Uit woorden van de onderwijsminister Robert Peneux valt af te leiden dat de (abrupte) verbetering van de kwaliteit van het Surinaams onderwijs in het schooljaar 2017/2018 voornamelijk bewerkstelligd zal worden door bevoegde leraren op de scholen te plaatsen. In dit kader zijn tal van leraren, die tevens studenten zijn op het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL), met een dienstbeëindiging geconfronteerd. Deze zienswijze wordt door de Bond van Leraren (BvL) en Alliantie van Leerkrachten in Suriname (ALS) bestempeld als rancune. De onderwijswetenschapper Soenderpersad Hanoeman betreurt eveneens dit voorval. Hij stelt dat het nastreven van kwaliteitsverbetering in principe een goed uitgangspunt is van de minister, echter vindt Hanoeman dat de aanpak niet geheel correct te typeren is.
Aanpak van pestgrage docenten
In gesprek met Dagblad Suriname beweert de onderwijswetenschapper dat die kwaliteitsverbetering in feite op het IOL moet starten in plaats van op de muloscholen. Het is geen geheim dat studenten van de overheidsopleidingen, zoals IOL en de Anton De Kom Universiteit van Suriname (Adekus), door het vuur moeten gaan voor het behalen van de eindstreep. “De IOL-studenten die bezig zijn met hun thesis moeten 6 tot 8 maanden wachten voordat zij een reactie krijgen van hun opleidingscoördinator. Welke student zal op deze manier binnen de gestelde termijn op tijd kunnen afstuderen? Dat is niet het enige. “Wanneer de studenten willen afstuderen, wordt er bovendien nog een vak toegevoegd. En dat mag nooit zo zijn! Dit probleem heb je ook op de Adekus.”
Geen actie vanuit studenten
Hanoeman kan zich indenken dat het beoordelen van thesissen geen gemakkelijke opgave is, echter is meer dan 8 maanden tijd voor een beoordeling bespottelijk. “Als dit probleem zich voordoet, moeten studenten zich bundelen.” Het onderwijsministerie, en de vaste commissie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur binnen De Nationale Assemblee (DNA), zijn instanties waar dergelijke issues gedeponeerd kunnen worden. “Wanneer de studenten een brief aan hen richten, moeten zij ook de directeur en bondsvoorzitter opnemen in een cc.” Desalniettemin kiezen de studenten ervoor om de situatie te laten voor wat het is. “Dit komt doordat zij bang zijn; ze weten dat het afstuderen dan onmogelijk kan worden.”
Chronisch tekort zorgt voor vroegtijdige indiensttreding
Het in dienst nemen van leraren die nog studenten zijn, was indertijd een bewuste keus van het ministerie. “Het ging vaak om studenten die zich in hun afrondende fase bevonden.” Vooral bij de vakken Natuurkunde, Wiskunde, Spaans, Engels en Beeldende Kunst is er sprake van een chronisch tekort. “Het kan zelfs voorkomen dat zij die geen examenkandidaten zijn, een baan krijgen. Dit is niet direct een normale situatie te noemen, maar liever slecht onderwijs dan geen onderwijs.” Naar zeggen van Hanoeman is het de plicht van de minister om na te gaan waarom de studenten stagnatie ondervinden in hun studie.
“Dan pas kan men een besluit nemen.” De onderwijswetenschapper merkt op dat de inspectie slechts actief is op de voj-, kleuter- en basisscholen, terwijl dit op vos-niveau en tertiair onderwijs niet het geval is. “Dus de studenten van IOL en Adekus zijn overgelaten aan de grillen van de directeuren en docenten.” De minister aan de andere kant beschouwt zichzelf als de kapitein van het schip en bestempelt de leraren als ‘raskippen’. “De minister vergeet dat een kapitein zonder bekwame matrozen de haven niet kan verlaten; zijn zelfvertrouwen moet gebaseerd zijn op de realiteit. Het siert een minister niet om in de media dergelijke onelegante praatjes te verkondigen”, voegt Hanoeman aan toe.
KSR
