Ongestrafte corruptie en de armoede van arbeiders

Op 1 mei moeten wij constateren dat het niet al te geweldig gesteld is met de situatie van de arbeiders in Suriname. Deze situatie heeft te maken met de algemene verarming die om zich heen heeft gegrepen in het land. Veel loontrekkers hebben gezien hoe hun loon dat de grens van redelijkheid net had bereikt, opeens minder dan de helft waard werd. Met hetzelfde geld dat de arbeiders nog steeds verdienen, kunnen ze minder dan de helft van de goederen en diensten betrekken die ze konden nog in 2012. De lonen moeten dus verhoogd worden over de hele linie en de vraag is of de verschillende bedrijven en ook de regering als werkgever het geld daarvoor wel heeft. De armoede heeft niet alleen te maken met de devaluatie, maar ook met de aparte verhoging van de prijs van brandstof en van elektriciteit door o.a. het afbouwen van de overheidssubsidies. De positie van de arbeiders is in gevaar gekomen, omdat de economie door de regering in gevaar is gebracht. De Surinaamse regering is dwars door alle politieke periodes gewaarschuwd voor ‘volatiliteit’, de gevoeligheid voor schokken op de internationale markt. Wanneer er een gevaar is van schokken, dan moeten er stevige schokkenbrekers in place zijn om te voorkomen dat er schade wordt geleden door turbulentie. En door deze regering zijn juist deze schokkenbrekers gesloopt. We hebben het over de monetaire reserves en andere middelen die eventueel tot de monetaire reserves gerekend zouden worden. Er is flink huis gehouden in de staatskas en er heeft zich een behoorlijke corruptie voorgedaan, waarbij honderden miljoenen en zelfs miljarden USD zijn onttrokken uit het staatshuishouden en de staatskas en terecht zijn gekomen bij enkele personen dichtbij de president. Dit is de verklaring die gegeven kan worden aan het voortijdige ontslag van de minister Abrahams van Openbare Werken. Door vrienden van de hoogste politieke leiding van het land is de staatskas leeggeroofd en men heeft dat gedaan met ‘TWK’. Alle schade die men had geleden in de periode 2000-2010 doordat men niets toegeschoven kreeg door Front, heeft men in een keer ingehaald. Er ontstond een rush op de staatskas en de natuurlijke hulpbronnen, met een liniaal werden de concessies verdeeld, dwars door marron- en inheemse gemeenschappen. Kortom, de Surinaamse arbeider is onder deze regering straatarm geworden, omdat de economie naar de knoppen is geholpen. Al het geld dat de arbeiders bij elkaar hadden gespaard door hun bloed, zweet en tranen, is verdeeld door enkelen. In de wandelgangen doen deze zelfde mensen de uitspraak dat ze geld bij elkaar hebben gesprokkeld voor 7 generaties. Deze generaties wordt aangeraden om het geld dat vervloekt is door de arbeiders, niet aan te raken, omdat het ze zal verteren. Zwak leiderschap dat ongekend is geweest in onze moderne geschiedenis, heeft gemaakt dat het lot van de Surinaamse arbeider verslechterd is tot een historisch dieptepunt. De rovers binnen de regeringspartij hebben niet eens de arme kinderen van het land bespaard, ze hebben het stukje brood dat sommige arme kinderen nog kregen, hen ontnomen. Zelfs assembleeleden die nu in DNA zitten en in mooi Nederlands een pleidooi houden over hoe begaan zijn met het lot van de kinderen, hebben gestolen. Nu wordt er zelfs gestolen van de pakketten die een minister heeft ingevoerd voor de allerarmsten in de samenleving en de mensen die achteruit zijn gegaan. Het ergste is dat de rovers binnen de regeringspartij ook hier aan het roven zijn en dat de hoogste leiding van het land steeds zegt dat hij weet wie allemaal aan het roven is. Het ergste is dat er niet wordt opgetreden. Er is geld verdampt uit de staatskas en het is erg dat de hoogste leiding van het land nooit en niets 1 keer heeft aangegeven dat er een geloofwaardig onderzoek zal worden ingesteld. Het verhaal dat door de regeringspersman de ether in wordt gegooid in Sranantongo is dat er altijd geld is gestolen uit de staatskas en dat het dus niet erg is dat deze regering dat ook doet. Deze persman verdedigt en erkent dat er geld uit de staatskas door zijn partijgenoten wordt en is gestolen en hij zegt dat het kan en mag, omdat het eerder ook gebeurde. Dezelfde mensen die nu in de oppositie klagen zouden ook hebben gestolen. Dus, neks no fout. De achterban van de regeringspartij is zoet gehouden door regeringsbanen en overheidsopdrachten die gegeven zijn zonder openbare inschrijvingen te houden. Deze mensen maken het collectief uit dat door zijn roofpraktijken de arbeiders het leven zuur maakt. Zij zijn de oorzaak van de armoede die de wrokomang heden ten dage ervaart. Wat we nu meemaken is een ware exodus naar het buitenland van jongeren die het niet meer zien zitten. Er zijn ministers, zoals op Arbeid, die via verbetering van de regelgeving op een hoger tempo dan ooit tevoren, proberen om de rechtspositie van de arbeiders veilig te stellen, maar het loon blijft belangrijk, want daarmee ervaart men het welzijn en stuurt men de kinderen naar de middelbare school en de universiteit. Ook de minister van Sozavo en nu van Onderwijs moeten gememoreerd worden, maar zijn ze opgewassen tegen de corruptie en het leegroven? De grootste vijand van de arbeiders zijn de rovers in de regeringspartij. Op korte termijn is er geen verbetering op dit stuk beloofd, dus het blijft een moeilijke periode.

error: Kopiëren mag niet!