De rode draad van het Ontwikkelingsplan 2017-2021 behelst voor haar periode de extractieve industrie als de grootste pilaar voor de Surinaamse economie. Critici hebben precies voor wat deze rode draad betreft heel wat negatieve beoordelingen ten aanzien van het Ontwikkelingsplan. Dit, vooral gezien de diversificatie van de economie de ‘underdog’ wordt bij het nog steeds prevaleren van de minerale sector. Dave Abeleven, directeur bij het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen, stelt echter dat dit ontwikkelingsplan maar voor 5 jaren is. Er zou veel meer komen bij andere plannen.
De mijnbouwindustrie heeft in de afgelopen jaren volgens Abeleven een belangrijke bijdrage geleverd aan de Surinaamse economie. Hij wijst er op dat dit nieuw plan van de regering voor de komende 5 jaren zal gelden. Het ligt uiteindelijk in de bedoeling dat in het langtermijnbeleid (dat verder gaat dan 5 jaren), de diversificatie van de economie ook ter hand genomen wordt. In zulke ontwikkelingsplannen (zoals de huidige) moet volgens Abeleven de basis ook voor gelegd worden.
“Dat zou zeker ook zijn gedaan als je kijkt naar de hoofdstukken die bijvoorbeeld gaan over landbouw, industrie, en dienstverlening. Zeker gelet op de overeenkomsten met de bedrijven als Iamgold moet rekening mee worden gehouden dat een belangrijk deel van de inkomsten van Suriname zal komen uit de mijnbouwindustrie. Het klopt dus dat de mijnbouw in dit ontwikkelginsplan een centrale rol vervult”, aldus Abeleven.
De directeur meent dat er tegelijkertijd wel gekeken wordt naar andere sectoren. Met de inkomsten van de mijnbouwindustrie moet ervoor worden gezorgd dat er toch diversificatie wordt gerealiseerd in de economie. Critici vinden het van de regering toch geen goede stap om deze richting op te pakken. Het zouden de mijnbouwindustrie en de onkunde van de beleidsmakers zijn geweest, die de huidige crisissituatie hebben kunnen veroorzaken. In hetzelfde ontwikkelingsplan stelt de regering als doelstelling opbouw en instandhouding van een nationale economie, vrij van buitenlandse overheersing. Dat er uiteindelijk toch gekozen wordt voor een sector waar het land geen significante invloed op heeft (maar omgekeerd wel), baart critici zorgen.
Kavish Ganesh