Korpschef Agnes Daniël heeft te kennen gegeven dat zij geen problemen heeft met de leiding van de Surinaamse Politiebond (SPB). Ze laat in het midden de wijze waarop de politiebond heeft gemeend zijn ontevredenheid te tonen. Zij begrijpt dat de bond voor zijn leden moet opkomen. Op een dergelijk begrip kan de politiebond niet rekenen bij de minister van Justitie en Politie. Zij sloeg stoere taal uit en stelde dat zij geen conflict met de bond heeft, maar ook geen conflict uit de weg zal gaan.
Sporttest was verkiezingsissue voor politiebond
Nadat de voorzitter van de politiebond, Raoul Hellings, zijn toespraak had gehouden bij de jaarafsluiting van het Korps Politie Suriname, verliet hij de zaal samen met een deel van zijn leden. “Het heeft geen zin om jaar in jaar uit slecht behandeld te worden en aan het eind van het jaar vredelievende speeches te houden, alsof de zaak zo goed draait”, uitte de voorzitter. In zijn toespraak haalde hij heel wat zaken aan waar het korps mee kampt. “Collega’s worden om elk wissewasje buiten functie gesteld. Het motiveren van beslissingen blijkt niet te bestaan binnen onze organisatie”, stelde Hellings. Wat veel kwaad bloed zette, was dat politieambtenaren op basis van een onderdeel van een sporttest ook niet in aanmerking zijn gekomen voor een bevordering. “Het is een sporttest waarvan wij afvragen, welk redelijk denkend mens zoiets geïmplementeerd kan hebben. De sporttest is ronduit onrechtvaardig.” Bij de campagnevoering was het aanvechten van de sporttest één van de verkiezingsissues van de politiebond.
Van 300 naar 200 bevorderingen
Vooraf was medegedeeld dat 300 politieambtenaren bevorderd zouden worden. Dit werd uiteindelijk 200. Velen werden afgevoerd vanwege het niet halen van de sporttest. Anderen kregen slechts 3 dagen van tevoren een schrijven dat zij negatief beoordeeld waren, waardoor er geen ruimte meer was om in beroep te komen tegen deze negatieve beoordeling. Anderen kregen totaal geen mededeling en verschenen in vol ornaat voor de bevordering om dan te vernemen dat ze afgevoerd waren. Een brigadier gaf te kennen dat hij zonder enige reden negatief is beoordeeld. Bij onderzoek bleek dat de afdeling Interne Tuchtzaken een fout had gemaakt en hem onjuist verweet een tuchtstraf te hebben gehad. Hierdoor heeft hij zijn bevordering moeten missen. Zijn correctiebeschikking ligt nog op het bureau van de korpschef. “Ik zal wel ergens in januari achter mijn bureau mijn bevordering krijgen, maar mij en mijn gezin is dit feestelijk moment ontnomen”, klaagt de brigadier.
Zwangeren straffen is niet van deze tijd
Waar de bond zich ook aan stoort, is dat vrouwelijke agenten die in gezegende staat verkeren, niet bevorderd worden, omdat zij niet in staat zijn hun sporttest te doen. Na de bevalling worden zij hiertoe in staat gesteld, echter betekent dit al gauw dat hun bevorderingsdatum 6 maanden of later is in vergelijking met hun lichtingsgenoten. Hierdoor verliezen zij hun plaats op de ranglijst, hetgeen gevolgen heeft voor hun verdere ambtelijke carrière bij de politie. “Een vrouw straffen voor het feit dat zij zwanger is, is toch niet van deze tijd? Van een vrouwelijke korpschef hadden wij wel meer begrip mogen verwachten. Tot nog toe zijn de zwangeren beter behandeld door de mannelijke korpschefs”, is de verontwaardigde reactie van een vrouwelijke agent, wiens hardwerkende collega haar bevordering moet mislopen. “Zij is beter dan ik, maar zij zal in de rest van haar carrière steeds na mij volgen”, zegt zij eerlijkheidshalve.
Conditie niet koppelen aan bevordering
Overigens zijn de meeste leden het erover eens dat een politieagent in ‘shape’ moet zijn en geen ‘bigi bere’ moet hebben zoals de minister dat aangaf. Het zorgpunt is dat de goede conditie niet gekoppeld moet worden aan de bevorderingen. “Van het Korps Penitentiaire Ambtenaren en het Brandweerkorps wordt geen sporttest geëist bij de bevordering. Moeten zij niet in ‘shape’ zijn om achter een ontvluchte arrestant te rennen of om een brandend gebouw binnen te rennen?”, vraagt een politieman zich af.
Het laatste woord over deze kwestie is nog niet gezegd. Voor 3 januari 2017 is een gesprek met de minister gepland.