Waarnemend directeur Bryan Lalay van Huize Betheljada heeft zich uitgesproken over opmerkingen gemaakt door de minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, met betrekking tot de financiële middelen van het tehuis. De minister zou hebben gesteld dat Huize Betheljada over genoeg geld beschikt en om deze reden zou het verzoek voor subsidie zijn afgewezen. Verder vond de minister dat de begroting ingediend door het tehuis hoger ligt dan die van vorig jaar en dat de directeur twee functies bekleedt, te weten die van directeur en voorzitter van de stichting en vervolgens ook een consultancy fee krijgt van SRD 107.000. Lalay geeft aan dat de instelling een beleid voert waarbij naast de subsidie aanvraag ook zorggedragen wordt voor nadere kosten, wat projectmatig wordt gedaan. Dit wordt gerekend tot de operationele kosten. “Deze kosten moet je vervolgens linken aan de aankoop van nieuwe rolstoelen, het vernieuwen van bedden en onderhoud van het gebouw en omgeving en het uitvoeren van activiteiten voor de pupillen. Al deze ontwikkelingen moeten wij zien te realiseren, waarvoor wij een bestemmingplan hebben opgesteld. Dat wordt dus projectmatig aangevraagd aan onze donateurs wat in een pot komt. Subsidie vragen wij aan voor onze exploitatiekosten en voor onze kind-gerelateerde kosten. Als exploitatiekosten moet je denken aan personeelskosten en kosten rond onderhoud en kind-gerelateerde kosten zijn voor de verzorging van het kind, zoals voeding en kleding. Daarvoor hebben we dus een aanvraag gedaan en dat is afgewezen”, zegt Lalay.
Geld uit de pot gebruiken
“In principe zegt de minister dan dat ik mijn pot moet gebruiken, omdat ik over voldoende financiële middelen zou beschikken, maar zo werkt dat niet omdat aan donateurs expliciet wordt aangegeven waarvoor het geld gebruikt gaat worden. De gelden kunnen niet gebruikt worden voor exploitatiekosten. Daarnaast beschikt het tehuis over reserve middelen die worden ingezet voor onvoorziene zaken die kunnen optreden. Een ieder spaart voor als iets onvoorziens gebeurt en nu zegt men dat wij dat klein gedeelte ook moeten gebruiken.” De waarnemende directeur stelt dat er verder niets gezegd wordt dat de subsidies over het jaar 2015 niet zijn gegeven. “Voor 2016 hebben we slechts voor 2 kwartalen geld ontvangen (in plaats van 4 ) en nu is de subsidie voor 2017 niet eens goedgekeurd. Ook noemt de minister een bedrag van SRD 107.000. Ik denk dat hij zijn eigen maatstaven daarvan heeft, omdat in de sociale zorg dat niet zo werkt. Ik heb een navraag gedaan bij onze accountant en over 2016 heb ik een bedrag uitgekeerd gekregen van SRD 17.000. Gedeeld door 12 maanden zit ik rond SRD 1460 dat ik per maand heb ontvangen.” Volgens Lalay heeft hij dit ontvangen vanwege het feit dat hij eerst de functie van operationeel manager had, voordat hij als waarnemend directeur werd geplaatst. “Daarna werd ik gevraagd om voorzitter te worden van het stichtingsbestuur.” Na de ziekte van de voormalige directeur, dhr. Themen, werd Lalay gevraagd als waarnemend directeur over te nemen. Deze functie bekleedt hij tot nu toe. Men is op zoek naar een andere directeur en andere bestuursleden.
Realistische begroting
Lalay is van mening dat er een begroting is ingediend die realistisch is. Daarbij is er rekening gehouden met factoren, zoals de inflatie en met het feit dat het tehuis werkt aan uitbreiding. “Wij doen aan uitbreiding van de zorg en capaciteit, waarbij wij aan het begin van het jaar een groep 4 hebben geopend. Het tehuis was eerder verdeeld in 3 groepen oftewel 3 ruimten. Dit hebben wij met eigen middelen en gedoneerde gelden gedaan. Op die plek kunnen we 10 kinderen opnemen. Ik heb inmiddels al 5 opgenomen en heb nog een capaciteit van 5. Er is contact opgenomen met het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting om personeel te sturen. Ik hoef daarbij het geld niet, maar stuur personeel, dan heb ik de subsidie niet nodig, omdat het ministerie de mensen zelf betaalt. Maar dat gebeurt ook niet”, aldus Lalay.
