Tijdens een bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders (AAV) zal vrijdag beslist worden wat verder gedaan zal worden met Sigmund Proeve, de geschorste directeur van De Surinaamsche Bank (DSB). De schorsing en of ontslag van Proeve staan op de agenda. De vergadering wordt tegen 18.00 uur gehouden in hotel Torarica. Door een fundamenteel verschil van opvatting over het beleid van de bank heeft de rvc op 19 januari besloten Proeve te schorsen. DSB, ‘s lands grootste financiële instelling, maakte vorig jaar in haar halfjaarlijkse rapport melding van een verlies over de eerste zes maanden van 2016. Proeve heeft eerder aangegeven niet eens te zijn met de beschuldigingen van de rvc en deze zaak aan te vechten. Hij is niet van plan om de zaak in der minne te schikken, anders wordt alles wat misgegaan is bij de bank in zijn schoenen geschoven. Vooral tijdens deze AAV wil hij zijn zegje doen. In elk geval zal hij deze bezoeken, desnoods als mede-aandeelhouder. De bankier heeft eerder aangegeven dat op 19 januari hij samen met minister Gillmore Hoefdraad, governor Glenn Gersie en de rvc in vergadering was. Aan het eind van de vergadering, diep in de nacht, heeft Hoefdraad aangegeven dat in de ochtend doorgesproken zou worden over deze kwestie. Iets na zeven uur in de morgen kreeg Proeve een deurwaardersexploot waarin hem is meegedeeld dat hij is geschorst door de rvc.
Assuria heeft toestemming CBvS voor behoud 44% aandelen tot 31 december
Proeve vindt dat het ook zijn verantwoordelijkheid is opdat recht en wet bij de bank wordt nageleefd. In De Nationale Assemblee is in 2011 een wet aangenomen waarin is bepaald dat personen of organisaties 5% tot maximaal 20% aandeel mogen hebben bij een bank. Assuria had 49% van de aandelen. Nu heeft de grootaandeelhouder 44%. Hierdoor heeft Assuria een dominante rol in het beleid van de bank, terwijl naast de Staat (10%) er ook ruim 4000 aandeelhouders zijn. Assuria zegt echter dat zij meerdere malen geprobeerd heeft haar aandelen terug te brengen naar het wettelijk toegestane aantal, echter zonder resultaat. Conform de Wet Toezicht Bank- en Kredietwezen 2011 heeft zij daarom ook toestemming van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) om haar aandelen van 44% te behouden tot 31 december 2017. De grootaandeelhouder benadrukt dat zij zich altijd committeert aan wet- en regelgeving en geen enkel drijfveer heeft om zich te verzetten tegen het terugbrengen van haar belang in DSB.
FR
