Sommige beleidsmakers in Suriname willen niet een goede bestuurder maar populair zijn bij ‘de man van de straat’. Dat wil men doen door niet de belangen van de man van de straat te behartigen, maar door hem na te doen, door stoer te doen. Er zijn beleidsmakers die denken dat ze entertainers zijn en dat ze een goede job doen wanneer ze door hun uitspraken komisch overkomen. De komediant uithangen kan wel voor een dag of twee, maar het moet geen volle dagtaak worden. Wanneer dat gebeurt, dan zal men kleine rommeltjes maken die zich zullen ophopen en de regering boven het hoofd zullen groeien net als een draak. Een beleidsmaker die constant de komediant wil uithangen en wil acteren en over-acteren, is onze minister van onderwijs. Deze minister is nooit bekend geweest als een serieuze minister. In het begin ging het bij de minister om spierballen te laten zien. Dat is soms nodig om te tonen dat er met werkattitude en normen en waarden niet gesold moet worden en dat het om een serieuze inhoudelijke zaak gaat. We hebben bij die momenten steeds aangegeven dat het tonen van spierballen een goed begin kan zijn, maar dat al heel snel overgegaan moet worden tot het concreet uitvoeren van beleid. Het is in de afgelopen maanden de minister niet gelukt om een goed beleid en lijn te presenteren met betrekking tot de onderwijsproblematiek. Het Surinaams onderwijs heeft als grootste probleem het drop-out-probleem van vooral jongens. Het wordt steeds moeilijker voor kinderen om op school te blijven en vooral VOJ, VOS en tertiair onderwijs. Verder is er het probleem van achterhaalde curricula. Het technisch beroepsonderwijs voldoet niet aan de eisen die gesteld worden door de bedrijven. Er is een verschil tussen de skills die aangeleerd worden en wat aan vaardigheden en kennis nodig is op de arbeidsmarkt. Het onderwijs slaagt er nog steeds niet in om genoeg studenten in de meer HBO- en academische technische/technologische richtingen te sturen. Het binnenland is een zorgenkind gebleven. Onderwijzers kunnen niet eens zonder ondersteuning van particulieren naar het binnenland worden vervoerd om hun werk te hervatten. Er is nog geen model ontwikkeld om alle kinderen van het binnenland, desnoods in clusters niet ver van huis, te voorzien van goed onderwijs. Het ministerie van Minowc is onder deze minister voortgegaan om de kinderen in het binnenland te discrimineren. Dan is er het probleem van zeer gebrekkige leermiddelen. Het populistisch beleid en handelen, leidt tot machogedrag en acties die ondoordacht worden gepleegd zonder advies in te winnen. Een voorbeeld is het oproepen van onderwijzers in staking om zich te verweren en met in het vooruitzicht maatregelen te treffen zoals disciplinaire sancties en mutatie. Het verweer was onmogelijk evenzeer de disciplinaire maatregelen en de mutatie, maar de minister handelt zonder na te denken. De minister heeft duidelijk zijn braaksel moeten inslikken. Voortaan dient hij zijn deskundigen te horen, voordat hij Rambo wil gaan spelen. Geen van deze maatregelen waren te treffen en dat had de minister moeten weten. Een uitvloeisel van het machogedrag is ook de onwil om inspraak te geven aan de onderwijsbonden. Er wordt thans, in navolging van deze minister, een heel vijandige houding aangenomen tegen de stakende leerkrachten in het parlement. Als het stakingsrecht wordt erkend en de stakingen niet onrechtmatig worden verklaard, dan is het tegen de grondwet om een vijandige houding aan te nemen tegen de stakende leerkrachten. De DNA-leden hebben naast vijandigheid geen oplossingen kunnen aandragen in het onderwijsprobleem. In het Surinaams systeem is er geen ruimte voor beleidsmakers en DNA-leden om vijandig te zijn tegen stakers. De staking van de onderwijzers is geen politieke staking; dat is er wanneer het niet gaat om arbeidsvoorwaarden maar puur om de regering naar huis te sturen. Een staking is een politieke actie als een vakbond een staking of protesten van politieke partijen navolgt. In Suriname is het omgekeerde het geval bij de stakingen van het onderwijs. Wordt door het deelnemen van politici aan een onderwijsstaking, de staking een politieke staking? Wat ons betreft kan dat nooit het geval zijn. Er is in de vakbondsmiddelen een middel bekend dat bekend is als sympathiestaking. Dat is een staking die betrekking heeft op een rechtmatige staking van andere werknemers. Deze werknemers die sympathie betuigen, hebben zelf wat hun arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden betreft, geen problemen. De politiek mag sympathie betuigen aan de onderwijsstaking. Opmerkelijk is dat de studenten de leraren voor de rechter hebben gebracht. Maken ze enige kans? Studenten en ouders zijn belanghebbend en kunnen de rechter zover krijgen om de staking van de BvL onrechtmatig te verklaren. De verhouding van het grondrecht ‘stakingsrecht’ en de inbreuk op andere rechten van belanghebbende en de afweging daarvan op een weegschaal is een aangelegenheid van de rechter.