Palu blikt terug op jaar 2016

Bij een terugblik op het afgelopen jaar bestaat al gauw de neiging om specifiek in te gaan op de ‘precaire’ economische en financiële situatie van ons land. En bij een blik vooruit wordt eigenlijk ook verwacht dat wij de doembeelden van Venezuela aanhalen, vergelijkbaar met een situatie die wij in Suriname eerder óók hebben gekend, waarbij toiletpapier wegens schaarste zelfs moest worden gehalveerd. Maar geen van beide gaat ons echt verder brengen. Toch is het werkelijk waar dat we de realiteit scherp onder ogen zien, maar tegelijkertijd met een positieve instelling naar de toekomst kijken.
2016 is inderdaad een jaar geworden waarin de uitdagingen voor ons als land, maar ook op persoonlijk vlak voor de meeste mensen alleen maar groter zijn geworden. Dat geldt zowel voor de begroting van de overheid als voor de inkomsten van vreemde valuta. Coalitie en oppositie zijn vervolgens met elkaar in een bijna onverzoenlijke discussie verzeild geraakt. De verwijten en beschuldigingen over en weer in deze kwestie maken het voor de gemeenschap niet gemakkelijker. Integendeel is de verwarring alleen maar groter geworden. Enerzijds beweert de oppositie dat de crisis die is ontstaan alleen maar voortkomt uit de enorme corruptie onder het bewind van President Bouterse. De coalitie op haar beurt neemt zelf geen enkele verantwoordelijkheid maar geeft de schuld volledig aan de drastisch geslonken overheidsinkomsten als gevolg van de gedaalde wereldmarktprijzen van goud en aardolie. Beide groepen stellen zich zo extreem op dat de burger gewoon de weg kwijt raakt waardoor het toch al magere vertrouwen in de politiek tot een bedenkelijk dieptepunt is gedaald.
2016 is in zoverre ook het jaar van de waarheid geworden, en het einde is nog niet in zicht, dat we opnieuw hebben kunnen zien wat onze economie in deze vorm en op eigen kracht te bieden heeft wanneer de mijnbouw als kurk komt weg te vallen. Eerder, in de jaren 80 en 90, zagen we wat er kon gebeuren toen die andere inkomstenbron waar we zo van afhankelijk waren, namelijk de ‘ontwikkelingshulp’, kwam weg te vallen. Beide gevallen tonen duidelijk aan dat wij onze economie moeten bijsturen, zodat wij niet zo sterk afhankelijk zijn van slechts één enkele inkomstenbron. Jammer genoeg is de regering van toen, die nu oppositie is, er niet in geslaagd om daadwerkelijk de economie anders te richten. Maar ook de huidige regering, die toen oppositie was, blijkt tot op dit moment niet erg succesvol hierin. Deze opmerkingen zijn niet om wie dan ook onaangenaam te zijn, maar de feiten liggen daar. Wij zijn hier allen samen voor verantwoordelijk, maar wie aan zet is, die bepaalt welke richting het uitgaat. Met een enorme meerderheid in De Nationale Assemblee achter zich heeft de regering niet alleen de volledige verantwoordelijkheid, maar ook alle tools in handen om de ontwikkeling daadwerkelijk vorm en inhoud te geven. Door de scherpte van het debat en de verregaande verwijten over en weer, hebben ook de leden van de politieke partijen in DNA de neiging om zich kritiekloos achter hun eigen partijleiding te scharen, waardoor elke mogelijkheid om tot een gezamenlijke aanpak te komen al bij voorbaat mislukt lijkt.
De uitdagingen en de kansen voor 2017 liggen precies daar waar die enorme verdeeldheid speelt. Noch de toenmalige Frontcoalitie, noch de huidige NDP coalitie, zijn totnogtoe in staat gebleken om die goede dingen die zij bij de verkiezingen hadden beloofd waar te maken. Toen de prijzen van olie en goud goed waren, toen groeiden de bomen tot aan de hemel en was alles mogelijk. Maar zodra die prijzen droppen, dan blijkt dat we ons huiswerk niet hebben gemaakt en zitten we weer diep in de problemen.
We mogen ook in 2017 niet toestaan, dat deze situatie ertoe zal leiden dat wij, misschien uit gebrek aan zelfvertrouwen of uit pure onmacht, ons land in een situatie van nieuwe afhankelijkheid manoeuvreren, zoals sommige politieke leiders nu al openlijk roepen. We moeten beseffen dat wij allen één gemeenschappelijk belang hebben, namelijk een welvarend Suriname, waarin de belangen van Surinamers met voorrang worden behandeld? En dat kan alleen in een daadwerkelijk onafhankelijk Suriname, onder controle van het Surinaamse volk en met oprecht en betrokken, deskundig leiderschap. Armoede en chaos kunnen in deze een belangrijke voedingsbodem vormen voor bedreiging van juist deze onafhankelijkheid. We moeten dit niet onderschatten. Zowel het afwenden van die dreiging als ons land weer ordentelijk en welvarend maken, daarin ligt de grote uitdaging.
Jim Hok
PALU-voorzitter

error: Kopiëren mag niet!