Enkele bezorgde ouders hebben aan de krant bericht dat zij hun baby’s moesten laten vaccineren, maar de mededeling hebben gekregen dat er landelijk geen vaccins meer zijn. Verder kan men niet met zekerheid aangeven wanneer men weer over vaccins zal beschikken. Het zou in deze gaan om vaccins voor zuigelingen tussen 2 en 6 maanden oud. De vaccins Pentavalent 1 en 2 en orale poliovaccin zijn niet beschikbaar. Het Pentavalent-1-vaccin is voor zuigelingen van 2 tot 4 maanden oud. Het Pentavalent-2- en orale poliovaccin zijn voor baby’s van 4 tot 6 maanden. Tijdens in een gesprek met huisarts Amar Ramadhin heeft hij aangegeven gehoord te hebben dat binnen 2 weken men weer een lading moet krijgen. “Maar als dat waar is, weet ik niet.” Het Pentavalent vaccin is een vaccinatie welke 5 infectieziekten kan voorkomen, te weten Difterie, Kinkhoest, Tetanus, H. influenza type B (HiB) en Hepatitis B. Deze vaccinatie wordt aan 3 leeftijdsgroepen toegediend, kinderen van 2 maanden, 4 maanden en 6 maanden. Volgens de huisarts is dit een hele grote groep waardoor de groepsdekking (groepsimmuniteit) zal afnemen, indien er op lange termijn schaarste is aan vaccinatie. “Dat betekent dat steeds minder kinderen beschermd zullen zijn tegen bepaalde kinderinfectieziekten.”
Het belang van vaccineren
Baby’s zijn de eerste maanden beschermd tegen veel infectieziekten, die de moeder heeft doorgemaakt of waartegen ze gevaccineerd is. De hoeveelheid van die beschermende antistoffen, en daarmee de duur van de bescherming, is verschillend. Pasgeboren baby’s zijn slechts voor de eerste paar maanden beschermd tegen mazelen. Pasgeboren baby’s van ongevaccineerde moeders, die de ziekte niet hebben doorgemaakt, zijn zelfs helemaal niet beschermd. Voor alle vaccins geldt dat zij het lichaam stimuleren om antistoffen aan te maken. Actieve immunisatie heet dat. De afweer van een baby wordt ook in het gewone leven flink geprikkeld. Elke knuffel van vader of moeder brengt hem in contact met ziekteverwekkers. Het verschil is dat in vaccins de hoeveelheden afgestemd zijn op wat de afweer op dat moment goed aankan, waar het effectief op kan reageren. En zijn de ziekteverwekkers gedood, zodat het kindje er niet ziek van wordt. Sommige andere vaccins zijn niet gedood, maar levend-verzwakte virussen, zoals bof, mazelen en rodehond (BMR). Deze worden wat later gegeven omdat zij beter aanslaan als alle restjes van de door de moeder meegegeven antistoffen weg zijn uit het lichaam. Een kind dat niet gevaccineerd is, is onvoldoende beschermd tegen de gevaarlijke infectieziekten. Het risico dat het kind de bewuste infectieziekte krijgt, is groter als het kind deel uitmaakt van een niet-gevaccineerde hechte gemeenschap. Hoe meer kindjes niet gevaccineerd zijn, des te groter de kans dat uit ons land verdwenen ziekten weer de kop opsteken. Vaccineren beschermt dus niet alleen een individu, maar ook de hele bevolking.
“Het is voor mij nog niet duidelijk hoe en op welke manier een tekort is ontstaan, maar naar mijn mening is wel opvallend dat er in de laatste periode veel problemen zijn met de voorraden van cruciale medicatie, waaronder vaccins en andere chronische medicatie”, zegt Ramadhin. Volgens de arts zou het goed zijn als de overheid een eenduidig beleid voert qua medicijnenvoorraad en vroegtijdig inspeelt op eventuele schaarste. Het aanboren van nieuwe leveranciers zou ook een optie kunnen zijn, ook al is het iets duurder. “We mogen geen grappen maken met medicatie, want op langer termijn kan het de staat meer kosten. Vaccineren is preventieve gezondheidszorg. De minister heeft eerder aangehaald dat er meer geïnvesteerd moet worden in de preventieve zorg, want als de preventieve zorg minder is, kan het optreden van ziekten een gevolg zijn en zal meer uitgegeven worden aan de “duurdere” curatieve zorg. Voorkomen is beter dan genezen”, aldus Ramadhin.