Voor het schooljaar 2017/2018 worden er 47 onderwijsgevenden afgevoerd naar het binnenland om het onderwijsproces voort te zetten. Het betreft 2 heren en 45 dames, die het basisonderwijs zullen versterken. Robert Peneux, minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (Minowc), beklemtoont tijdens zijn toespraak op het onderwijsministerie dat het om leraren gaat die bevoegd zijn om voor de klas te staan. “Ik ben heel blij dat we de bevoegde leerkrachten wederom aanvullen voor het binnenland. Jaren terug waren we in feite verlegen voor deze groep van leerkrachten, maar we hebben nu een proces, waarbij we aan een volledig bevoegd kader voor het binnenland werken”, deelt Peneux mee.
De minister is zich ervan bewust dat het doceren in het binnenland geen gemakkelijke opgave is. “Ieder dorp waar je terechtkomt, heeft tradities. Zorg er daarom voor dat je deze tradities naleeft; het is belangrijk dat wij ons correct en zindelijk gedragen.” Peneux moedigde de leraren eveneens aan om zich volledig en gemotiveerd in te zetten om het gewenste onderwijsniveau te kunnen bereiken. “De bekwaamheid doe je op door de ervaring die je krijgt met leerlingen. Soms heb je een leerling die lastig is, maar wat jullie nooit moeten doen, is slaan want als je in een dorp werkt, zal je ‘geleverd’ zijn. Ga dus op een pedagogische didactische manier om met zo een kind.” In dergelijke gevallen beveelt de minister de onderwijsgevenden aan om de schoolleider te raadplegen. “De leerkrachten moeten ervoor zorgen dat de problemen schriftelijk vastgelegd worden; stuur ook een cc van dit schrijven naar het hoofdbureau van het basisonderwijs.” De minister gaf tot slot te kennen dat hij er werk van zal maken om de nodige randvoorwaarden te scheppen in het binnenland, zodat de leraren hun werkzaamheden vlot kunnen verrichten.
KSR
