De woordvoerder van de Surinaamse Politiebond (SPB), Revelino Eijk, tevens belanghebbende bij het kortgeding dat de ontevreden IPO’ers tegen de staat aanhangig hebben gemaakt, heeft dinsdag de kantonrechter verzocht om zo spoedig als mogelijk een uitspraak te doen in deze kwestie. Deze zaak stond op de lijst voor comparitie van partijen. De rechter zal nu op 30 november reageren op het verzoek van de ontevreden IPO’ers. Eijk behoort zelf ook tot één van de ontevreden leden die de rechtszaak contra de staat aanhangig heeft gemaakt. De ontevreden IPO’ers zijn allen reeds geslaagd van de inspecteursopleiding (2014-2016).
De rechter heeft de HRM naar meer informatie gevraagd met betrekking tot artikel 21 van het reglement Algemene Politie over de anciënniteit van de IPO’ers. Uit het onderzoek blijkt dat een groep als brigadier en majoor was toegelaten op de inspecteursopleiding. De groep heeft naderhand aan het herexamen deelgenomen en heeft het ook gehaald. Maar hun namen komen vanwege de gevolgde procedure helemaal onderaan de lijst voor. Sinds jaren geldt de puntentelling niet mee voor de rangorde. Dat gold alleen bij de elementaire opleiding. Wanneer men binnen het KPS op basis van de puntentelling de geslaagde cursisten gaat beoordelen, komen enkele cursisten eerder in aanmerking voor de volgorde van plaatsing op de lijst. De 70 IPO’ers die onlangs zijn bevorderd in hun naast hogere rang zijn volgens informatie bevorderd, omdat er werkgelegenheid voor slechts 70 personen vacant is. De leden vragen zich af waarom men binnen KPS niet meer gebruikmaakt van de puntentelling zoals voorheen het geval was. Op 30 november zal de rechter op het verzoek reageren.
Saskia Bandhan