Kasi vindt huidige aanpak pluimveesector niet voldoende

“Alles van deze gasten gaat om de pluimveesector, maar ook dat pakken zij niet goed aan.” Zo reageert slager Shakiel Kasi op de laatste ontwikkeling binnen de pluimveesector. De invoerrechten op kip- en kipproducten is op 1 augustus van 20% opgeschroefd naar 40%. Hiermee beoogt de overheid de lokale productie te stimuleren. Volgens Kasi is dit niet voldoende en mag de overheid niet hiermee volstaan. “De pluimveesector is afhankelijk van veevoer. Alle grondstoffen worden geïmporteerd. Denk maar aan de concentraten, mais (want Surinamers willen niet planten), medicamenten etc. Grote delen van deze importproducten komen uit Europa. Dat betekent dat je Euro’s voor nodig hebt. De opkoop van de Euro is al bijkans SRD 9”, beklemtoont Kasi. Hij vindt dat er lokaal veel gedaan moet worden, om de lokale productie te kunnen stimuleren.
In Suriname zijn er bijvoorbeeld drie bedrijven die voer produceren: LNB, VeSu en Vitalo. Kasi hekelt het feit dat er geen instantie is die gedegen controle uitoefent op de productie die door deze bedrijven op de markt wordt gebracht. Hij heeft het over de kwaliteit van de voerproducten.
“Zij knoeien in het voer. Ik heb vandaag nog een partij kippen naar binnen gekregen van rond de 1,4 – 1,5 kilo. Dit terwijl de kweker de kippen 8 weken lang heeft geweekt. Hoe kan dit nou? De fabrikanten knoeien in de grondstoffen, om er goedkoper van af te komen. Zij verkopen het voer wel voor SRD 200 aan de kweker. Hoe bescherm je de sector zo? De kweker wordt er de dupe van”, stelt Kasi.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!