen is aan het journalistieke werk op opdringerig te zijn en lastige vragen te stellen. We hebben gemist dat de minister een opvatting kenbaar maakte over de rol en de van de media. Het is opvallend dat noch het KPS noch de politiebond met een verklaring is uitgekomen om aan te geven wat hun positie is met betrekking tot de rechten van de vrije pers. Deze intimidatie van de vrije pers door de politie is onacceptabel.