Het Openbaar Ministerie, vertegenwoordigd door Astrid Niamat, eiste maandag tegen de verdachte, Sandjaikoemar T., een gevangenisstraf van 12 jaar met aftrek. Deze verdachte heeft in februari 2016 zijn tegenstander middels een scherp voorwerp verwond. Als gevolg van de opgelopen letsels kwam het slachtoffer te overlijden. De vervolging achtte doodslag wettig en overtuigend bewezen. Zij nam als bewijs de verklaringen van de getuigen mee. Bij het bepalen van de strafmaat hield zij rekening met het rapport van de deskundige. De getuige L. verklaarde dat het slachtoffer bij hem inwoonde. Hij heeft de aangifte gedaan. Op die bewuste dag raakten de verdachte en het slachtoffer verwikkeld in een vechtpartij. Hij haalde ze uit elkaar. Later zag de getuige dat de bovenkleding van het slachtoffer besmeurd was met bloed en dat hij een steekverwonding aan zijn buikstreek had opgelopen. Het slachtoffer vertelde de getuige dat Balo hem met een schaar had bewerkt. De getuige had eerder een schaar bij de verdachte gezien. Het motief van dit drama is een betalingskwestie. Het slachtoffer was de verdachte SRD 40 schuldig. De tweede getuige M.D. had de vechtpartij tussen de verdachte en het slachtoffer van dichtbij meegemaakt. Tijdens de vechtpartij vroeg de verdachte Sandjaikoemar steeds naar zijn geld. Deze getuige heeft niet gezien wanneer het slachtoffer was verwond. Uit het pathologische rapport blijkt dat de doodsoorzaak toe te schrijven is aan een shock vanwege bloedverlies. Volgens de deskundige is de verwonding recht van voren toegebracht, waardoor de lever van het slachtoffer was doorboord en een grote vertakking van de aorta was beschadigd. De verwonding bevond zich 10 cm onder de linker tepel.
Tijdens het verdachtenverhoor op 9 mei 2016 betuigde Sandjaikoemar spijt. Hij verklaarde dat hij niet de bedoeling had om slachtoffer te vermoorden. Het slachtoffer moest hem SRD 40 betalen. De verdachte had ettelijke malen naar zijn geld gevraagd en steeds stelde het slachtoffer dit uit. Op 7 februari was de verdachte thuis bij hem geweest om zijn geld te halen. Het slachtoffer zou hem hebben aangevallen met een balk en daarna met een schaar. Volgens de verdachte probeerde hij de schaar afhandig te maken. Volgens de officier wil de verdachte het gerecht doen geloven dat hij zou hebben gehandeld in noodweer. Hij zou zich hebben verdedigd. De patholoog is duidelijk geweest, merkte de vervolgingsambtenaar op. De verwonding is recht van voren toegebracht. Er was dus geen sprake van over en weer trekken van de schaar.
Als ondersteuning gebruikte de openbare aanklager de rapporten van de psycholoog en de psychiater. De deskundigen hebben geen storingen of gebrek van het geestesvermogen geconstateerd bij de verdachte. Het gepleegde feit kan de verdachte volledig worden toegerekend. Rekening houdend met dit alles vorderde het OM een straf van 12 jaar met aftrek. Op 10 april wordt de behandeling voortgezet. De verdachte blijft in arrest.
Saskia Bandhan