Ir. R. Ramdin, oud-directeur van de Suralco, tijdens de presentatie van het boek ‘De Man van Aluminium’, dat in verband met het 100-jarig bestaan van de Suralco op 19 december werd uitgegeven door de Harrypersad Boedjawan Foundation en aan hem opgedragen is. ‘Als u van mij verwacht dat ik u een visie zal geven hoe het verder moet met de bauxietindustrie in Suriname, dan moet ik u teleurstellen. Ik weet het wel voor mezelf, maar er zijn andere krachten bezig om de zaak op lijn te krijgen, heb ik begrepen. Wij moeten nog even uitkijken naar wat het resultaat van de onderhandeling zal zijn. Ik hoop dat de Alcoa terugkomt op haar schreden, ik hoop dat wij tot een vergelijk kunnen komen. En als Alcoa niet wil, zullen er misschien andere partners zijn waarmee wij wel een samenwerking kunnen krijgen’, aldus oud-directeur Henk Ramdin van de Suralco in verband met het 100-jarig bestaan van de bauxietindustrie in Suriname. Bauxietindustrie moet blijven leven Technisch gezien heeft de plant op Paranam nog een levensduur van 15 tot 20 jaar, alleen de bauxietvoorziening moet geregeld worden zodat de plant kan doordraaien. Er zit bauxiet in Commewijne, West Suriname, het Nassau-gebied. Nu stoppen is volgens Ramdin onbegrijpelijk en dat na 100 jaar. ‘Ik kan het niet begrijpen dat Alcoa het niet meer ziet zitten in Suriname. Ik hoop niet dat dit het einde is van de bauxietindustrie in Suriname.’ Suriname en Alcoa door dik en dun Ramdin heeft de Suralco 14 jaren geleid. ‘Ik geniet nu van mijn pensioen, de Suralco is goed voor mij geweest. Suralco is goed voor Suriname geweest. Ik kan het niet begrijpen dat nu na 100 jaar de Alcoa zegt, ‘wij gaan weg’. Suriname heeft Alcoa gedragen en Alcoa heeft Suriname gedragen en dat door dik en dun.’
