Carl Breeveld over Cubaanse ‘vluchtelingen’: “Uit humane gronden de mensen aanhoren”

In een wereld waar geweld elke dag duizenden families dwingt om voor hun leven te vluchten, is het volgens de Verenigde Naties van belang om te laten zien dat het wereldwijde publiek achter de vluchtelingen staat. Om dit te benadrukken, heeft het VN-vluchtelingenbureau de With Refugees-petitie in juni 2016 gelanceerd, om een signaal te sturen naar overheden voor samenwerking en een bijdrage te leveren voor vluchtelingen. Op de Wereld Vluchtelingendag, die elk jaar op 20 juni gehouden wordt, wordt de kracht, moed en doorzettingsvermogen van miljoenen vluchtelingen herdacht. De groep Cubanen, die sinds 9 juni voor het gebouw van het Surinaams Rode Kruis (SRK) naar aandacht vragen, krijgen dat nog steeds niet. Dit jaar markeert de Wereld Vluchtelingendag ook een belangrijk moment voor samenlevingen om steun te verlenen aan gezinnen, die gedwongen zijn te vluchten.
Volksvertegenwoordiger Carl Breeveld ontfermt zich over de situatie. Breeveld heeft op 9 juni (dag 2 van het protest van de Cubanen) zelf een bezoek gebracht aan de hulpzoekenden. Hij begrijpt in de eerste plaats dat het een nieuw fenomeen voor Suriname is. “Wij hebben, voor zover ik weet, nooit dit asielverhaal gehad in Suriname”, zegt hij. Het is volgens hem dus begrijpelijk dat wij ons moeten verdiepen in de materie. “Het is belangrijk dat je moet gaan kijken naar wetgeving om dit aan te kunnen pakken”, meent Breeveld. Tot nu toe heeft nog geen enkele officiële regeringsinstantie of individu zich uitgelaten over deze 16 asielzoekers. Ook de Cubaanse ambassade in Suriname heeft niet gereageerd op de intentie van de krant om informatie te vergaren. Het is volgens Breeveld zinvol dat de regering met de mensen in contact treedt en erachter komt wat er moet gebeuren en wat te doen.
“Het is misschien politiek wat gevoelig. De banden met Cuba zijn er. De mensen hun probleem is met een zittende regering in Cuba. Het kan misschien daarom een beetje politiekgevoelig liggen. Nog thans is het uit puur humane gronden op zijn plaats om de mensen aan te horen en tenminste iets te zeggen over hoe wij het benaderen. Wij moeten kijken naar wat voor minimale maatregelen voor getroffen kunnen worden”, stelt Breeveld. Als het gaat om aanvulling met wetgeving zou zeker het parlement volgens Breeveld een bijdrage kunnen leveren. Hij denkt dat het een fenomeen is dat aanzwelt en steeds meer zal voorkomen. Als wij er nu mee geconfronteerd worden en er geen raad mee weten, is het volgens Breeveld wel belangrijk om ons daarover te oriënteren. Tenminste een matrix ontwikkelen om in de toekomst mee te werken, moet naar Breeveld zijn oordeel mogelijk zijn.
De groep is ruim 7 maanden terug via Guyana naar Suriname gekomen om ‘politiek asiel’ aan te vragen. Het SRK moet dit soort gevallen registreren en vervolgens een proces opstarten om de mensen een status te doen verkrijgen van ‘vluchteling’. Echter wordt gesteld dat het SRK zijn deel al heeft gedaan en uitkijkt naar een onderzoek van de UNHCR. De UNHCR zal in Cuba onderzoek verrichten op basis van de informatie die de asielzoekers hebben opgegeven. Dit proces kan maanden in beslag nemen. “Na het onderzoek krijgt men een certificaat van verblijf in het land, volgens de VN-conventies die Suriname getekend heeft”, kreeg de krant van het SRK te horen. Op dit moment gaat het bij de Cubanen erom dat het proces te lang duurt.
Er is nogal wat onzekerheid rond het toekennen van een status aan deze vreemdelingen.
SRK heeft het over een onderzoek in Cuba, terwijl Breeveld het heeft over een screeningsmodel om vast te stellen als deze vreemdelingen inderdaad aanspraak maken op een vreemdelingenstatus. Natuurlijk zijn er in de wereld genoeg voorbeelden die overgenomen kunnen worden. Ook het Vluchtelingenverdrag biedt voldoende mogelijkheden. Echter gaan daarmee ook gepaard verplichtingen van de Staat, die vaak ook financiële lasten met zich meebrengen.
Surinaamse wetgeving
De Surinaamse wetgeving kent nog al goede regelingen voor wat het verblijf van vluchtelingen in Suriname betreft. Het blijkt volgens de Vreemdelingenwet 1991 dat de minister van Justitie en Politie degene is die deze vreemdelingen toestemming geeft om in het land te mogen verblijven. Het SRK verleent humanitaire hulp, maar de lokale wetgeving is hier van toepassing.
Vreemdelingen, die afkomstig zijn van een land waarin zij gegronde reden hebben te vrezen voor vervolging wegens hun politieke overtuiging, kunnen als vluchteling worden toegelaten, onder verlening van een verblijfsvergunning. Volgens het Vreemdelingenbesluit 1995 stelt de minister de modellen van verzoekschriften en de te bezigen formulieren vast, behorende bij een verzoek om toelating als vluchteling. Beschikkingen betreffende toelating als vluchteling, niet gegeven in overeenstemming met een door de vreemdeling ingediend verzoek, worden met redenen omkleed. De vreemdelingen kunnen volgens de Vreemdelingenwet ook bij de president in beroep gaan als zij het niet eens zijn met een negatief besluit van de minister.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!