NDP-parlementariër Rashied Doekhie maakte tijdens de begrotingsbehandeling in het parlement de opmerking dat het rechtssysteem corrupt is. Volgens de politicus is het tegenwoordig zo dat als je een advocaat neemt, je eerst moet weten bij welke rechter de zaak is. Hierdoor ben je verzekerd van een winst bij zo een rechter. Harish Monorath, deken van de Surinaamse Orde van Advocaten (Sova), voert aan dat deze opmerking een indirecte beschuldiging is naar het rechtsprekend orgaan en alle advocaten die eerlijk hun brood verdienen. “Zo een situatie bestaat alvast niet en het riekt naar maffiosi. Als dat wordt gesteld, zouden wij dan een maffiarechtstaat hebben? Een parlementariër moet een woordkeus bezigen, waarbij de samenleving niet wordt opgejaagd en in angst wordt geplaatst. Nu dat dit wordt gesteld, zouden mensen wellicht kunnen denken dat het inderdaad zo is. Ik ben ook al tien jaar advocaat en zoiets is mij nooit opgevallen. Nu het parlementariërs is opgevallen, moeten ze een onderzoek vragen. Maar zo lukraak in een openbare vergadering een dergelijke uitlating doen, schaadt het nationaal en internationaal imago van de rechtstaat Suriname”, zegt de deken aan Dagblad Suriname. Monorath benadrukt dat parlementsvoorzitter Jennifer Geerlings-Simons een verzoek tot onderzoek moet indienen bij de procureur-generaal om de waarheid van deze beschuldiging te toetsen. Tegelijkertijd vindt de advocaat dat Doekhie een gewoonte van heeft gemaakt om de parlementaire onschendbaarheid te misbruiken om zijn persoonlijke frustraties te uiten.
Uitspraak Doekhie heeft geen enkele juridische waarde op besluitvorming rechters
Monorath verwijst hier ook naar de kwestie van de rechtszaak van Doekhie tegen Krishna Mathoera en de uitspraak die Doekhie ongeveer een jaar geleden deed toen de Krijgsraad besloot om de Amnestiewet terzijde te schuiven en het 8 decemberstrafproces normaal voort te zetten. Het was de NDP’er, die toen via de media en in het parlement aangaf dat de president alle rechters moest opdonderen. Vooral in het parlement is het volgens hem de taak van de parlementsvoorzitter om erop toe te zien dat de discussies beschaafd blijven. Overigens vindt Monorath dat de mededeling van Doekhie geen enkele juridische waarde heeft op het besluitvormingsproces van rechters.
FR
