De Surinaamse regering is verantwoordelijk voor wat reilt en zeilt in de gevangenissen. Het is geen stuk niemandsland, het is evengoed Surinaams territoir als het kabinet van de president en het hoofdkwartier van de minister van Justitie en Politie. Het is zeer kwalijk als Surinaamse cipiers en politieambtenaren niet hiervan zijn doordrongen. Dat gemis is het bewijs van een behoorlijk gebrekkige beroepsopleiding en docenten. Het zogenaamd ‘beschaafde’ deel van de bevolking wil niet weten wat er gaande is in de Surinaamse gevangenissen. Het scheelt ze niets, hun familieleden zitten niet daar. En als ze er zitten dan is het opeens een verre relatie. En degenen die daar zitten, moeten niet op een super behandeling rekenen, het zijn immers criminelen. De normale omstandigheden van een gevangenis zijn voor velen niet genoeg straf voor de criminelen, er mogen nog extra ontberingen en onmenselijkheden doorgevoerd worden. De gevangenis is geen hotel, het is geen lux verblijf is de beredenering. In echte beschaafde landen is de beredenering echter anders. De gevangenis is de plaats van de verstotenen van de samenleving. Vanwege gepleegde misdrijven bestaat voor hen het minste sympathie en dat is te begrijpen. Het ontbreken van sympathie betekent echter niet dat er vanuit menselijk oogpunt geen mededogen bestaat, dat de veroordeelden vervloekt zijn. Een land dat erin slaagt om geen luxe, maar menswaardige omstandigheden te creëren in zijn gevangenissen en aan wie het lukt om bandeloosheid en uitbuiting te voorkomen, zal zeker erin slagen om buiten een sociaal rechtvaardige samenleving in stand te houden. De manier hoe men omgaat met gevangenen in een land heeft ook heel veel te maken met de wijze waarmee men met weerlozen, kansarmen en kwetsbare groepen omgaat. De combinatie superzorg voor kwetsbare groepen en onverschilligheid over de situatie in de gevangenissen bestaat niet en is ook niet logisch. Het heeft te maken met de inborst van de natie en de inborst van de doorsnee burger, met de opvoeding en de verfijning en geschaafd zijn van het menselijk karakter. De vorige minister van Justitie en Politie is op de hoogte van de erbarmelijke situatie in Surinaamse gevangenissen, de nieuwe minister ook. Mensen zitten een straf uit voor een crime begaan in hun tienerjaren en kunnen na vrijlating voor het 25ste jaar al overlijden aan tbc. De vorige minister heeft op een zeer afkeurenswaardige wijze een verband gelegd tussen de rechten van slachtoffers en de rechten van de daders. Zijn beredenering kwam erop neer dat wanneer het een niet van de grond komt, waarom zeuren over het andere. Maar ook hier is de link er duidelijk aanwezig, als het hapert aan het een zal het ook haperen aan het andere. De minister had aan beide aandacht moeten besteden, hij koos ervoor om geen van ze prioriteit te geven. De huidige minister heeft in zijn vorige betrekking ‘in’ de gevangenis gezeten als een hoge functionaris. Hij moet nog kenbaar maken wat zijn positie is over de situatie in de Surinaamse gevangenissen. In de Surinaamse samenleving moet het duidelijk zijn dat de straf in de gevangenis bestaat uit het verstoken zijn van de vrijheid. Die drang naar vrijheid is een basismensenrecht, waardoor het moeilijk is om bijvoorbeeld het vluchten uit de gevangenis naar de vrijheid strafbaar te stellen. Het voor langere tijd verstoken zijn van de vrijheid van beweging is een enorme straf. Misstanden als afranselingen en verkrachtingen behoren niet tot het pakket. Dit laatste is niet helemaal doorgedrongen tot velen in Suriname.
De Surinaamse regering is verantwoordelijk voor hetgeen er reilt en zeilt in de gevangenissen. Er zijn hardnekkige geruchten over praktijken in onze gevangenissen en bewaringshuizen die niet betwist worden. Zo zouden er geruchten zijn dat er in bewaringshuizen een pact bestaat tussen een aantal zware criminelen en politieambtenaren c.q. de politie. Andere verdachten c.q. veroordeelden die nieuw zijn, moeilijk zijn of verdacht worden voor zedendelicten worden mishandeld en verkracht, zonder dat de overheidsfunctionarissen een vin verroeren. Dit hardnekkig gerucht van lynchpartijen, georganiseerde door wetsdienaren, moet door de Juspol-minister onderzocht worden. De seksuele frustratie die gevangenen meemaken in detentie, moet niet op deze manier opgelost worden. Deze zaak was ter sprake toen een leidinggevende van een kindertehuis op basis van verdenking van een zedendelict tegenover de kinderen, vast zat. Een interviewende ging uit van bovengenoemde praktijk en vroeg of de verdachte ook een verkrachting heeft mogen meemaken. De man gaf geen direct antwoord hierop, hij zei alleen dat het moeilijk was. Veel burgers en officiële autoriteiten lijken het uitgangspunt te huldigen dat de regering niet kan voldoen aan de seksuele behoeften van de gevangenen, dus dat ze via de opgezette machtsverhoudingen, de zaak maar moeten oplossen. En hoe het uitpakt, daaraan denkt men ook niets te kunnen doen. Een penitentiaire ambtenaar is enkele dagen terug door de mand gevallen toen hij zijn handelswaar voor de zoveelste maal waarschijnlijk naar binnen bracht. De Juspol-minister moet met zijn tijgerbaard onderzoeken hoeveel handels en winkels er allemaal in de gevangenis er door zijn mensen worden gedraaid. Die personen moeten onverbiddelijk uit de gevangenis opgeruimd worden. De burgerij moet niet denken dat zogenaamde beschaafde mensen niet in bewaring kunnen belanden. Soms kan het je overkomen omdat je in een groepssituatie (bijvoorbeeld verenigingsbestuur) ter zake een opgeblazen onduidelijkheid erbij bent. Achteraf kan dan blijken dat ter zake van een persoon in het geheel geen twijfels bestaan, maar intussen heb je wel vastgezeten en ben je verkracht. De Juspol-minister moet de winkels van zijn functionarissen en gangsterachtige praktijken in de gevangenissen en huizen van bewaring onverbiddelijk en grondig aanpakken. Hij moet heel kort en zakelijk praktische codes invoeren en de gemeenschap daarvan deelachtig maken. Vorige ministers hebben met hun politiek-etnisch rekruteringsbeleid korpsen vernietigd en vergiftigd. Deze minister heeft nu de mogelijkheid om de duivelse pacten die in de gevangenissen bestaan te ontmantelen.