Sonny Hira: “Sterk signaal dat betrekkingen Nederland-Suriname volstrekt bekoeld zijn”

Het besluit van de Surinaamse regering om de agrément voor de nieuwe ambassadeur van Nederland in Suriname in te trekken, was een verassing voor oud-ambassadeur Sonny Hira. Volgens hem is deze werkwijze geen gebruik binnen het diplomatieke verkeer tussen bevriende staten. Deze werkwijze is naar Hira zijn oordeel bijzonder onaangenaam, omdat er een sterk signaal wordt uitgestuurd dat de betrekkingen Nederland-Suriname volstrekt bekoeld zijn. “Dit geeft aan dat de betrekkingen bijna bevroren zijn. Een staatshoofd dat ertoe overgaat om een agrément ter elfder ure terug te draaien, geeft daarmee aan dat de betrekkingen tussen beide landen zeer slecht zijn. Kennelijk heeft de president dit signaal willen sturen, omdat hij het hoofd is van de buitenlandse dienst”, stelt Hira.
De verrassing zat erin dat de intrekking van de agrément precies op het moment kwam, toen de scheidende vertegenwoordiger van de Nederlandse regering op het punt stond te vertrekken uit Suriname en de nieuwe vertegenwoordiger binnen zou komen. Vanaf het aantreden van regering Bouterse-Ameerali in 2010 is de relatie verkeerd gaan lopen. De toenmalige minister van Buitenlandse Zaken in Nederland kwam heel bot in de pers uit, door te stellen dat de Surinaamse president alleen welkom is in Nederland als hij zijn straf komt uitzitten. “Dat werd als een zeer ongelukkige opmerking beschouwd. Dat doet een diplomaat ook niet”, stelt Hira. Hiermee zou de toon zijn gezet in 2010, voor hoe de relatie tussen Nederland en Suriname zich verder zou ontwikkelen. In de afgelopen 7 jaren is de relatie tussen beide landen ook bekoeld gebleven. Er is volgens Hira geen enkel moment zijn geweest, waarop er gesteld kon worden, dat het een betere kant opging, ondanks ambassadeur Erns Noorman dat wel uitte. Voorlopig ziet Hira in de relatie tussen beide landen geen schot komen.
Met de betrekkingen op het niveau van de samenleving is er volgens Hira niets aan de hand. Surinamers hebben goede betrekkingen met hun familieleden in Nederland. Het probleem is alleen de betrekkingen op regeringsniveau. De vrees bestaat echter wel dat vanwege deze situatie, alles meegesleurd wordt in de mineurstemming. “Het zou best kunnen dat Nederland ook een onaangename of onvriendelijke reactie kan geven aan Suriname, een reactie op hetzelfde niveau althans”, stelt Hira.
“De samenwerking op het gebied van maatschappelijke groeperingen, vanwege de samenhang met de regeringen, zullen mogelijk zichtbaar in de probleemsector belanden. Vormen van maatschappelijke samenwerking kunnen mogelijk negatief geraakt worden.” Voor Hira was de handeling van de regering, zonder een grondige vermelding van redenen al voldoende om te leren wat de Surinaamse regering wil zeggen.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!