Nemchand Kanhai, voorzitter van de Associatie Pluimveesector Suriname (APSS), vindt de minder enthousiaste kreten in het parlement over de bescherming van de pluimveesector middels het verhogen van de importheffing op kip (delen) slechts geëmotioneerde uitspraken. Het is frappant dat juist binnen het gros van de coalitie het enthousiasme zoek is, terwijl dezelfde figuren lijdelijk toekijken naar de ongunstige ontwikkelingen binnen de basiszorg. Vanaf 1 augustus 2017 moeten de importeurs van kip (delen) 40% aan importheffing ophoesten. “Geef de pluimveesector ook de ruimte om te groeien. Een aantal jaren terug was de importheffing zelfs 10%; met moeite was het naar 20% gegaan. Na 20 jaren is het ‘behoorlijk’ verhoogd. In de meeste Caricom-landen zijn de markten beschermd met zelfs meer dan 100% aan importheffing op kip (delen). De Amerikaanse bouten zullen in ieder geval goedkoop blijven in vergelijking met de Braziliaanse kip”, zegt Kanhai in gesprek met Dagblad Suriname. De APSS-voorzitter merkt op dat enkele leden van De Nationale Assemblee (DNA) niet productiegericht zijn ingesteld.
Kanhai vindt dat de importkip voornamelijk in de horecasector gebruikt wordt en dat de verhoging minimaal te typeren is. “De consument zelf gebruikt Surinaamse kip en de prijs daarvan gaat niet omhoog.” Velen zijn van mening dat de Surinaamse kip een luxe is waardoor niet een ieder hierover kan beschikken. De APSS-voorzitter vindt dat men hierop kan inspelen door het aanbod van kip (delen) te vergroten. “Zo kan de prijs gedropt worden.” Daarnaast vindt Kanhai dat de eigen grondstoffen, zoals rijst, ook aangewend kunnen worden als voer binnen de pluimveesector. “De animo is er wel bij de agrariërs; ze zijn zelfs bezig om speciale voederrijst aan de fabrieken te leveren.” De mogelijkheden om de prijs van de Surinaamse kip te verlagen, zijn er in ieder geval wel aanwezig.
KSR
