Het Openbaar Ministerie, vertegenwoordigd door Astrid Niamat, eiste woensdag tegen de verdachte Rodrigo S. een gevangenisstraf van 14 jaar met aftrek. Aan deze verdachte wordt het verwijt gemaakt dat hij tezamen en in vereniging met zijn vriendin Alves G. het slachtoffer, Costa Do Nacimento, van het leven heeft beroofd. Als bewijs hanteerde Niamat het proces-verbaal van de getuige T. Hij is de beheerder van het appartementencomplex. De getuige vernam van een andere verhuurder dat er uit een der kamers een onaangename geur kwam. Deze heeft daarna de eigenaar ingeschakeld. Omdat de eigenaar niet over de sleutel beschikte, werd de politie ingeschakeld. De kamerdeur werd open geforceerd en ontdekte men toen het ontzielde lichaam van het slachtoffer. Ook de verklaring van de getuige C.M. werd als bewijs meegenomen. Deze hoorde op 17 augustus 2015 in de nachtelijke uren gestommel en lawaai vanuit het appartement. De medeverdachte Alves woonde met het slachtoffer in. Zij beschuldigde het slachtoffer van diefstal. Volgens de getuige hoorde hij hoe luidruchtig deze vrouw vroeg waar haar kleding en spullen waren.
De derde getuige, R.Z., verklaarde bij de politie dat de vrouw, die met het latere slachtoffer inwoonde, op die bewuste dag met een man, de verdachte Rodrigo, van het appartement was vertrokken. De getuige had nadien niemand meer in het appartement gezien. Ook de verklaring van de medeverdachte Alves G. werd als bewijs meegenomen. Zij bekende samen met de verdachte Rodrigo op 21 augustus 2015 het slachtoffer van het leven te hebben beroofd. Zij gaf aan dat het slachtoffer door Rodrigo is dood gewurgd. Zij moest de handen van het slachtoffer vastbinden en een vuistvuurwapen gericht houden op het slachtoffer, terwijl Rodrigo bezig was het appartement door te zoeken. In een proces-verbaal, gedateerd 24 augustus, heeft Rodrigo bij confrontatie met het lijk toegegeven het slachtoffer middels wurging om het leven te hebben gebracht. Volgens de verdachte Rodrigo was het nimmer zijn bedoeling om het slachtoffer van het leven te beroven. Uit angst heeft hij haar gewurgd totdat zij niet meer bewoog. Hij vreesde dat het slachtoffer het voorval door zou vertellen. De verdachte Rodrigo heeft in eerste instantie ontkend, maar na de confrontatie met het lijk heeft hij erkend het slachtoffer te hebben vermoord. Gelet op deze aangehaalde bewijsmiddelen, het psychiatrisch rapport en de bekentenis van Rodrigo achtte de rechter het feit wettig en overtuigend bewezen. Op 2 augustus komt de verdediging van de verdachte aan het woord. Rodrigo blijft tot dan aangehouden.
Saskia Bandhan
